(C) Toets voor het instellen van het motortoerental
Instructie
Van het ingestelde motortoerental is de zuigcapaciteit afhan-
kelijk.
1600 1/min licht veeggoed
2200 1/min normale verontreiniging
2500 1/min sterke, zware verontreiniging
(D) Toets voor aanspreekdruk linker en rechter zijbezems
Bij individueel optillen (optie), toets aanpersdruk rechter zij-
bezems
(E) Toets voor aanspreekdruk linker en rechter zijbezems
Bij individueel optillen (optie), toets aanpersdruk linker zijbe-
zems
(F) Geheugentoets indrukken om ingestelde waarden of pro-
gramma's op te slaan
(G) Draaiknop voor het wijzigen van waarden en selecteren van
programma's
1. PTO inschakelen.
2. Toets toerental zijbezems indrukken.
Instellingen verschijnen op het display.
3. Met de draaiknop het gewenste toerental zijbezems selecte-
ren.
4. Geheugentoets indrukken.
Het toerental zijbezems is opgeslagen.
5. Toets motortoerental indrukken.
Instellingen verschijnen op het display.
6. Met de draaiknop het gewenste motortoerental selecteren.
7. Geheugentoets indrukken.
Het motortoerental is opgeslagen.
8. Toets aanpersdruk voor zijbezems indrukken.
Instellingen verschijnen op het display.
9. Met de draaiknop de gewenste aanpersdruk selecteren.
10.Geheugentoets indrukken.
De aanpersdruk is opgeslagen.
Vegen met 2-bezemsysteem
Veegsysteem neerlaten/optillen en bezem inschakelen/uit-
1
schakelen (links/rechts)
Rechter zijbezem neerlaten/optillen en inschakelen/uitscha-
2
kelen (rechts/links) (optie)
Zuigmond optillen/neerlaten
3
PTO aan/uit
4
Inschakeling 3e zijbezem (optie)
5
Helling 3e zijbezem (optie)
6
Watercirculatiesysteem aan/uit
7
Zuigventilator aan/uit
8
Instructie
Zuigventilatie heeft na het uitschakelen ca. 15 seconden na-
looptijd
e-functie "eco"
9
Schakelt het volledige werkprogramma in.
PTO, zijbezem, zuigventilator, schoon water, watercirculatie
(recyclingwater)
Waterpomp aan/uit
10
220
Instructie
De indicaties in de schakelaars branden als ze zijn ingeschakeld.
1. Motortoerental aan het display instellen.
2. Toerental zijbezems instellen.
3. Motor starten, zie hoofdstuk Motor starten.
4. PTO inschakelen.
5. Zuigmond neerlaten inschakelen.
6. Zuigventilator inschakelen.
7. Linker joystick naar links drukken.
Linker zijbezem loopt naar buiten, gaat naar beneden en wordt
ingeschakeld.
8. Rechter joystick naar rechts drukken.
Rechter zijbezem loopt naar buiten, gaat naar beneden en
wordt ingeschakeld.
Bij het vegen van droog veeggoed dat stof veroorzaakt:
9. Waterpomp inschakelen.
Optioneel: Indien nodig watercirculatiesysteem inschakelen.
VOORZICHTIG
Kantelgevaar
Leeg de vuilcontainer alleen op een vaste, vlakke ondergrond.
Houd bij het legen op heuvels en hellingen een veilige afstand
aan.
VOORZICHTIG
Gevaar door wegrollen.
Zet voor het legen de rijrichtinghendel in neutrale stand.
Bedien de parkeerrem.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel
Schakel voor het legen van de vuilcontainer de zuigventilator uit.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel
Stel zeker dat zich tijdens het legen geen personen en dieren bin-
nen het draaibereik van de vuilcontainer ophouden.
VOORZICHTIG
Gevaar voor beknelling
Pak de stangen van het legingsmechanisme niet vast.
1. Voertuig stoppen.
2. Parkeerrem bedienen.
3. De rijrichtinghendel in neutrale stand zetten (middelste stand).
4. Omschakelhendel in de stand "vuilcontainer" brengen.
5. PTO inschakelen.
6. Linker zijbezem heffen en uitschakelen; daarvoor de linker
joystick naar rechts en dan terug drukken.
7. Rechter zijbezem heffen en uitschakelen; daarvoor de rechter
joystick naar links en dan terug drukken.
8. Waterpomp uitschakelen.
9. 20 seconden wachten.
10.Zuigventilator uitschakelen.
11.Tuimelschakelaar bedienen.
12.Vuilcontainer leegmaken.
Aanwijzing
Hef de vuilcontainer steeds helemaal tot in eindstand.
Regeneratieproces op voertuigen met diesel-roetfilter
Het diesel-roetfilter houdt het fijnstof zolang vast totdat het fijnstof
bij zeer hoge temperaturen kan worden verbrand.
Het regeneratieproces loopt of automatisch tijdens het werk of tij-
dens de rit, of kan indien nodig handmatig worden gestart.
Hoe hoger onder het rijden de toerentallen zijn, des te groter is
de belasting en des te minder moet een handmatige regeneratie
worden uitgevoerd.
In deze modus neemt de motorregeleenheid de regeneratie zelf-
standig over. Wanneer het regeneratieproces wordt uitgevoerd,
wordt dit met een symbool in het bovenste gedeelte van het dis-
play aangegeven. De omschakeling tussen automatische en
handmatige regeneratie gebeurt in het servicemenu via de ge-
reedschapssleutel.
Nederlands
Vuilcontainer leegmaken
(DPF)
Automatische regeneratie