4.5.2 Voormontage L320e ECO Plus
LET OP
Storing door beschadigde kabel
•
De kabel aan de buitenkant van de
laadbrug van de besturing niet be-
knellen!
Afb.
a
, pagina A7. De splitpennen uit de pennen
aan de zijkanten achter en voor bij de laadbrug ver-
wijderen. Demonteer de pennen. Verwijder de bouten
met onderlegring bij de klaplip en bewaar ze voor la-
ter gebruik.
Afb.
b
, pagina A7. De laadbrug uit het frame hef-
fen.
Afb.
c
, pagina A8. De dwarsbalk naar voren trek-
ken. Monteer de dwarsbalk aan beide zijden aan de
voorkant van het frame van de laadbrug (met elk vier
bouten en onderlegringen). Verwijder de beide trans-
porthulpen achter bij het frame van de laadbrug.
Afb.
d
, pagina A8. Demonteer de transportvoeten
achter, evenals de verlenging van de voorste trans-
portvoeten. Plaats de laadbrug weer in het frame.
Afb.
e
, pagina A9. Fixeer de laadbrug eerst achter
en daarna voor bij het frame met de pennen. Plaats
de splitpennen in de pennen. Fixeer de klaplip met de
bouten en onderlegringen van Afb.
Afb.
f
, pagina A9. Plaats de laadbrug in de in-
bouwpositie. Indien nodig het hoogteverschil achter
compenseren met geschikte platen (niet meegele-
verd).
Afb.
g
, pagina A10. De laadbrug horizontaal water-
pas stellen. Indien nodig het hoogteverschil voor
compenseren met geschikte platen (niet meegele-
verd). Zorg voor het aanhouden van de spleetmaat
aan de zijkant van 15 mm (+0/-2 mm) tussen de dag-
kant op de inbouwpositie en laadbrugplatform.
Afb.
h
, pagina A10. De laadbrug achter vastlassen
aan de dagkant op de inbouwpositie en, indien nodig,
met de platen voor compenseren van het hoogtever-
schil voor en achter.
Afb.
i
, pagina A11. De dwarsbalk vastlassen aan
de dagkant op de inbouwpositie. Verwijder de bouten
met onderlegringen bij de klaplip.
Bij verzinkte laadbruggen de omgeving van de lasna-
den spuiten met zinkspray (niet meegeleverd) en laat
dit minimaal 30 minuten drogen.
Alle beschadigde plekken bij de lak bijwerken met de
meegeleverde reparatielak.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
4.6
4.6.1 Proefdraaien
Afb.
ring in een stopcontact steken. Proefdraaien met de
laadbrug (zie montage- en gebruikshandleiding voor
de besturing). Controleer hierbij alle functies van de
laadbrug.
4.6.2 Plaatsen van de onderhoudssteun
Afb.
venste stand. De hoofdschakelaar uitschakelen en
beveiligen tegen herinschakelen.
Plaats de onderhoudssteun eerst boven en daarna
onder in de opname bij de laadbrug.
De hoofdschakelaar inschakelen. De laadbrug laten
zakken. De hoofdschakelaar uitschakelen en beveili-
gen tegen herinschakelen.
4.6.3 Controle van de slangverbindingen
Controleer de slangverbindingen bij de drie hydrau-
liekcilinders en de hydrauliekeenheid op lekdichtheid.
4.6.4 Aansluiten van de besturing
Afb.
tor bij de klemmen van de besturing losmaken (zie
montage- en gebruikshandleiding voor de besturing).
a
, pagina A7.
Monteer de besturing op de hiervoor bedoelde mon-
tagelocatie.
De kabel door de lege buis naar de besturing leiden
en weer aansluiten bij de besturing.
Fixeer de kabel onder het laadbrugplatform met de
meegeleverde kabelbeugels.
4.6.5 Montage van het kabelkanaal
Afb.
uitvoer op de vloer en de besturing met een kabel-
goot (niet meegeleverd).
4.7
Afb.
en sluit de boringen in het laadplatform af met de
kunststofpluggen.
Overige montagestappen
a
, pagina A11. De CEE-stekker van de bestu-
a
, pagina A12. Breng de laadbrug in de bo-
a
, pagina A12. De kabel van de hydrauliekmo-
a
, pagina A13. Bescherm de kabel tussen de
Afronding
a
, pagina A13. Demonteer de transportogen
NL - 97