30 cm. De voedingskabel moet zich buiten het werkgebied van de maaier bevinden.
4. Plaats de laadbasis zoals aangegeven in figuur 3, volgens de aanwijzingen op het
steunvlak van de laadbasis, waarbij het "IN"-gebied het deel dat gemaaid wordt is en "OUT"
het buitenste gebied dat buiten de begrenzingskabel valt en daarom niet wordt gemaaid.
5. Zodra de laadbasis op zijn plaats zit, leidt u het begin van de begrenzingskabel door de
behuizing in het midden van de laadbasis naar de rode aansluiting aan de achterkant van
de laadbasis.
6. Strip het uiteinde van de begrenzingskabel ongeveer 10 mm om hem zo aan te sluiten dat
hij goed contact maakt met de rode aansluiting van het laadstation. Fig. 4
7. Zodra het eerste uiteinde is aangesloten, moet u verdergaan met de installatie van de
begrenzingskabel.
De begrenzingskabel leggen
Als u de maaier niet door bepaalde gebieden wilt laten rijden (bijvoorbeeld omdat er bloemen,
struiken of bomen staan), markeer deze dan met de begrenzingskabel. Zoals op figuur 5 te zien
is, kan de maaier door gebieden met een minimale breedte van 0,8 m rijden.
1. Gebruik bij het leggen van de begrenzingskabel de meetlat om een minimale afstand van
35 cm tussen de kabel en obstakels aan te houden. Elke haring moet op een afstand van
ongeveer 80 cm worden geplaatst. Gebruik de meegeleverde meetlat. Als de grond ongelijk
is, moeten extra haringen worden aangebracht om ervoor te zorgen dat de kabel volledig
in de grond verzonken is. Fig. 6
OPMERKING: Als er obstakels in het maaigebied zijn, zoals sproeiers, zorg er dan voor dat deze
niet hoger zijn dan 1,5 cm, zodat ze niet in contact komen met de maaimessen. Als ze een
langere lengte hebben, zorg er dan voor dat u deze gebieden bedekt met een hoogte die hoger
is dan de hoogte van de maaier of zet het gebied af met de begrenzingskabel.
2. Zorg ervoor dat de begrenzingskabel volledig recht is, in de grond gedompeld is en dat alle
hoeken minstens 90° zijn. Fig. 7
Opmerking: De maaier kan hellingen tot 27% helling (15°) beklimmen. Vermijd het rijden door
gebieden met een hoger percentage helling. Fig. 8
3. Zie figuur 8 om te zien hoe u de begrenzingskabel moet leggen volgens de helling van uw
terrein.
4. Om de begrenzing zone te sluiten, knipt u de overtollige draad af en strip u het uiteinde 10
mm om het aan te sluiten op de zwarte klem.
De laadbasis aansluiten op de netvoeding
Sluit de begrenzingskabel correct aan en steek vervolgens de stekker in het stopcontact. Het
groene LED-lampje op de laadbasis gaat branden om aan te geven dat de verbinding correct is
gemaakt en dat het circuit met de begrenzingskabel goed is aangesloten.
NEDERLANDS
CONGA GRASSHOPPER 300
193