Logica SAFE=11 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 op, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten geactiveerd is
(STOP) (Afb.F, ref. 5).
De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=12 Ingang geconfigureerd als Bar cl, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen geactiveerd
is (STOP) (Afb.F, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het
openen veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE=13 Ingang geconfigureerd als Bar cl test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het
openen geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie
tijdens het openen veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=14 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 cl, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen geactiveerd is
(STOP) (Afb.F, ref. 5).
De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop.
(*) Als er inrichtingen type "D" geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halfjaarlijks onderhoud voorschrijven.
Logica CH= 0 - Commando geconfigureerd als Start E. Werking volgens de logica
Logica CH= 1 - Commando geconfigureerd als Start I. Werking volgens de Logica
Logica CH= 2 - Commando geconfigureerd als Open.
Het commando voert een opening uit.
Logica CH= 3 - Commando geconfigureerd als Close.
Het commando voert een sluiting uit.
Logica CH= 4 - Commando geconfigureerd als Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica
Logica CH= 5- Commando geconfigureerd als STOP.
Het commando voert een Stop uit
Logica CH= 6- Commando geconfigureerd als AUX1. (**)
Het commando activeert de AUX1-uitgang
Niet in gebruik
Logica CH= 7-
Logica CH= 8- Radiobediening geconfigureerd als AUX11 (**). Het commando activeert de AUX11 uitgang (alleen met uitbreidingskaart)
Logica CH= 9- Commando geconfigureerd als AUX3. (**)
IHet commando activeert de AUX3-uitgang
Logica CH= 10- Commando geconfigureerd als EXPO1. (**)
Het commando activeert de EXPO1-uitgang
Logica CH= 11- Commando geconfigureerd als EXPO2. (**)
Het commando activeert de EXPO2-uitgang
Logica CH= 12- Bediening geconfigureerd als HOFFELIJKHEIDSLICHT
De bediening activeert het licht met bistabiele logica. Ten minste één hulpuitgang moet worden ingesteld als een hoffelijkheidslicht.
(**) Alleen actief als de uitgang die geconfigureerd is als Monostabiel Radiokanaal, Hulplicht, Gebiedslicht, Traplicht, Radiokanaal of op tijd afgesteld Radiokanaal.
6) AANSLUITING MOTOREN Fig.E
7) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
7.1) "TRUSTED DEVICES" FIG. F
7.2) AANSLUITING VAN 1 STEL FOTOCELLEN NIET GECONTROLEERD AFB. C
7.3) AANSLUITING VAN 1 STEL FOTOCELLEN GECONTROLEERD AFB. D2
8) TOEGANG TOT DE MENU'S: FIG. 1
8.1) MENU PARAMETERS (PARA ) (TABEL "A" PARAMETERS)
8.2) MENU LOGICA'S (LOGIC) (TABEL "B" LOGICA'S)
8.3) MENU RADIO (radio) (TABEL "C" RADIO)
8.4) MENU DEFAULT (default)
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het herstel is het
noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
8.5) MENU TAAL (language)
Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld.
8.6) MENU AUTOSET (AUTOset)
• Een autoset-handeling opstarten door zich naar het daarvoor bestemde menu te begeven.
• Zodra de OK-knop wordt ingedrukt, wordt het bericht ".... .... .... " weergegeven, de centrale
bestuurt een openingsmanoeuvre gevolgd door een sluitingsmanoeuvre, tijdens welke
automatisch de minimale koppelwaarde wordt ingesteld die voor de beweging van de vleugel
noodzakelijk is. Het aantal manoeuvres noodzakelijk voor de autoset kan variëren van 1 tot
3. Tijdens deze fase is het belangrijk de verduistering van de fotocellen, alsmede het gebruik
van de commando's START, STOP en van het display te vermijden. Aan het einde van deze
handeling heeft de bedieningscentrale automatisch de optimale koppelwaarden ingesteld.
Deze controleren en eventueel wijzigen zoals beschreven in de programmering.
OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de
punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in
de norm EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik
van vervormbare randen.
Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie niet actief;
de installateur moet de beweging van het automatiseringssysteem controleren en
voorkomen dat personen of voorwerpen in de buurt komen van de actieradius van
het automatiseringssysteem of zich daarbinnen bevinden.
ELEKTRISCH SLOT
LET OP: Bij vleugels langer dan 3 m is de installatie van een elektrisch
slot noodzakelijk.
8.7)PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE
1. AUTOSET uitvoeren (*)
2. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder gaan naar punt
10 anders
3. Eventueel de parameters van de snelheid en gevoeligheid (kracht) aanpassen: zie tabel
parameters.
4. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder
gaan naar punt 10 anders
5. Een passieve rand toepassen
6. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder
gaan naar punt 10 anders
7. Beveiligingen aanbrengen die gevoelig zijn voor druk of elektriciteit (bijvoorbeeld actieve
rand) (**)
8. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder
gaan naar punt 10 anders
9. De beweging van de aandrijving alleen toestaan in de modus "Persoon aanwezig"
INSTALLATIEHANDLEIDING
Configuratie van de commando's radiokanalen
. Start extern voor beheer verkeerslicht.
step-by-step
ove nt
. Start intern voor beheer verkeerslicht.
step-by-step
ove nt
step-by-step
ove nt
10.Controleren of alle inrichtingen die de aanwezigheid in de manoeuvrezone detecteren
goed functioneren
(*) Voor de autoset uit te voeren, controleren of alle werkzaamheden betreffende de montage
en de veiligstelling goed zijn uitgevoerd zoals voorgeschreven door de waarschuwingen
voor de installatie in de handleiding van de motorisering.
(**) Afhankelijk van de risicoanalyse zou het evenwel nodig kunnen zijn gevoelige
veiligheidsinrichtingen aan te brengen
8.8) MENU REGELING EINDSCHAKELAAR (l. s w adj)
Voor de regeling van de eindschakelaar voor motoren voorzien van encoder; bovendien is
het voor de motoren voorzien van onafhankelijke eindschakelaarbedrading mogelijk om
de vleugel correct te positioneren voor de volgende regeling van de eindschakelaar. Voor
de niet-gespecificeerde motoren is het menu niet actief, en wordt op de display het bericht
"niet beschikbaar" weergegeven.
OPMERKING: deze manoeuvres worden uitgevoerd in de 'dodeman' modus aan begrensde
snelheid en zonder interventie van de veiligheden.
8.8.1) GIUNO ULTRA BT A20, GIUNO ULTRA BT A50
Plaats de vleugel met behulp van de toetsen "+/-" van de display in de gewenste positie.
Voor de regeling van de eindschakelaars wordt verwezen naar de instellingen betreffende de
regeling van de eindschakelaars aangeduid in de handleiding van de motor GIUNO ULTRA.
8.8.2) E5 BT A12, E5 BT A18
Plaats de vleugel behulp van de toetsen "+/-" in de positie die is aangeduid op de display
(opening of sluiting). Zodra de gewenste positie is bereikt, moet op de toets OK gedrukt
worden. In geval van motoren E5 is het mogelijk om de vleugel handmatig nabij de eind-
schakelaars te duwen door aan de poort zelf te duwen, en moet de poort daarna bewogen
worden met behulp van de toetsen "+/-" tot de mechanische aanslg wordt bereikt. Bevestig
de positie met OK, of via de afstandsbediening (eerder gememoriseerd).
8.9) MENU STATISTIEKEN
Hiermee kunt u de versie van de kaart, het totale aantal manoeuvres (in honderdtallen),
het aantal in het geheugen opgeslagen afstandsbedieningen en de laatste 30 fouten tonen
(de eerste 2 cijfers geven de positie aan, de laatste 2 de foutcode). De fout 01 is de meest
recente.
8.10) MENU PASSWORD
Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de kaart via het U-link"
netwerk.
Als het "BESCHERMINGSNIVEAU" van de logica is ingesteld op 1,2,3,4 wordt het password
gevraagd voor toegang tot het programmeringsmenu. Na 10 mislukte toegangspogin-
gen achtereen moet u 3 minuten wachten voor u een nieuwe poging kunt doen. Tijdens
deze periode toont het display bij iedere toegangspoging het bericht "BLOC". Het default
password is 1234.
9) DRUK EINDAANSLAG SLUITING Fig.G Ref. A-B
OPENINGSRICHTING Fig.E
10) OPTIONELE U-LINK MODULES
Zie de instructies van de U-link modules
Het gebruik van enkele modulen veroorzaakt een afname van het radiobereik. De installatie
aanpassen met een geschikte antenne afgestemd op 433MHz
OPGELET! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen.
LET OP: Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten
voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm
EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik
van vervormbare randen.
Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaande motoren uit
te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal opeenvolgende manoeuvres).
T
103
THALIA BT A80 -