19 ONDERHOUD VAN DE MOTOR
BELANGRIJK
Schakel voor reinigings- en onderhoudswerkzaamheden de motoreenheid
uit. Schakel hiervoor de stand-bymodus uit (zie hoofdstuk "STAND-
BYMODUS IN-/UITSCHAKELEN") en verwijder de accu's (1.). Kantel daarna
pas de voorkant van de maaier omhoog (2.). Als het toch een keer
noodzakelijk is om de maaier op zijn kant te leggen, leg hem dan op de
linkerzijde en in geen geval op de rechterzijde, omdat anders de
ontgrendelingsknop motorstart aan het bovenste deel van de stang kan
worden bediend.
BELANGRIJK
De motor nooit met een hogedrukreiniger of een normale waterstraal
reinigen. Beschadigingen en dure reparaties kunnen het gevolg zijn.
Het
regelmatig
uitvoeren
van
onderhoudswerkzaamheden vormt de voorwaarde voor een duurzame en
storingsvrije werking van de motor en bovendien een basisvoorwaarde voor
garantieaanspraken.
De motor vooral uitwendig altijd schoonhouden, vooral het accuvak en de
ventilatiesleuven moeten altijd vrij van vreemde voorwerpen zijn (bijv. grasresten).
Een goede koeling is alleen gegarandeerd als de ventilatiesleuven altijd schoon en
vrij van vreemde voorwerpen zijn.
Schoonmaken resp. vervangen van het luchtfilter (afbeelding W +
W1)
BELANGRIJK
Nooit de motor met gedemonteerd luchtfilter starten of laten lopen.
–
Draai de vergrendelingsschakelaar op het luchtfilter linksom volgens het
symbool (1) W.
–
Verwijder het luchtfilter W1.
–
Reinig het filterelement (2) om de 50 bedrijfsuren W1.
Bij lichte verontreiniging voorzichtig uitkloppen op een glad oppervlak. Bij
sterke vervuiling of beschadiging vervangen. Filter niet uitspoelen, niet
schoonblazen met perslucht en niet invetten.
–
Plaats na reiniging of vervanging het filterelement (2) in de luchtfilterplaat (1).
Het materiaal mag nergens golven W1.
–
Plaats het luchtfilter op de juiste manier in de motoreenheid.
–
Druk op de vergrendelingsschakelaar op het luchtfilter en draai deze rechtsom
volgens het symbool (2) om het luchtfilter vast te zetten W.
Bij ongunstige gebruiksomstandigheden (sterke stofontwikkeling) moet
elke keer na het maaien worden gereinigd. Filterinzetstuk elk jaar of om de
100 bedrijfsuren vervangen.
(voor bestelnr. filterelement zie hoofdstuk "Originele reserveonderdelen en
toebehoren")
20 OORZAKEN VAN STORINGEN EN HET VERHELPEN
DAARVAN
Storingen
Mogelijke oorzaken
Startroutine niet correct
Motor start niet
uitgevoerd
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel
pagina 5
de
voorgeschreven
service-
Oplossing
Druk op de Aan/Uit-knop op
de motoreenheid om de
stand-bymodus
in
schakelen.
Druk binnen 120 seconden
op
de
knop
aan
bovenstang en houd deze
ingedrukt.
Leg
veiligheidsschakelbeugel
om.
Mesmotor en mes starten.
Hierna kunt u de knop (2)
loslaten.
veiligheidsschakelbeugel
blijft u vasthouden om het
mes door te laten lopen.
Zolang het apparaat in de
stand-bymodus
(stap 1), zijn de stappen 2 en
3
voldoende
om
mesmotor
opnieuw
starten.
en
Motor
schakelt
tijdens het maaien
uit
Motorvermogen
neemt af
Maaier rijdt niet
te
de
de
De
Rijsnelheid kan
niet worden
geregeld
staat
de
te
14
Accu niet opgeladen
Accu opladen (zie aparte
gebruiksaanwijzing van de
lader).
Accu werkt niet of kan niet
Accu vervangen.
worden opgeladen
Maaihoogte
te
laag
Grotere maaihoogte instellen
ingesteld (te hoog gras
I. Machine bij het starten
kantelen.
belemmert het starten van
de motor)
Te veel grasafval in de
Gras
behuizing
of
het
snijruimte/uitwerpkanaal
verwijderen
uitwerpkanaal
accu('s) verwijderen N2!).
Luchtfilter vuil
Luchtfilterelement
schoonmaken of vervangen
W + W1.
Bowdenkabel uitgerekt
Door
werkplaats laten controleren
en
indien
bijstellen.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Maaihoogte te laag
Grotere maaihoogte instellen
I.
Accu is leeg
Accu laden (zie aparte
gebruiksaanwijzing van de
lader).
Te veel grasafval in de
Gras
behuizing
of
het
snijruimte/uitwerpkanaal
verwijderen
uitwerpkanaal
accu('s) verwijderen N2!).
Mesbalk stomp
Door
vakwerkplaats
naslijpen en uitbalanceren Q.
Accuspanning laag
Accu laden (zie aparte
gebruiksaanwijzing van de
lader).
Te veel grasafval in de
Gras
behuizing
of
het
snijruimte/uitwerpkanaal
uitwerpkanaal
verwijderen
accu('s) verwijderen N2!).
Luchtfilter vuil
Luchtfilterelement
schoonmaken of vervangen
W + W1.
Schakelbeugel voor de
Schakelbeugel
aandrijving
niet
aandrijving aantrekken G.
aangetrokken
Snelheid werd ingesteld
Zet de snelheidsinstelling bij
terwijl
de
motor
niet
draaiende
draaide
hoogste stand en vervolgens
in de laagste stand terwijl de
motor draait.
Riem losgesprongen
De snelheid mag alleen bij
draaiende motor worden
ingesteld
beschadigingen
voorkomen!
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Snelheid werd ingesteld
Zet de snelheidsinstelling bij
terwijl
de
motor
niet
draaiende
draaide
hoogste stand en vervolgens
in de laagste stand terwijl de
motor draait.
Riem losgesprongen
De snelheid mag alleen bij
draaiende motor worden
ingesteld
beschadigingen
voorkomen!
NL
in
(eerst
de
een
erkende
nodig
laten
laten
in
(eerst
de
een
erkende
laten
in
(eerst
de
voor
de
motor in de
om
te
laten
laten
motor in de
om
te