10. Transport
De machine mag alleen worden gehesen en getrans-
porteerd door middel van de riemenkast en het onder-
stel. Nooit optillen aan de veiligheidsvoorzieningen of
de stelhendels voor transport.
Voor het transport moet de machine worden losgekop-
peld van het stroomnet.
11. Reiniging en onderhoud
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat
u instel-, onderhouds- of reparatiewerkzaamhe-
den uitvoert.
m Werkzaamheden die niet in deze gebruikshand-
leiding worden beschreven, door een gespeciali-
seerde werkplaats laten uitvoeren. Gebruik uit-
sluitend originele onderdelen. Laat het apparaat
altijd afkoelen voordat onderhouds- of reinigings-
werkzaamheden worden uitgevoerd.
Er bestaat gevaar voor brandwonden!
Controleer het apparaat voor elk gebruik op zichtbare
defecten, zoals losse, versleten of beschadigde on-
derdelen, of loszittende bouten of andere onderdelen.
Vervang beschadigde onderdelen.
• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen. Chemi-
sche stoffen kunnen de kunststof onderdelen van
het apparaat aantasten. Reinig het apparaat nooit
onder stromend water.
• Reinig het apparaat grondig na elk gebruik.
• Reinig de ventilatieopeningen en het oppervlak van het
apparaat met een zachte borstel, een kwast of een doek.
• Verwijder spaanders, stof en vuil zo nodig met een
stofzuiger.
• Smeer bewegende delen regelmatig.
• Zorg dat er geen smeermiddelen op schakelaars,
V-snaar, aandrijfschijven en boorarmen terechtkomen.
m WAARSCHUWING:
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u
instelwerkzaamheden uitvoert.
Instelling van de laser (afb. 15, 16)
De laser (13) vormt een dradenkruis in het midden van
de boor. Als de laserlijnen niet samenkomen in het mid-
den van de boor, moet de laser worden afgesteld.
De laser kan worden afgesteld met behulp van de stel-
schroeven (T).
72 | NL
Klem een boor in de boorkop (5).
Plaats de boortafel (3) zo dicht mogelijk tegen de boor.
Draai de borgmoeren (W) los.
De laserlijnen kunnen worden afgesteld door stel-
schroef (T) draaien.
Stel de laserlijnen dusdanig af dat ze elkaar in het mid-
den van de boorpunt kruisen.
Instellen van de spiltrekveer (afb. 9)
Het kan noodzakelijk zijn dat de spiltrekveer moet wor-
den ingesteld, omdat de spanning is gewijzigd en daar-
door de spil te snel of te langzaam terugschiet.
1.
Voor meer vrije werkruimte laat u de tafel zakken.
2.
Werkzaamheden aan de linkerzijde van de boorm-
achine.
3.
Zet een schroevendraaier in de voorste onderste
groef (L) en zorg dat deze op dit punt blijft.
4.
Verwijder de buitenste moer (O) met een steeks-
leutel (SW16).
5.
Met de schroevendraaier nog in de groef draait u
de binnenste moer (N), tot de groef losraakt van
de naaf (P).
LET OP! Veer staat onder druk!
6.
Draai met een schroevendraaier voorzichtig de
veerkap (M) tegen de wijzers van de klok in tot u
de groef in de naaf (P) kunt drukken.
7.
Laat de spil in de laagste positie zakken en houd
de veerkap (M) in positie. Als de spil zich op en
neer beweegt, zoals u wilt, haalt u de binnenmoer
(N) weer aan.
8.
Als deze te los is, herhaalt u de stappen 3-5. Als
deze te vast zit, dient u de omgekeerde volgorde
uit te voeren.
9.
Borg de buitenste moer (O) tegen de binnenste
moer (N) met een steeksleutel.
AANWIJZING: Niet te ver aanhalen en niet de be-
weging van de spil beperken!
Service-informatie
Let op dat bij dit product de volgende delen onderhevig
zijn aan gebruiksmatige of natuurlijke slijtage, resp. de
volgende delen als verbruiksmateriaal wordt gebruikt.
Slijtageonderdelen*: Koolborstels; V-snaar, accu's,
boren
* niet persé in de leveringsomvang opgenomen!
Neem in het geval van reserveonderdelen en accessoi-
res contact op met ons servicecentrum. Scan hiervoor
de QR code op de voorpagina.
www.scheppach.com