Batterij vervangen:
Om de batterij te vervangen, opent u de behuizing aan de achterzijde
met een schroevendraaier. Til de afdekking op en neem de onderliggende
besturing uit. Schuif de batterij opzij en neem ze uit. Let bij het inschuiven
van de nieuwe batterij op de polariteit. Handzender weer monteren.
OPGELET!
Explosiegevaar bij verkeerde vervanging van de batterij. Enkel vervangen
door hetzelfde of een gelijkwaardig type (CR2032).
25
Aandrijvingsverlichting vervangen
De LED-verlichting heeft een zeer lange levensduur en is onderhoudsvrij.
Vervanging en montage:
1. Netstekker uittrekken.
2. De aandrijvingskap afnemen (2 schroeven in de kap losdraaien) om de
LED-sokkel te vervangen.
3. Stekker van de LED-sokkel van de bediening uittrekken.
4. Beide schroeven naast de LED's op de kap losdraaien en sokkel
afnemen.
5. In omgekeerde volgorde weer monteren.
26
Verwijdering
Onze elektrische en elektronische apparaten mogen niet met het
huishoudelijk afval worden weggegooid en moeten na gebruik op
de juiste manier worden afgevoerd in overeenstemming met de
WEEE-richtlijn 2012/19 / EU, betreffende afgedankte elektrische appara-
tuur uit zorg voor hergebruik van materialen. De gescheiden inzameling
van oude elektrische apparaten leidt tot een milieuvriendelijke afvoer en
is voor de consument geheel gratis.
WEEE-reg. Nr. in Duitsland: DE66256568.
Verpakkingen die als afval bij particuliere eindgebruikers terecht komen,
moeten conform de richtlijn gescheiden van het gemengd afval wor-
den ingezameld. Verpakkingen mogen niet verwijderd worden via het
restafval en de GFT-bak of in de natuur terecht komen. Afhankelijk van
het materiaal moet het verpakkingsmateriaal gescheiden en in daarvoor
bestemde recyclingbakken of, in sommige gemeenten, in afvalbakken
worden afgevoerd.
Onze batterijen worden in overeenstemming met de wettelijke
voorschriften op de markt gebracht. De „doorgestreepte vuilnis-
bak"geeft aan dat batterijen niet bij het huishoudelijk afval terecht
mogen komen. De in het product aanwezige batterij (technische gege-
vens). Om gevaren voor het milieu en/of de gezondheid te voorkomen,
moeten oude batterijen voor gereguleerde verwijdering en volgens wett-
elijke voorschriften bij gemeentelijke recyclingcentra of detailhandelaren
worden ingeleverd. Alleen lege batterijen mogen worden afgegeven voor
afvoer en, indien nodig, dienen bij lithiumbatterijen de polen afgeplakt te
worden. De batterijen kunnen voor afvoer probleemloos uit onze appara-
ten worden genomen.
Registratienummer in Duitsland: 21002670.
27
Vaak gestelde vragen
1. Poortaandrijving kan niet worden ingeschakeld met draadloze
afstandsbediening:
• Is de aandrijving aangesloten op de stroomvoorziening? Wordt een op
het stopcontact aangesloten lamp niet ingeschakeld, controleer dan
de overbelastingsschakelaar (sommige stopcontacten worden via een
wandschakelaar ingeschakeld).
• Zijn alle poortblokkeringen uitgeschakeld? Zie veiligheidsrichtlijnen.
• De controle-LED op de handzender moet branden, wanneer de toets
wordt ingedrukt? Anders is ofwel de batterij leeg, ofwel de handzender
defect.
• Probeer het met een nieuwe batterij.
• Wanneer u twee of meer handzenders heeft waarvan er slechts een
functioneert, moet u de programmering van de ontvanger controleren.
• Bevindt er zich sneeuw / ijs onder de poort? Dan is dit de poort moge-
lijks aan de grond gevroren. Event. hindernissen wegnemen.
• De poortveer kann defect zijn. Ze moet door een specialist worden
vervangen.
2. Zendbereik van de handzender is te gering:
• Is er een batterij ingezet? Nieuwe batterij inzetten.
• Draadloze afstandsbediening in het voertuig op een andere plaats
uitproberen.
• Het zendbereik verkleint bij metalen poorten, aluminium of metalen
bekledingen.
3. Poort keert zonder aanwijsbare reden terug:
• Wordt de poort ergens door gehinderd? Aan de manuele ontgrendeling
trekken en de poort met de hand bedienen. Neem contact op met de
onderhoudsdienst, als de poort niet uitgebalanceerd is of vastzit.
• Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren.
• Sneeuw of ijs uit de sluitzone van de poort verwijderen.
• Keert de poort bij het bereiken van de positie 'esloten' om, dan moet
de eindschakelaar voor deze poortpositie worden ingesteld. Na het
voltooien van elke instelling moet de automatische veiligheidsterugloop
opnieuw worden getest:
• Het is niet ongewoon dat de eindposities af en toe opnieuw worden
ingesteld. In het bijzonder door het weer kan het traject van de poort
veranderen.
4. De garagepoort gaat vanzelf open en dicht:
• Alle handzenders wissen en dan opnieuw programmeren. Zie „Meer
handzenders programmeren".
• Klemt de afstandsbedieningstoets vast in de positie „AAN"?
• Enkel originele afstandsbedieningen gebruiken! Het gebruik van
vreemde producten veroorzaakt storingen.
• De knop van de afstandsbediening werd per ongeluk ingedrukt (tas).
• De kabel van de wandschakelaar is beschadigd (bij wijze van proef
verwijderen).
• De poortbeweging wordt geactiveerd door een op de aandrijving aan-
gesloten accessoire (bij wijze van proef verwijderen).
5. Poort sluit niet volledig:
• Traject van de aandrijving opnieuw programmeren. Controle van de
mechanische componenten op veranderingen (bijv. poortarmen en
beslagen. Na elke nieuwe instelling van de poortpositie 'gesloten' moet
de automatische veiligheidsterugloop opnieuw worden getest.
6. De poort gaat wel open, maar sluit niet:
• Indien geïnstalleerd, moet de fotocel beveiliging gecontroleerd worden.
Knippert de LED op de fotocel beveiliging, dan moet de inrichting
gecorrigeerd worden.
• Werking van handzender en drukknop controleren.
7. Aandrijvingsverlichting gaat niet aan:
• Poort openen of sluiten. De verlichting blijft 2,5 minuten ingeschakeld.
• Aandrijving van het stroomnet koppelen en opnieuw aansluiten. De
verlichting wordt gedurende enkele seconden ingeschakeld.
• Geen stroom.
8. Aandrijvingsverlichting wordt niet uitgeschakeld:
• Koppel de aandrijving kortstondig van de stroomvoorziening enprobeer
het opnieuw.
• De 2,5 minuten zijn nog niet voorbij.
9. De motor bromt of draait heel kort, maar werkt dan toch niet:
• Garagepoortveren zijn defect. Poort sluiten en aan de greep trekken
om de loopwagen van de aandrijving te koppelen (manuele ontgren-
deling). Poort met de hand openen en sluiten. Is de poort uitgebal-
anceerd, wordt ze op elk punt van het traject alleen door de veren in
positie gehouden? Is dat niet het geval, neem dan contact op met uw
onderhoudsdienst.
• Doet dit probleem zich bij de eerste ingebruikneming voor, dan is de
poort mogelijks geblokkeerd. Poortblokkering uitschakelen.
• Aandrijving van de poort ontgrendelen en zonder poort proberen.
Werkvermogen en traject van de aandrijving evt. opnieuw programmer-
en als poort in orde is.
10. De aandrijving loopt slechts in één richting:
• Poortveren mogelijks defect of poort loopt moeilijk in een bepaalde
richting.
• Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren
als de poort in orde is.
11. De riem klappert tegen de rail:
• Riemspanning veranderen. Meestal moet de oorzaak bij een te sterk
gespannen riem worden onderzocht. De veren van de spaninrichting
van de rail mogen niet volledig samengedrukt worden.
• De poort loopt niet gelijkmatig en verplaatst de aandrijving in trilbewe-
gingen. Poortbeweging verbeteren.
12. Poortaandrijving start niet wegens stroompanne:
• Aan de greep trekken om de loopwagen van de aandrijving te koppe-
len (manuele ontgrendeling). De poort kan nu met de hand worden
geopend en gesloten. Wordt de poortaandrijving opnieuw eactiveerd,
dan wordt de loopwagen opnieuw verbonden.
• Voor zover geïnstalleerd, wordt de loopwagen bij een stroompanne
met behulp van een externe noodontgrendeling van buiten
de garage van de aandrijving gekoppeld.
13. Poort keert om, nadat de kracht werd geprogrammeerd:
• Kijk of de rail buigt. De aandrijving heeft veel kracht nodig om de poort
te bewegen. Poort herstellen of correct monteren.
• Poort is zeer zwaar of in slechte staat. Raadpleeg een specialist.
nl 7