4
3
420010527500
5
Inbouwdiepte van de branderbuis en
inmetselen
Bij verwarmers zonder gekoelde voorwand
is, in zoverre de ketelfabrikant geen
andere opgave doet, een gemetselde
bekleding of een isolatie 5, zoals hiernaast
afgebeeld, noodzakelijk. Het inmetselen
mag de voorkant van de vlambuis niet
overlappen en moet met niet meer dan 60°
conisch toelopen. De luchtspleet 6 moet
worden opgevuld met een elastisch,
onbrandbaar isolatiemateriaal.
Montage van de brander
De brander is bevestigd aan de flens en
daardoor aan de ketel; op deze wijze is de
verbrandingskamer hermetisch afgesloten.
Montage:
• Bevestig de bevestigingsflens 3 aan
de ketel door middel van de vijs 4.
• Geef een licht draaiing aan de
brander, breng deze in de flens en
bevestig hem met de moer 5.
Demontage:
• Los de moer 5.
• Draai de brander en neem hem uit de
flens.
Olieaansluiting
De olieaansluiting wordt gerealiseerd via
een ontluchtingsfilter. De filter moet
dusdanig worden geplaatst dat een
vakkundige slanggeleiding is
gegarandeerd.
De slangen mogen geen knikpunt
vertonen.
Roofgas afvoersysteem
Om eventuele geluidshinder te
voorkomen, dient bij de verbinding van de
ketel met het rookgaskanaal het gebruik
van aansluitstukken met een rechte hoek
te worden vermeden.
www.ecoflam-burners.com
NL
59