Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
3.5
Hoofdbedrijfsmodus instellen
Toestel in-/uitschakelen
▶ Toets K indrukken, om het toestel aan of uit te schakelen.
Het toestel start in de ingestelde bedrijfsmodus of schakelt uit. Het
herinschakelen is ter beveiliging van het toestel pas na enige tijd mo-
gelijk.
Ook in uitgeschakelde toestand kunnen instellingen worden uitgevoerd.
Het toestel bewaart de instellingen, ook bij stroomuitval.
Na de uitschakeling blijft het toestel in stand-bybedrijf.
Na een stroomuitval start het toestel automatisch opnieuw op. Dit kan
conflicten tussen de weergaven veroorzaken, die tijdens de bediening
automatisch worden opgelost.
automatisch bedrijf
In automatisch bedrijf schakelt het toestel afhankelijk van de ingestelde
temperatuur automatisch tussen cv-, koel-, ventilator- en ontvochti-
gingsbedrijf.
▶ Druk toets Mode zo vaak in tot
▶ Gewenste temperatuur met toetsen . en / instellen.
In automatisch bedrijf kan de ventilatorstand niet worden ingesteld.
Koelmodus
▶ Druk toets Mode zo vaak in tot
▶ Toets
net zo vaak indrukken, tot de gewenste ventilatorsnelheid
is bereikt.
▶ Gewenste temperatuur met toetsen . en / instellen.
Ventilatorbedrijf
▶ Druk toets Mode zo vaak in tot
▶ Toets
net zo vaak indrukken, tot de gewenste ventilatorstand is
bereikt. Voor de automatische regeling kan AUTO worden gekozen.
In ventilatorbedrijf kan de temperatuur niet worden ingesteld of weerge-
geven.
Ontvochtigingsmodus
▶ Druk toets Mode zo vaak in tot
▶ Gewenste temperatuur met toetsen . en / instellen.
In ontvochtigingsbedrijf kan de ventilatorstand niet worden ingesteld.
Cv-bedrijf
▶ Druk toets Mode in tot
in het display verschijnt.
▶ Gewenste temperatuur met toetsen . en / instellen.
▶ Toets
net zo vaak indrukken, tot de gewenste ventilatorsnelheid
is bereikt.
Bij zeer lage buitentemperaturen is het verwarmingsvermogen van de
airconditioning eventueel niet voldoende. Wij adviseren aanvullende
warmtebronnen bij te schakelen.
Climate 5000i M – 6721849824 (2022/04)
in het display verschijnt.
in het display verschijnt.
in het display verschijnt.
in het display verschijnt.
3.6
Luchtstroomlamellen-positiegeheugen
Wanneer het toestel na een stroomuitval weer start, gaan de
luchtstroomlamellen automatisch weer terug naar de laatst ingestelde
positie. Met de toets Handbediening op de binnenunit wordt de instel-
ling van de luchtstroomlamellen gereset.
De hoek van de horizontale luchtstroomlamellen mag niet te klein zijn in-
gesteld, omdat anders condenswater kan worden gevormd, dat in het
toestel druipt.
3.7
Timer instellen
Inschakel- en uitschakeltimer kunnen van 0 tot 24 uur worden ingesteld,
voor de eerste 10 uur met stapgrootte 30 minuten, daarna met stap-
grootte 1 uur. Door het instellen van 0 uur wordt de timer onderbroken.
Inschakel-timer instellen
▶ Druk de toets
zo vaak in tot op het display het symbool
schijnt.
▶ Druk op toets . of /, om de gewenste tijd in te stellen.
Na korte tijd wordt de instelling overgenomen.
Uitschakel-timer instellen
▶ Druk de toets
zo vaak in tot op het display het symbool
schijnt.
▶ Druk op toets . of /, om de gewenste tijd in te stellen.
Na korte tijd wordt de instelling overgenomen.
Timer annuleren
▶ Met toets
de betreffende timer kiezen.
▶ 0,0 uur instellen.
Na korte tijd wordt de timer onderbroken.
Timer combineren
De beide timers kunnen gelijktijdig worden ingesteld. Elke timer kan zo-
danig worden geprogrammeerd, dat deze voor de andere wordt geacti-
veerd.
▶ Inschakel- en uitschakel-timer instellen.
De instellingen worden automatisch gecombineerd.
Actuele tijd
Instelling inschakel-timer
Instelling uitschakel-timer
Inschakeltijd
Uitschakeltijd
Tabel 7 Voorbeeld
De- en uitschakel-timer kunnen niet zodanig worden geprogrammeerd,
dat het toestel met verschillende temperaturen of andere instellingen
wordt gebruikt.
Bediening
ver-
ver-
13:00 uur
4,0 h
8,5 h
17:00 uur
21:30 uur
117
Publicidad
