Het in bedrijf stellen
van de DOSATRON
IN GEBRUIK NEMEN (voor de eerste keer)
- Open de wateraanvoer gedeeltelijk.
- Druk de ontluchtknop boven op de DOSATRON in (Fig. 6)
- Wanneer een constante stroom water langs de ontlucht-knop
stroomt (geen sputteren meer), de knop loslaten.
- Open nu de wateraanvoer helemaal, de DOSATRON is
zelfaanzuigend.
- Laat de DOSATRON werken totdat de injectievloei-stof
in de doseerbuis opgezogen is (de injectievloeistof
is door de heldere zuigslang te zien).
- De DOSATRON maakt een karakteristiek klikkend
geluid wanneer hij in bedrijf is.
NOTA : De tijd welke nodig is om de zuigslang
te vullen is afhankelijk van de doorstroming, de
ingestelde dosering en de lengte van de zuigslang.
Om de lucht zo snel mogelijk uit de zuigslang te krijgen en het aanzuigen te
versnellen moet de dosering op maximum gezet worden. Zodra de vloeistof
aangezogen is kan de dosering op de gewenste stand ingesteld worden (zie
§ INSTELLEN VAN DE DOSERING).
GEBRUIK
Het apparaat is ontworpen voor vloeistoffen met een maximale temperatuur
van 40°C* (transportvloeistof, additief, transportvloeistof/additief). Indien de
installatie blootstaat aan een temperatuur van minder dan 5°C, moet de
installatie worden beveiligd tegen vorstschade (zie voorzorgsmaatregelen in
handleiding). De doseerpompen zijn ontworpen voor een werkdruk tot 6 bar.
De installatie moet worden beveiligd tegen overdruk.
Bovendien moet de installatie zo worden bemeten dat drukschommelingen
(waterslag) worden vermeden. Zo nodig dient er een waterslagdemper
geïnstalleerd te worden om dit te voorkomen.
*Certificering: zie de paragraaf Codering.
©
DOSATRON INTERNATIONAL S.A.S / 183
INSTELLEN VAN DE DOSERING (pomp niet onder druk)
BELANGRIJK ! Geen gereedschap gebruiken. Het instellen van de dosering
mag nooit onder druk plaatsvinden.
- Sluit de kraan aan de inlaatzijde en laat de drukwegvallen.
- Draai de conische moer/blokkeerring los (Fig. 7).
- Draai de doseermoer links- of rechtsom zodat de afstelnaad in het oog van
de afstelring overeenkomt met de gewenste dosering (Fig.8)
- Draai de blokkeerring weer vast (Fig. 9).
Fig. 7
Fig. 6
DOSEERPRINCIPE
Uitgangspunt: instelling op 1% - 1/100 = 1 deel injectievloeistof plus 100
delen water.
GEÏNTEGREERDE BYPASS
De DOSATRON kan uitgevoerd zijn met een bypass knop (optie):
- Bypass op ON, de DOSATRON is in bedrijf en de injectievloeistof wordt
opgezogen.
- Bypass op OFF, de DOSATRON staat uit en de injectievloeistof wordt niet
opgezogen.
%
2
Fig. 8
©
DOSATRON INTERNATIONAL S.A.S / 184
Fig. 9