Nederlands
Reinigingsmiddel:
Met behulp van reinigingsmiddelen kan
de reinigende werking worden versterkt.
Door de betreffende inwerktijd
(afhankelijk van het gebruikte
reinigingsmiddel) wordt de
reinigingscapaciteit verhoogd.
Het reinigingsmiddel niet op laten
drogen.
De reinigingsmiddelen altijd in de
voorgeschreven dosering gebruiken en
op de betreffende instructies van het
reinigingsmiddel letten.
Mechanische reiniging:
Door extra gebruik van bijv. een
rotorsproeier of een wasborstel kan
sterk vasthechtend vuil beter worden
verwijderd.
228
Apparaat uitschakelen
De schakelaar in stand 0 draaien
N
De waterkraan dichtdraaien
N
De hendel van het spuitpistool
N
ingeknepen houden totdat het water
alleen nog maar uit de sproeierkop
druppelt (de druk in het apparaat is
nu afgebouwd)
De hendel loslaten
N
1
Veiligheidspal (1) in de richting van
N
de pijl schuiven – het spuitpistool
wordt vergrendeld, onbedoeld
inschakelen wordt zo voorkomen
Na het werk
De netsteker uit de contactdoos
N
trekken
De slang bij de waterkraan en op
N
het apparaat loskoppelen
Netkabel
2
1
De onderste houder (1) naar
N
beneden kantelen
De netkabel oprollen en voor de
N
bevestiging in de houder (2) hangen
RE 232, RE 272 PLUS, RE 282 PLUS