Descargar Imprimir esta página

Metabo KS 85 Instrucciones De Manejo página 26

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 38
00_7920IVZ.book Seite 26 Mittwoch, 8. März 2006 3:07 15
NL
NEDERLANDS
f) Gebruik bij het zagen in de lengterichting altijd
een aanslag of een rechte kantgeleiding. Hier-
door wordt de zaagprecisie verbeterd en de moge-
lijkheid dat het zaagblad klemt tegengegaan.
g) Gebruik altijd zaagbladen die de juiste grootte
en de juiste opnameboring hebben (bijv. ruit-
vormig of rond). Zaagbladen die niet bij de monta-
gedelen van de zaag passen, lopen scheef en leiden
tot verlies van controle.
h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde zaag-
blad-onderlegschijfjes of -schroeven. De zaag-
blad-onderlegschijfjes en -schroeven zijn speciaal
voor uw zaag geconstrueerd, met het oog op opti-
male prestaties en veiligheid.
De oorzaken van een terugslag en hoe deze te
voorkomen:
-Een terugslag is de plotselinge reactie van een
zaagblad dat blijft haken, klemt of verkeerd is afge-
steld, een reactie die ertoe leidt dat een ongecon-
troleerde zaag omhoogkomt en zich uit het
werkstuk in de richting van de bediener beweegt;
-Wanneer het zaagblad blijft haken of klem komt te
zitten in een zaagvoeg die zich sluit, raakt het gelok-
keerd. Door de motorkracht wordt het apparaat dan
in de richting van de bediener teruggeslagen;
-Wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of
verkeerd afgesteld, dan kunnen de tanden van de
achterste zaagbladkant in het oppervlak van het
werkstuk blijven haken, waardoor het zaagblad uit
de zaagvoeg naar buiten komt en terugspringt in de
richting van de bediener.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd
gebruik van de zaag. Deze kan worden verhinderd
door passende veiligheidsmaatregelen te nemen,
zoals hieronder beschreven.
a) Houd de zaag met beide handen vast en breng
uw armen in zo'n positie dat u bij de kracht van
de terugslag stand kunt houden. Blijf altijd aan
de zijkant van het zaagblad en zorg ervoor dat
het nooit in één lijn met uw lichaam komt. Bij een
terugslag kan de cirkelzaag naar achteren springen,
maar de bediener kan de terugslagkrachten
beheersen wanneer er passende maatregelen zijn
genomen.
b) Indien het zaagblad klemt of het zagen om een
andere reden wordt onderbroken, laat u de in-
uit-schakelaar los en houdt u de zaag rustig in
het materiaal tot het zaagblad volledig stilstaat.
Probeer nooit om de zaag uit het werkstuk te
halen of hem naar achteren te trekken, zolang
het zaagblad beweegt of wanneer er een
terugslag kan plaatsvinden. Zorg ervoor dat u de
oorzaak voor het klemmen van het zaagblad vindt en
los het probleem op door de juiste maatregelen te
nemen.
c) Wanneer u een zaag die in het werkstuk steekt
weer wilt starten, centreert u het zaagblad in de
26
zaagvoeg en controleert u of de zaagtanden niet
in het werkstuk zijn blijven haken. Klemt het zaag-
blad, dan kan het uit het werkstuk komen of een
terugslag veroorzaken op het moment dat de zaag
opnieuw wordt gestart.
d) Ondersteun grote platen om het risico van een
terugslag door een klemmend zaagblad te
verminderen. Grote platen kunnen doorbuigen
onder hun eigen gewicht. Platen dienen aan beide
zijden te worden ondersteund, zowel bij de zaag-
voeg als bij de rand.
e) Gebruik geen stompe of beschadigde zaagb-
laden. Zaagbladen met stompe of verkeerd afge-
stelde tanden resulteren door een te nauwe zaag-
voeg in een grotere wrijving, het klemmen van het
zaagblad en een terugslag.
f) Trek voor het zagen de zaagdiepte- en zaag-
hoekinstellingen vast. Wanneer u tijdens het zagen
de instellingen verandert, kan het zaagblad beklemd
raken en treedt er mogelijk een terugslag op.
g) U dient heel voorzichtig te werk te gaan bij het
uitvoeren van een „invalzaagsnede" in een
verborgen gebied, bijv. een bestaande wand. Het
zaagblad kan bij het zagen in verborgen objecten
geblokkeerd raken en een terugslag veroorzaken.
---------------------------------------------------
a) Controleer voor het gebruik altijd of de
onderste beschermkap correct sluit. Gebruik de
zaag niet wanneer de onderste beschermkap
niet vrij kan bewegen en niet direct sluit. Klem of
maak de onderste beschermkap nooit vast in
een geopende positie. Wanneer de zaag per
ongeluk op de grond valt, kan de onderste
beschermkap worden verbogen. Zorg ervoor dat de
beschermkap zich vrij beweegt en bij geen enkele
snijhoek en -diepte het zaagblad of andere delen
raakt.
b) Controleer de functie van de veer bij de
onderste beschermkap. Wanneer de onderste
beschermkap en veer niet correct functioneren,
wacht dan alvorens het apparaat te gebruiken. Door
beschadigde onderdelen, kleverige afzettingen of
ophopingen van spanen werkt de onderste
beschermkap trager.
c) Open de onderste beschermkap alleen met de
hand bij speciale zaagsnedes, zoals „inval- en
hoekzaagsnedes". Open de onderste
beschermkap met de terugtrekhendel en laat
deze los zodra het zaagblad in het werkstuk is
binnengedrongen. Bij alle andere zaagwerkzaam-
heden moet de onderste beschermkap automatisch
functioneren.
d) Leg de zaag niet op de werkbank of de vloer
zonder dat de beschermkap het zaagblad
bedekt. Door een onbeschermd, nalopend zaag-
blad wordt de zaag tegen de zaagrichting in
bewogen en zaagt hij wat hij op zijn weg tegenkomt.
Let hierbij op de nalooptijd van de zaag.

Publicidad

loading