Voorzichtig
■
Voorzie best een vertraging van 10 minuten voordat het alarm
afgaat wanneer de temperatuur wordt overschreden als de units
worden gebruikt voor toepassingen met temperatuuralarm-
instellingen. De unit kan verscheidene minuten stoppen tijdens
de normale werking om "de binnenunit te ontdooien" of in de
"thermostaat-stop"-werking.
■
Het gebeurt maar al te vaak dat onderdelen die onder stroom
staan per ongeluk worden aangeraakt.
Laat de unit nooit alleen achter tijdens de installatie of service
wanneer het servicepaneel is verwijderd.
■
Aard de unit.
Houd u bij de aardingsweerstand aan de nationale regelgeving.
Sluit de aardleiding niet aan op een gas- of water-
leiding, een bliksemafleider of een telefoonaarding.
Onvolledige
aarding
kan
veroorzaken.
■ Gasleiding.
Ontbranding of ontploffing mogelijk bij gaslekken.
■ Waterleiding.
Harde plastic leidingen vormen geen goede aarding.
■ Bliksemafleider of telefoonaarding.
Het elektrisch potentiaal kan abnormaal hoog stijgen bij een
blikseminslag.
■
Installeer een aardlekschakelaar.
Wanneer u geen aardlekschakelaar installeert, kan dit leiden tot
elektrische schokken en brand.
■
Installeer de afvoerleiding in overeenstemming met deze
montagehandleiding om voor een goede afvoer te zorgen, en
isoleer de leiding om condensvorming te voorkomen. Zie de
combinatietabel in "Algemene informatie" op pagina 1.
Een slechte afvoerleiding kan leiden tot waterlekken en natte
meubels.
■
Installeer de binnen- en buitenunits, de stroomkabel en de
verbindingsdraad op minstens 1 meter van televisietoestellen of
radio's om beeldstoringen of ruis te voorkomen.
(Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1
meter soms niet om ruis te voorkomen.)
■
Spoel de buitenunit niet af. Dit kan kortsluiting of brand
veroorzaken.
■
Installeer de unit niet op een van de volgende plaatsen:
■ In de aanwezigheid van dampen van mineraalolie, oliespray
of dampen, zoals bijvoorbeeld in een keuken.
De kwaliteit van de plastic onderdelen kan verminderen en
ze kunnen uit het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
■ Waar corrosieve gassen, zoals zwavelzuurgassen worden
geproduceerd.
Corrosie aan de koperen leidingen of gesoldeerde delen kan
leiden tot koelmiddellekken.
■ In de aanwezigheid van apparatuur die elektromagnetische
golven genereert.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem
storen, zodat het toestel slecht zou werken.
■ In de aanwezigheid van mogelijke lekken van ontvlambare
gassen, van koolstofvezels of ontbrandbaar stof in de lucht of
waar wordt gewerkt met vluchtige ontvlambare stoffen, zoals
thinner of benzine.
Dergelijke gassen kunnen brand veroorzaken.
■ Waar de lucht een hoog zoutgehalte bevat zoals in de buurt
van de kust.
■ Waar de spanning sterk schommelt, zoals in een fabriek.
■ In voertuigen of schepen.
■ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
■
Laat geen kind op de buitenunit klimmen en zet niets op de unit.
Als iets of iemand eraf valt, kan dit letsel veroorzaken.
■
Raak geen koelmiddel aan dat uit de aanslutingen van de
koelmiddelleidingen is gelekt.
Anders kan u vrieswonden oplopen.
RRRQ011~016AAV1+Y1
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW55782-1B
elektrische
schokken
4.
I
NSTALLATIE VAN DE UNIT
4.1. Keuze van de installatieplaats
■
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren gaan nestelen in de buitenunit.
■
Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen
kunnen
veroorzaken. Gelieve de klant te zeggen de ruimte
rond de unit schoon te houden.
1
Zoek voor de opstelling van de unit een plaats waar aan de
volgende omstandigheden wordt voldaan en die de goedkeuring
van uw klant kan wegdragen.
-
Plaatsen die goed worden geventileerd.
-
Plaatsen waar de unit geen overlast veroorzaakt voor de
buren.
-
Veilige plaatsen die bestand zijn tegen het gewicht en de
trillingen van de unit en waar de unit gelijkvloers kan worden
geïnstalleerd.
-
Waar geen brandbaar gas of product kan weglekken.
-
De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving
met ontploffingsgevaar.
-
Plaatsen waar altijd voldoende ruimte voor onderhoud is.
-
Plaatsen waar de lengte van de leidingen en de bedrading
van de binnen- en buitenunits de maximaal toegestane
maten niet overschrijden.
-
Plaatsen waar lekwater van de unit geen schade aan de
standplaats kan veroorzaken (bijvoorbeeld wanneer de
afvoer verstopt is).
-
Plaatsen waar regen zoveel mogelijk wordt vermeden.
2
Als de unit op een nogal winderige plaats wordt opgesteld, dient
speciaal op het volgende te worden gelet.
Een harde wind van 5 m/s of meer tegen de luchtuitlaat van de
buitenunit kan kortsluiting (aanzuiging van afgevoerde lucht)
veroorzaken. Dit kan de volgende gevolgen hebben:
-
Slechtere bedrijfscapaciteit.
-
Vaak snellere ijsvorming.
-
Onderbreking van de werking door te hoge druk.
-
Wanneer er voortdurend een sterke wind op de voorkant van
de unit blaast, kan de ventilator heel snel gaan draaien totdat
hij defect raakt.
Zie de afbeeldingen voor installatie van deze unit op een plaats
waar u de windrichting kan voorzien.
storingen,
rook
of
brand
Montagehandleiding
3