2. Er komt een witte nevel uit de binnenunit.
•
In een ruimte met een hoge relatieve luchtvochtigheid kan een witte nevel ontstaan door een groot verschil
tussen luchtinlaat- en luchtuitlaattemperatuur tijdens het Koelen.
•
Wanneer de airconditioner weer start in de bedrijfsmodus Verwarmen kan er een witte nevel ontstaan door
vocht dat tijdens het koelen of drogen neerslaat op het oppervlak van de verdamper van de binnenunit.
3. De airconditioner maakt vreemde geluiden.
•
U kunt een zacht sissend geluid horen wanneer de compressor loopt of direct na het stoppen van de compressor.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat het koelmiddel gaat circuleren of de circulatie van het koelmiddel stopt.
•
U kunt ook een piepgeluid horen wanneer de compressor loopt of direct na het stoppen van de compressor. Dit
wordt veroorzaakt door het effect van temperatuurwisseling, uitzetten en inkrimpen, van de kunststof delen.
•
U kunt ook een geluid horen wanneer de stroom wordt ingeschakeld en het luchtuitblaasrooster naar zijn oor-
spronkelijke stand gaat.
4. Er komt stof uit de binnenunit.
•
Dit is normaal en doet zich voor wanneer de airconditioner lange tijd niet is gebruikt of wanneer deze voor het
eerst wordt gebruikt.
5. Er komt een vreemde geur uit de binnenunit.
•
Dit wordt veroorzaakt doordat de geuren van bouwmaterialen, meubilair of rook door de binnenunit worden
aangezogen en worden verspreid.
6. De airconditioner gaat vanuit Koelen of Verwarmen in Alleen Ventileren werken.
•
Wanneer de temperatuur in de ruimte de op de airconditioner ingestelde temperatuur heeft bereikt, stopt de
compressor automatisch en gaat de airconditioner over op Alleen Ventileren. De compressor start weer wanneer
de temperatuur in de ruimte stijgt (bij Koelen) of daalt (bij Verwarmen) tot de vooraf ingestelde waarde.
7.
Tijdens Koelen kan zich bij een hoge relatieve luchtvochtigheid (hoger dan 80%) condens vormen op het opper-
vlak van de binnenunit. Stel de horizontale lamel in op de maximum geopende stand en selecteer de hoge
"HIGH" ventilatorsnelheid.
8. Verwarmen.
•
De airconditioner neemt warmte op van de buitenunit en leidt deze tijdens de bedrijfsmodus Verwarmen naar
de binnenunit. Wanneer de buitentemperatuur daalt, zal ook de warmte die door de airconditioner wordt
opgenomen verminderen, waardoor de verwarmingscapaciteit van het binnendeel zal dalen.
9. Automatische herstart.
•
Bij een spanningsonderbreking tijdens de werking van de unit wordt deze volledig uitgeschakeld.
De airconditioner is voorzien van een Automatische herstartfunctie. Hierdoor blijven bij een spanningsonderbre-
king alle ingestelde waarden bewaard in het geheugen en start de unit automatisch wanneer de stroomvoor-
ziening weer is hersteld.
10. Detectiesysteem voor lekkage koudemiddel.
•
De airconditioner is uitgerust met een detectiesysteem voor eventuele lekkage van koudemiddel. Wanneer de
buitenunit een tekort aan koudemiddel signaleert, stopt het apparaat en de binnenunit toont het alarm EC op
het display. Herstart het apparaat niet en neem contact op met uw leverancier.
1
151