4.3.2 Benodigd gereedschap
Voor de montage heeft u de volgende hefinrichtingen
en gereedschappen nodig:
•
Hefinrichting
– Kraan (draaglast ≥ 35 kN) of
– Vorkheftruck (draaglast ≥ 35 kN, lepellengte
2000 mm)
•
Lasapparaat (ESAB caddy 200 (5-200A) o.i.d.)
•
Laselektrode (ESAB 0K 48,00 3,25 o.i.d.)
•
Boormachine
•
Boor
•
Waterpas
•
Torx-schroevendraaier TX20
•
Kruiskopschroevendraaier
•
Schroevendraaier
•
Steeksleutel
4.4
Transport
4.4.1 Transport L320e ECO
•
Afb.
a
, pagina A1. Bij gebruik van een kraan:
Transporteer de laadbrug aan de vier
gemarkeerde transportogen.
•
Afb.
b
, pagina A1. Bij gebruik van een
vorkheftruck: Transporteer de laadbrug aan de
vier gemarkeerde transportogen.
Plaats de laadbrug veilig op een vlakke, onderrijdbaar
oppervlak. Verwijder de besturing (onder het laad-
brugplatform in de doos achter de hydrauliekeenheid
bevestigd). Leid de kabel onder de voorkant van de
laadbrug langs naar buiten en leg de besturing bijv.
op het laadbrugplatform.
4.4.2 Transport L320e ECO Plus
•
Afb.
a
, pagina A2. Bij gebruik van een kraan:
Transporteer de laadbrug aan de vier
gemarkeerde transportogen.
•
Afb.
b
, pagina A2. Bij gebruik van een
vorkheftruck: Transporteer de laadbrug aan de
vier gemarkeerde transportogen.
Plaats de laadbrug veilig op een vlakke, onderrijdbaar
oppervlak. Verwijder de besturing (onder het laad-
brugplatform in de doos achter de hydrauliekeenheid
bevestigd). Leid de kabel onder de voorkant van de
laadbrug langs naar buiten en leg de besturing bijv.
op het laadbrugplatform.
96 - NL
4.5
Plaatsen van de laadbrug
4.5.1 Voormontage L320e ECO
LET OP
Storing door beschadigde kabel
•
Afb.
a
, pagina A3. Verwijder de transportvoeten
achter. Draai alle montagehoekprofielen 90°, zodat
ze haaks zijn uitgelijnd met het laadbrugplatform.
Plaats de laadbrug in de inbouwlocatie, de montage-
hoekprofielen moeten aanliggen op de dagkant van
de inbouwpositie.
Afb.
b
, pagina A3. Zorg dat de laadbrug niet is
verspannen en de spleetmaat aan de zijkant van 15
mm (+0/-2 mm) tussen dagkant op de inbouwpositie
en laadbrugplatform wordt aangehouden. De laad-
brug waterpas stellen.
Afb.
c
, pagina A4. De achterste lasstrips van de
laadbrug vastlassen aan de dagkant op de inbouwpo-
sitie.
Afb.
d
, pagina A4. De klaplip omhoog klappen en
beveiligen met een geschikte ondersteuning (niet
meegeleverd).
Letselgevaar door het vallen van de
WAARSCHUWING
klaplip!
De klaplipcilinder is drukloos en de
klaplip kan hierdoor vallen.
•
Verwijder de twee bouten aan beide zijden van de
dwarsbalk. Trek de dwarsbalk met de hefcilinders
naar voren.
Afb.
e
, pagina A5. De dwarsbalk aan de voorzijde
waterpas stellen. De correcte positie is bereikt als het
laadbrugplatform bij ingeklapte klaplip horizontaal wa-
terpas staat. Hierbij mag de dwarsbalk niet buiten de
inbouwpositie liggen. Indien nodig de onderbalk met
geschikte platen ondervullen voor het compenseren
van hoogteverschillen (niet meegeleverd). De plaat-
lengte moet overeenkomen met de lengte van de las-
naad.
Afb.
f
, pagina A5. De dwarsbalk vastlassen aan
de dagkant op de inbouwpositie.
Afb.
g
, pagina A6. Verwijder alle montagehoek-
profielen.
Bij verzinkte laadbruggen de omgeving van de lasna-
den spuiten met zinkspray (niet meegeleverd) en laat
dit minimaal 30 minuten drogen.
Alle beschadigde plekken bij de lak bijwerken met de
meegeleverde reparatielak.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
De kabel aan de buitenkant van de
laadbrug van de besturing niet be-
knellen!
Beveilig de klaplip zorgvuldig met
een geschikte ondersteuning (niet
meegeleverd). Zorg dat de onder-
steuning stevig en veilig staat.