1.
Veiligheidsvoorschriften
Hoewel u waarschijnlijk al bekend bent met dit product of soortgelijk product, wordt het ten zeerste
aangeraden om deze handleiding te lezen alvorens u probeert het product te bedienen, te installeren of te
onderhouden. Bestudeer a.u.b. grondig de inhoud voor u de takel in gebruik neemt. Ook als u al bekend
bent met dit product of een soortgelijk product, wordt het ten zeerste aangeraden om deze handleiding
zorgvuldig te lezen alvorens u het product wil gaan bedienen, installeren of onderhouden.
De meeste ongelukken waar een takel bij betrokken is, zijn het gevolg van het overtreden van de
veiligheidsvoorschriften tijdens de bediening en/of het ontbreken van inspectie- en onderhoud
procedures.
Enkel getraind en gekwalificeerd personeel mag dit product bedienen en onderhouden. Wij adviseren dat
al het personeel dat de takel bedient en onderhoudt deze handleiding grondig doorleest om er vertrouwd
mee te raken. Daarnaast adviseren wij om deze handleiding in de buurt te houden als naslagwerk alvorens
u begint met het bedienen, het onderhouden en het testen van het product. Vanwege de complexe
aspecten van deze takel en de omgeving waarin hij wordt bediend, kunnen er situaties ontstaan die niet in
detail worden besproken in deze handleiding.
2.
Productwaarschuwingen
Onderstaande benamingen gebruiken we om de mate of het niveau van de ernst van het gevaar te
typeren. Volg alle instructies en waarschuwingen op. Wanneer u het materieel niet bedient zoals
voorgeschreven in de handleiding, dan kan dit resulteren in letsel of materiële schade.
Waarschuwing ('Warning')
Wijst op dreigend gevaar dat, wanneer het niet wordt opgelost, kan leiden tot de dood of
ernstig letsel en materiële schade.
Let op ('Caution')
Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, wanneer deze niet wordt voorkomen, kan
leiden tot gering tot matig letsel of materiële schade
Gevaar ('Danger')
Wijst op dreigend gevaar dat, Wanneer het niet wordt afgewend, leidt tot de dood of
ernstig letsel en materiële schade
4
Niet doen
1.
Bedien de takel NIET wanneer u nog niet de handleiding voor bediening, onderhoud en onderdelen hebt
gelezen.
2.
Gebruik de takel NIET om mensen op te tillen, te ondersteunen of te vervoeren.
3.
Til ladingen NIET over mensen heen.
4.
Bedien de takel NIET als er zich nog mensen bij de lading zijn.
5.
Bedien NIET een takel die is aangepast zonder goedkeuring van de fabrikant of zonder certificaat van
overeenstemming met B30 volumes van ANSI/ASME.
6.
Bedien NIET een takel tenzij de hijs stroppen of andere goedgekeurde enkelvoudige hulpstukken de
juiste afmetingen hebben en vast zitten in de haak.
7.
Gebruik de ketting NIET als strop. Wikkel de ketting NIET om de lading heen.
8.
Gebruik de takel NIET wanneer deze een verdraaide, geknikte, beschadigde of versleten lastketting
heeft.
9.
Bedien NIET een takel waarvan de veiligheidsplaatjes ter aanduiding van een veilige werkplek ontbreken
of onleesbaar zijn.
10.
Bedien NIET een beschadigde of slecht functionerende takel.
11.
Verwijder of verberg NIET het waarschuwing label op de takel.
12.
Hef NIET meer dan het nominale draagvermogen van de takel.
13.
Bevestig de lading NIET als de lastketting niet goed is verankerd in een of meerdere ketting tandwielen
bevind.
14.
Bedien de takel NIET wanneer deze niet van haak naar haak een rechte lijn kan vormen in de laad
richting.Overschrijd tijdens bediening NIET de limieten die van toepassing zijn op het transport van de
lastketting.
15.
Laat de lading NIET onbemand achter tenzij er voorzorgsmaatregelen getroffen zijn.
16.
Bevestig de lading NIET op het uiteinde van de haak of op de haak vergrendeling.
17.
Probeer NIET de lastketting langer te maken. Probeer ook NIET de beschadigde lastketting te repareren.
18.
Bevestig de lading NIET als de lagers gelijke belasting van alle last dragende kettingen verhindert.
19.
Bedien de takel NIET wanneer de lading niet correct onder de takel is gecentreerd.
20.
Bedien de takel NIET wanneer deze niet veilig is bevestigd aan een geschikte steun.
21.
Gebruik de lastketting of haak NIET als elektrische massa voor het lassen.
22.
Zorg ervoor dat de lastketting of haak NIET wordt aangeraakt door een elektrische laselektrode
Wel doen
1.
Schakel een takel onmiddellijk uit wanneer deze een storing geeft of abnormaal functioneert. Geef een
dergelijke storing door.
2.
Waarschuw personeel wanneer er een lading nadert.
3.
Verzeker u ervan dat de eindschakelaars van de takel goed functioneren.
4.
Houd speling nauwlettend in de gaten - verzeker u ervan dat de belasting in balans is en dat de last
vergrendeling veilig werkt alvorens u doorgaat.
5.
Bescherm de lastketting van de takel tegen las spetters of andere schadelijke, verontreinigende stoffen.
5