Omgevingsspecificaties
Deze omgevingscondities moeten binnen het aangegeven bereik blijven om de juiste werking van de
printer te garanderen. Nalaten dit te doen, kan problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken of
gevoelige elektronische onderdelen beschadigen.
Relatieve vochtigheid voor optimale afdrukkwaliteit
Temperatuurbereik voor optimale afdrukkwaliteit
Temperatuurbereik voor afdrukken
Temperatuurbereik wanneer niet in gebruik
Temperatuurgradiënt
Maximumhoogte bij afdrukken
OPMERKING:
OPMERKING:
locatie, kan water uit de atmosfeer condenseren op de onderdelen en patronen van de printer, wat kan
resulteren in lekkende inkt en afdrukfouten. In dit geval raadt HP aan dat u ten minste 3 uur wacht voor
u de printer aanzet of de inktpatronen installeert, zodat het condensaat kan verdampen.
Naast het controleren van de temperatuur, de vochtigheid en de temperatuurgradiënt zijn er andere
omgevingscondities waar tijdens de plaatsing aan tegemoet moet worden gekomen.
Installeer de printer niet waar deze bloot zal staan aan direct zonlicht of een sterke lichtbron.
●
Installeer de printer niet in een stoffige omgeving. Verwijder opgehoopt stof voor u de printer in de
●
omgeving plaatst.
Ventilatie en airconditioning
Zoals bij de installatie van alle apparatuur dient de airconditioning of ventilatie in het werkgebied
rekening te houden met de warmteontwikkling van de printer om een comfortabel niveau van de omgeving
te behouden. Het maximale vermogensverlies is 4,8 kW (16,4 kBTU/u).
Airconditioning en ventilatie moeten overeenkomen met plaatselijke richtlijnen en regelgeving op het
gebied van milieu, gezondheid en veiligheid. Raadpleeg uw vaste airconditioning- of EHS-specialist voor
advies over de juiste maatregelen voor uw locatie.
Voor een gestructureerde aanpak van adequate ventilatie kunt u ook de ANSI/ASHRAE (American Society
of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers) 62,1-2007 Ventilation for Acceptable Indoor
Air Quality raadplegen. Zo wordt bijvoorbeeld een minimaal uitlaattempo van 2,5 L/s.m² (0,50 cfm/ft²)
verse lucht aanbevolen voor ruimtes waar kopieermachines en printers staan.
OPMERKING:
OPMERKING:
de ruimte binnendringt.
NLWW
de printer moet binnenshuis blijven.
als de printer of inktpatronen zijn verplaatst van een koude naar een warme en vochtige
de ventilatie- en airconditioningeenheden mogen niet direct op de printer blazen.
het behouden van een positieve luchtdruk in de printerruimte helpt voorkomen dat stof
20-80%, afhankelijk van substraattype
18 tot 25°C (64 tot 77°F), afhankelijk van substraattype
15 tot 30°C (59 tot 86°F)
-25 tot +55℃ (-13 tot +131℉)
niet meer dan 10°C/u (18°F/u)
3000 m (10000 ft)
Vereisten voor fysieke ruimte
3