Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
• Neem de instructies door alvorens te beginnen, en ga na of u over
de vereiste kennis en gereedschap beschikt.
• Wees voorzichtig wanneer u in de directe omgeving van benzine
werkt teneinde het risico op brand of explosies zo klein mogelijk te
houden. Gebruik enkel niet ontvlambare solventen om onderdelen
te reinigen, geen benzine. Rook niet en vermijd vonken en open
vuur wanneer u onderdelen onderhoudt of herstelt die in contact
komen met benzine.
ONDERHOUDSSCHEMA
1
Interval
Voor elk gebruik
Motorolie: Controleren (pagina 8)
Luchtfilter: Controleren (pagina 9)
Spoel de pomp kamer (pagina 12)
Na elk gebruik
Na 1ste maand of
Motorolie: Verversen (pagina 8)
20 bedrijfs-uren
Luchtfilter: Reinig.-Vervang
Elke 50
bedrijfsuren
Elke 100
Motorolie: Verversen
bedrijfsuren
Luchtfilter: Reinig.-Vervang
Bougie : Controleren-instellen (pagina 10)
Vonkenvanger
(pagina 12)
Bezinkbekertje: Reinigen (pagina 11)
Elke 300
Motorolie: Verversen
bedrijfsuren
Luchtfilter: Vervangen
Bougie: Vervangen (pagina 10)
Vonkenvanger
(pagina 12)
Bezinkbekertje: Reinigen (pagina 11)
Klepspeling: Controleren-instellen
Stationair toerental: Controleren-instellen
Benzinetank en -filter: Reinigen
Elke 2 jaar
Benzineslang: Vervangen indien nodig
1. Houd ingeval van professioneel gebruik de bedrijfsuren bij om de
onderhoudsbeurten te kunnen plannen.
2. Vaker wanneer de pomp in stoffige omstandigheden wordt ingezet.
3. Moet worden uitgevoerd door een erkende Honda-dealer, tenzij de
eigenaar over het nodige gereedschap beschikt en de vereiste
technische kennis bezit.
4. In Europa en landen waar richtlijn 2006/42/EC voor machines van
kracht is, dient deze reiniging door uw onderhoudsgarage te
worden uitgevoerd.
Nalaten dit onderhoudsschema op te volgen kan storingen tot
gevolg hebben die niet door de garantie worden gedekt.
8
Onderdeel
2
(pagina 9)
2
(pagina 8)
2
(pagina 9)
4
: Reinigen-controleren (optie)
2
(pagina 8)
2
(pagina 9)
4
: Reinigen-controleren (optie)
3
3
3
3
MOTORONDERHOUD
Motoroliepeil controleren
Controleer het motoroliepeil met de pomp op een vlakke ondergrond
en met motor afgezet.
1. Draai de olievuldop los en veeg de peilstok [1] schoon met een
doek.
2. Controleer het oliepeil door de peilstok in de vulopening te steken,
zonder hem vast te schroeven.
3. Wanneer het oliepeil te laag is [3], moet olie van het
voorgeschreven type worden bijgevuld tot deze gelijk staat met de
opening van de vulhals [2]. Vermijd een te hoog oliepeil.
4. Controleer opnieuw het oliepeil en schroef de peilstok terug vast.
OPMERKING
Als u de motor laat draaien met een te laag oliepeil, kan
motorschade optreden.
NEDERLANDS
[1]
[2]
[3]
Publicidad
