Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
3.2 Werkstuk en verbindingspunt
Bij verschillende materiaaldiktes moet het
dunnere werkstuk op de matrijs zitten. Het
dunnere werkstuk bepaalt de maximale af-
schuifsterkte, lees Dwarskrachten [} 69].
Het verbindingspunt kan in twee richtingen
worden gemaakt. Daartoe moeten de stem-
pel en matrijs in de matrijs dienovereenkom-
stig worden uitgelijnd, lees Verbindingspunt
draaien
[} 315].
F
1
1
Dwars (100 % schuifsterkte)
2
Langs (50 % schuifsterkte)
Het midden van het verbindingspunt moet
minimaal 8 mm van de werkstukrand af lig-
gen.
8 mm
2
8 mm
8 mm
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
3.3 Verbindingspunt controlemaat
x
Verbindingspuntbreedte
Afhankelijk van het type matrijs en de materi-
aaldikte moet de voegpuntbreedte binnen de
volgende grenzen liggen:
Matrijsty-
Maximale tota-
pe
le materiaal-
dikte staal
1
0,8 - 1,5 mm
2
1,6 - 2,0 mm
2+
2,1 - 2,5 mm
3-
2,6 - 3,0 mm
3
3,1 - 3,5 mm
3.4 Dwarskrachten
De dwarskrachten variëren afhankelijk van
de dikte en de treksterkte van het materiaal.
De maximale schuifsterkte wordt behaald als
beide materialen dezelfde weerstand en
treksterkte hebben.
F(N)
2500
2000
1500
1000
500
0
0,5
F
Breuklast
R
Treksterkte materiaal in N/mm
m
s
Enkele materiaaldikte
X
Controlemaat
verbindings-
puntbreedte
4,0 - 4,5 mm
3,5 - 4,5 mm
3,4 - 4,5 mm
3,8 - 4,5 mm
3,6 - 4,5 mm
R
=600
R
=400
m
m
R
=200
m
0,75
1
1,25
1,5
1,75
s(mm)
2
69
NL
Publicidad
