4.7 MONTAGE VAN DE FLEXIBELE
AANDRIJVINGSBUIS
1. Verwijder de beschermingskapjes (Afb.
13.A) uit de uiteinden van de flexibele
aandrijvingsbuis (Afb. 13.B), en let erop
dat deze onderling verschillend zijn.
2. Til de pin op (Afb. 14.A) en steek het
uiteinde met de opening (Afb. 14.B) in de
zitting van de motoreenheid (Afb. 14.C),
zodat de opening naar boven gericht is.
3. Laat de pin los (Afb. 14.A), en zog
ervoor dat deze volledig omlaag
gaat om het uiteinde van de buis
te blokkeren (Afb. 14.D).
4. Verwijder de beschermingsdop (Afb.
15.A) uit de uitstekende buis (Afb. 15.B)
op de achterste handgreep (Afb. 15.C)
5. Steek het uiteinde met de gleuf (Afb. 15.D)
in de uitstekende buis (Afb. 15.B) op de
achterste handgreep (Afb. 15.C) bevestig
deze met de schroef (Afb. 15.E), en
verzeker u ervan dat ze geblokkeerd blijft.
6. Verwijder het deksel van de
luchtfilter (par. 8.3).
7. Plaats de stift van de versnellingskabel
(Afb. 16.A) in de opening van de steun
en verbind de draad (Afb. 17.A) aan de
hendel van de carburator (Afb. 17.B).
8. Verstel de moer (Afb. 17.C) om
de kabel op te spannen en de
stift op de steun te blokkeren.
9. Verbind de twee uiteinden van
de kabel (Afb. 18.A) en (Afb.
18.B) aan de desbetreffende
kabels van de motoreenheid.
10. Hermonteer het deksel van de luchtfilter.
5. BEDIENINGSELEMENTEN
5.1 START/STOPSCHAKELAAR MOTOR
Staat toe de motor te stoppen en te starten. De
schakelaar heeft twee standen (Afb. 18.A):
STOP - de motor stopt en kan
niet opgestart worden.
START - de motor kan opgestart
en in dienst gezet worden.
5.2 HENDEL VERSNELLING
Staat toe de snelheid van de snij-
inrichting te regelen.
De versnellingshendel (Afb. 18.B) kan
enkel ingeschakeld worden indien
tegelijkertijd de veiligheidsshendel van de
versnelling ingedrukt wordt (Afb. 18.C).
De juiste werksnelheid wordt verkregen met
de bedieningshendel van de versnelling
(Afb. 18.B) aan het einde van de loop.
5.3 VEILIGHEIDSHENDEL VERSNELLING
De veiligheidshendel van de versnelling
(Afb. 18.C) staat toe de versnellingshendel
in te schakelen (Afb. 18.B).
5.4 TOETS PARTIALISATIE VAN
DE VERSNELLER (OPTIE)
Dit wordt gebruikt om de motor
koud op te starten (Afb. 18.D).
5.5 HANDVAT VOOR HANDMATIGE START
Dit staat de handmatige start van
de motor toe (Afb. 18.I).
5.6 HENDEL CHOKE (STARTER)
Dit wordt gebruikt om de motor koud op te
starten. De choke heeft twee posities (Afb. 18.E):
Positie A - De choke is uitgeschakeld
(normale werking en warm starten).
Positie B - De choke is ingeschakeld
(voor koud starten).
5.7 TOETS VOORINSPUITING (PRIMER)
Druk op de rubberen toets van
de voorinspuiting om brandstof
in de carburator te spuiten, en
zo het opstarten van de motor te
vereenvoudigen (Afb. 18.F).
6. GEBRUIK VAN DE MACHINE
BELANGRIJK De in acht te nemen
veiligheidsnormen zijn beschreven in
hfdstk. 2. Neem deze aanwijzingen strikt in acht
om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
NL - 10