Descargar Imprimir esta página

GGP ITALY HB 52 Manual De Instrucciones página 360

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 179
de starter ingeschakeld, kan de motor
vastlopen en de start bemoeilijkt worden. "
In geval van flooding van de motor (zie par. 14).
6.3.2 Start bij warme motor
Voor de start bij warme motor (onmiddellijk na
de uitschakeling van de motor), volg de punten
1 - 2 - 3 - 5 - 7 - 8 van de vorige werkwijze.
6.4
HET WERKEN
OPMERKING Vooraleer de eerste keer te
gaan maaien, moet men vertrouwd raken met
de meest gepaste maaitechnieken door het
draagstel te passen, de machine stevig vast
te nemen en de handelingen uit te voeren.
Doe als volgt om met de machine te werken:
• maak de machine steeds vast aan
het draagstel dat correct gedragen
moet worden (zie par. 6.1.1)
• De machine moet altijd stevig met beide
handen vastgehouden worden, met
de motor rechts van het lichaam en de
snijgroep onder het niveau van de riem.
6.4.1 Werktechnieken
6.4.1.a
Draadhouder
Gebruik ALLEEN nylondraad.
Het gebruik van metalen draden,
geplastificeerde metaaldraad of draad
die niet geschikt is voor de kop, kan
ernstige verwondingen veroorzaken.
Gebruik de machine niet om de vegen,
door de draadhouder over te hellen. De
kracht van de motor kan voorwerpen
of keitjes tot 15 meter ver werpen en
schade of verwondingen veroorzaken.
a. In beweging snijden (Maaien)
Ga met een correcte houding te werk, met een
boogbeweging zoals bij traditioneel maaien,
zonder de draadhouder over te hellen (Afb. 21).
Probeer de juiste maaihoogte eerst uit in een
kleine zone, om een uniform maairesultaat
te verkrijgen door de draadhouder op een
constante afstand van het terrein te houden.
Voor zwaarder werk, kan het handig
zijn de draadhouder ongeveer 30°
naar links te laten hellen.
Doe dit niet wanneer voorwerp kunnen
wegspringen die personen of dieren kunnen
verwonden of schade kunnen aanrichten.
b. Precisiesnijden (Recht afsnijden)
Houd de machine lichtjes schuin zodat de
onderkant van de draadhouder niet in aanraking
komt met het terrein en de snijlijn zich op het
gewenste punt bevindt, waarbij de snij-inrichting
altijd ver van de gebruiker gehouden wordt.
c. Maaien vlakbij
omheiningen / funderingen
Nader met de draadhouder langzaam de
omheining, paaltjes, stenen, muren, enz.
zonder kracht toe te passen (afb. 22).
Wanneer de draad een omvangrijke
hindernis raakt kan hij breken of
verslijten; wanneer hij blijft steken in een
omheining, kan hij bruusk afknakken.
In elk geval kan het snijden rond trottoirs,
funderingen, muren, enz. een overmatige
slijtage van de draad veroorzaken.
d. Maaien rond bomen
Loop rond de boom van links naar rechts en
nader de stam langzaam om er niet met de
draad tegen te komen; hou de draadhouder
een beetje naar voren. (afb. 23)
Hou er rekening mee dat de nylondraad kleine
heesters kan doorsnijden of beschadigen en
dat het contact tussen de nylondraad en de
stam van heesters of bomen met een zachte
schors de plant ernstig kan beschadigen.
6.4.1.b
Mes met 3 punten
Begin te snijden bovenaan de begroeiing
en ga met het mes naar beneden, op
dusdanige wijze dat de taken in kleine
stukken gesneden worden (afb. 24).
6.4.1.c
Zaagmes (indien toegestaan)
Voor het gebruik van het zaagmes,
waar toegestaan, moet de bescherming
altijd gemonteerd zijn (hfdst. 4.2). Het
mes moet altijd goed scherp zijn om het
risico voor terugslag te beperken.
Voor het vellen van kleine bomen, moet
de valrichting van de boom voorzien worden,
rekening houdend met de windrichting.
Om een goed resultaat te bekomen bij het
vellen van kleine bomen, is het noodzakelijk
e snijden met een snelle beweging naar
de tak of de stam die men wilt snijden en
met de motor op het hoogste toerental.
NL - 13

Publicidad

loading