een extra foutmarge:
+ (± 15 digit)
De MIN/MAX-functie kiest automatisch het meetbereik met de kleinste resolutie.
8.
Meten met de BENNING CM 7
8.1 Voorbereiden van de metingen
-
Gebruik en bewaar de BENNING CM 7 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING CM 7 meegele-
verde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
-
Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meets-
noeren direct verwijderen.
-
Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
-
Voordat met de draaischakelaar een andere functie gekozen wordt, die-
nen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 7 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
-
COM-bus
-
Bus voor V, Ω
van de BENNING CM 7 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 1000 V bedragen.
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (V AC) of (V DC).
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING CM 7.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω van de
BENNING CM 7.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING CM 7.
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
8.3 Stroommeting
8.3.1
Voorbereiden van metingen
-
Gebruik en bewaar de BENNING CM 7 uitsluitend bij de aangegeven
werk- en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 7 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
Geen
BENNING CM 7. Neem eventueel de veiligheidsmeetsnoeren
van het apparaat.
8.3.2
Stroommeting
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (A AC) of (A DC) van de
BENNING CM 7.
-
Druk op de openingshendel en omvat de éénaderige, stroomvoerende
leiding, zoveel mogelijk in het midden van de tang.
-
Lees de gemeten waarde af in het display .
Zie fig. 4:
8.4 Weerstandsmeting en doorgangstest met akoestisch signaal
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (Ω
BENNING CM 7
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING CM 7.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω van de
BENNING CM 7.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING CM 7.
-
Indien de gemeten weerstand in het circuit tussen de twee contactbussen
kleiner is dan 30 Ω, wordt een akoestisch signaal afgegeven.
Zie fig. 5:
02/ 2011
meten van gelijkspanning.
meten van wisselspanning.
spanning
zetten
meten van gelijkstroom/ wisselstroom
weerstandsmeting.
BENNING CM 7
op
de
contactbussen
van
de
) van de
69