3. Lijn het werkstuk uit en klem het vast (zie
hoofdstuk "Het werkstuk klemmen").
4. Sluit de kolomboor aan op de voeding.
5. Schakel de kolomboor in (zie hoofdstuk "In-/
uitschakelen").
6. Beweeg voor het boren de handgreep voor de
boordiepte (4) gelijkmatig, tot de gewenste
boordiepte bereikt is. Opmerking: onderbreek
het boren kort tijdens het boren in metaal, om
de spaanders los te maken.
7. Zet na het bereiken van de boordiepte de
hendel voor de boordiepte (4) opnieuw in de
oorspronkelijke positie.
8. Schakel de kolomboor uit.
Optimaal gebruik
• De aanvoer van de boor, de beweging van het
boorbit, gebeurt handmatig door middel van de
hendel voor de boordiepte (4)
• De snijsnelheid wordt beïnvloed door de boor-
snelheid en de diameter van het bit.
• De levensduur van boorbits wordt grotendeels
bepaald door de toevoersnelheid en de assnel-
heid. De algemene regel is: Kies een lagere
snelheid voor boorbits met grote diameter.
• Verminder voor metalen werkstukken de
voedingssnelheid en de snijsnelheid en koel
het boorbit met boorolie. Metalen werkstukken
moeten in het midden geperforeerd worden
voordat er in geboord wordt.
• Gebruik voor grotere gaten in metaalplaat een
lage voedingssnelheid en snijdruk, zodat het
boorbit niet "vast" komt te zitten en de boring
dimensionaal nauwkeurig is.
• Effectief uitwerpen van spaanders wordt gehin-
derd en het boorbit wordt warmer bij het boren
van diepe gaten (dieper dan 2 keer de diameter
van het boorbit). Verlaag de aanvoersnelheid
en boorsnelheid en trek het bit herhaaldelijk
uit het gat om het uitwerpen van spaanders te
verbeteren.
• Bij het boren van gaten met een diameter groter
dan 8 mm, wordt voorboren aanbevolen om
vroegtijdige slijtage en spanning op de boortip
te voorkomen.
WWW.VONROC.COM
Transport
Houd de kolomboor bij het transporteren vast
met beide handen op de basisplaat (5) of met één
hand op de behuizing van de boor (1). Draag het
elektrisch gereedschap niet met de hendel voor de
boordiepte (4).
5. ONDERHOUD
Schakel de machine altijd uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat
u deze reinigt of onderhoud uitvoert.
Maak de behuizing van de machine regelmatig
schoon met een zachte doek, bij voorkeur na ieder
gebruik. Controleer of de ventilatieopeningen vrij
zijn van stof en vuil. Verwijder hardnekkig vuil met
een zachte doek, vochtig gemaakt met een zeepop-
lossing. Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
alcohol, ammoniak, enzovoorts. Chemicaliën
zoals deze kunnen de synthetische componenten
beschadigen.
MILIEU
Niet goed functionerende en/of afgedankte
elektrische of elektronische apparaten
moeten bij de juiste inzamelpunten voor
recycling worden aangeboden.
Alleen voor landen in de EG
Gooi geen elektrisch gereedschap bij het huisvuil.
Volgens de Europese richtlijnen 2012/19/EU voor Af-
gedankte Elektrische en Elektronische apparatuur en
de implementatie daarvan in nationaal recht, moet
elektrische gereedschap dat niet meer bruikbaar is,
apart worden ingezameld en op een milieuvriendelij-
ke wijze worden verwerkt.
GARANTIE
Producten van VONROC worden op basis van de
hoogste kwaliteitsnormen ontwikkeld en zijn gega-
randeerd vrij van defecten, zowel voor wat betreft
het materiaal als de afwerking, gedurende de door
de wet bepaalde periode, startend vanaf de datum
van de originele aankoop. Mocht het product
gedurende deze periode enige storingen vertonen
als gevolg van gebrekkig materiaal en/of gebrek-
kige afwerking, dient direct contact met VONROC
opgenomen te worden.
NL
41