1
Apparaat- en functiebeschrijving
1.4 Beknopt overzicht van de bedieningsfuncties
Basisinstelling "Instelling eerste
Nadat het apparaat met de AAN/UIT-schakelaar 8 voor de eerste keer werd
ingeschakeld en de belangrijkste basisinstellingen in het menu <Instelling eerste
gebruik"
gebruik> (zie "hoofdstuk 4.2" pagina 249) werden ingesteld, is het apparaat ger-
eed voor gebruik.
Geoptimaliseerde behandelingsprogramma's
Het apparaat is uitgerust met geoptimaliseerde behandelingsprogramma's, die
met de functietoetsen d worden gekozen (zie "hoofdstuk 5" pagina 250,
"hoofdstuk 6.7" pagina 256 en "hoofdstuk 6.8" pagina 257).
Instellingen voor of tijdens
De instellingen van de desbetreffende behandeling kunnen voor of tijdens de
de behandeling wijzigen
behandeling eenvoudig en gestuurd via menu's met de functietoetsen d worden
gewijzigd (zie "hoofdstuk 6.9" pagina 258).
Apparaatinstellingen en vooringestelde
Wanneer er geen behandeling wordt uitgevoerd, kunnen met de SETTING-toets
behandelingsprogramma's wijzigen
g de apparaatinstellingen en vooringestelde behandelingsprogramma's worden
gewijzigd, zodat deze zijn vooringesteld wanneer een behandeling de volgende
keer wordt gekozen (zie "hoofdstuk 7" pagina 262).
Behandeling afbreken
Met de CLEAR-toets e kan een lopende behandeling onderbroken of een sub-
menu verlaten worden.
Klanttoets
Door op de klanttoets 4 te drukken wordt de behandelingstemperatuur met ca.
4°C (graden Celsius) verlaagd.
In de indicatie klanttoets 5 brandt in plaats van rood = standaard behandelings-
temperatuur de kleur blauw = verlaagde behandelingstemperatuur (zie "hoofdstuk
6.2" pagina 252). De kapper krijgt tegelijkertijd een optische aanwijzing over de
temperatuurverlaging van de klant in de indicatie f.
1.5 Deelbehandelingen
Deelbehandelingen
In alle behandelingsprogramma's (behalve <Kuren>) kunnen de verwarmingse-
lementen 1 afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld, bijv. alleen de onderste of
bovenste verwarmingselement 1 (zie "hoofdstuk 6.9.4" pagina 259).
In het behandelingsprogramma <Drogen> kunnen bovendien de ventilators van
de verwarmingselementen 1 worden uit- of ingeschakeld (zie "hoofdstuk 6.9.4"
pagina 259).
238