Watertank vullen bij watercirculatiesysteem/recycling-
modus (optie)
Bekleding, rechts
1
Watervulaansluiting (GEKA)
2
Waterafvoer (vulhoogte)
3
Instructie
Bij het watercirculatiesysteem (recycling-modus) wordt het water
direct in het vuilreservoir gevuld.
1. Bekleding rechts ontgrendelen en naar buiten draaien.
2. Sluiting van de watervulaansluiting verwijderen en waterslang
met GEKA-aansluiting aansluiten.
3. Vuilreservoir met water vullen (max. 100 liter) tot er water uit
de geopende waterafvoer loopt.
4. Sluitingen weer terugplaatsen en bekleding sluiten.
GEVAAR
Gevaar voor beknelling
Let erop dat zich tijdens het werk geen personen in de buurt van
het knikscharnier of het voertuig bevinden.
Let er bij het gebruik van het voertuig als trekker op dat zich tij-
dens het werk geen personen tussen voertuig en aanhanger be-
vinden.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding
Gebruik het voertuig alleen wanneer alle beplatingen zijn aange-
bracht.
LET OP
Gevaar voor beschadiging door oververhitte hydrauliekolie
of oververhitte motor
Stel bij te hoge hydrauliekolietemperatuur of bij te hoge koelmiddel-
temperatuur het motortoerental op stationair (motor niet afzetten).
Voer de maatregelen in hoofdstuk Hulp bij storingen uit.
LET OP
Gevaar voor beschadiging door tekort smering
Breng bij het oplichten van het waarschuwingslampje "motorolie-
druk" tijdens het werk het voertuig uit de gevarenzone, schakel
de motor onmiddellijk uit en verhelp de storing.
VOORZICHTIG
Verminderde stabiliteit door opbouw
Pas uw rijstijl aan.
De eerste 100 bedrijfsuren (inlooptijd)
voorzichtig rijden en overbelasting vermijden.
Na 50 bedrijfsuren motorolie, motoroliefilter en hydraulische
oliefilter vervangen (alleen door Kärcher-klantenservice).
Parkeerrem
De parkeerrem heeft hydraulische druk nodig om te lossen. Bij
een uitgeschakelde motor wordt de rem automatisch bediend.
Bij een draaiende motor en de rijrichtingshendel op NEUTRAAL
is de parkeerrem eveneens aangetrokken.
Instructie
Het waarschuwingslampje in de multifunctionele indicatie "Par-
keerrem aangetrokken" brandt bij een aangetrokken parkeerrem.
218
Werking
Verwarming, ventilatie en airconditioning instellen
Regelaar voor aanjager
1
Regelaar voor airconditioning (optie)
2
Regelaar voor verwarming
3
1. Aan de 3 regelaars de instellingen voor ventilatie, verwarming
en airconditioning (optie) uitvoeren.
Hendel voor circulatieluchtmodus
1
Ventilatieopeningen
2
2. Aan de ventilatieopeningen de hoeveelheid en de richting van
de luchtstroom instellen.
De hoofdschakelaar moet ingeschakeld zijn.
1. Op de bestuurdersstoel plaats nemen en veiligheidsgordel
omdoen.
2. Contactsleutel in het contactslot steken.
3. De rijrichtinghendel in middelste stand zetten (neutrale stand).
4. Contact inschakelen.
De waarschuwingslampjes voor laadcontrole en motorolie-
druk moeten oplichten.
5. Motor starten.
De waarschuwingslampjes voor laadcontrole en motorolie-
druk moeten uitgaan. Zo niet de motor uitschakelen en de sto-
ring verhelpen.
6. Bij een temperatuur van de omgeving onder 0 °C: Het voertuig
met laag motortoerental warmdraaien totdat het waarschu-
wingslampje "temperatuur hydrauliek te laag" dooft.
Nederlands
Rijden
Motor starten