■
Monteer een leiplaat op de zijde van de buitenunit waar de lucht
wordt aangezogen en plaats de uitlaatzijde zo dat deze een
rechte hoek vormt met de windrichting:
2
1
Leiplaat
2
Sterke wind
3
Uitgeblazen lucht
■
Draai de kant van de luchtuitlaat naar de muur van het gebouw,
een schutting of een windscherm.
Zorg dat er voldoende ruimte is voor de installatie.
■
Plaats de uitlaatzijde in een rechte hoek ten opzichte van de
windrichting.
Krachtige wind
Blaasrichting
van de lucht
3
Maak een waterafvoerkanaal rond de basis, zodat het afvalwater
wegloopt (lokaal te voorzien).
4
Als het water niet goed wordt afgevoerd van de unit, plaatst u de
unit op een fundering van betonblokken en dergelijke (de hoogte
van de fundering mag maximaal 150 mm bedragen).
5
Als u de unit op een raamwerk plaatst, moet u op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit een waterdichte plaat
aanbrengen om te voorkomen dat van onder af water kan
binnendringen.
6
Wanneer de unit wordt geïnstalleerd op een plaats die dikwijls
wordt blootgesteld aan sneeuw, moet de fundering zo hoog
mogelijk worden geplaatst.
Montagehandleiding
4
7
8
2
1
Krachtige wind
Afhankelijk van de omgeving kan de buitenunit een kortsluiting
veroorzaken. Gebruik dus de jaloezieën (lokaal te voorzien).
Als u de unit op een frame installeert,
plaats dan een waterbestendige plaat
(lokaal te voorzien) (op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit) of
gebruik
een
afvoerkit
combinatietabel in "Algemene informatie"
op pagina 1) om druppelend afvoerwater
te voorkomen. (Zie afbeelding).
De in deze handleiding beschreven uitrusting kan elektro-
nische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-
energie. De uitrusting voldoet aan specificaties die een
redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke
interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie
geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden
gegeven.
Het is dan ook aan te raden de uitrusting en elektrische
draden op een gepaste afstand te monteren van
stereotoestellen, pc's enz. (Zie afbeelding 2)
1
Pc of radio
2
Binnenunit
3
Buitenunit
In veeleisende omstandigheden moet de afstand 3 m of
meer bedragen en moeten de voedings- en transmissie-
leidingen in kabelbuizen liggen.
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
(zie
de
RRRQ011~016AAV1+Y1
4PW55782-1B