6
Behandeling uitvoeren
Afbeelding 21
Afbeelding 22
6.10 Behandelingseinde/nabehandeling uitvoeren
6.10.1 Behandelingseinde
Drie minuten voor afloop van de behandeling beginnen de werkingsindicaties c
en de resterende behandelingstijd in de indicatie f te knipperen:
➥ Aan het behandelingseinde is een signaal te horen.
➥ In de indicatie f blijft de afgelopen behandeling met de behandelingsin-
stellingen staan.
➥ Na het verstrijken van 10 minuten of na indrukken van de CLEAR-toets e
verschijnt in de indicatie f het menu <Behandelingen>.
6.10.2 Resultaat controleren en indien nodig de behandeling verlengen
Na afloop van de behandeling kunt u binnen 10 minuten de nabehandeling met de
tevoren ingestelde waarden verlengen:
1. Druk op de rechter functietoets d ter hoogte van de aanduiding <0 min>.
•
Lang indrukken van de functietoetsen d activeert "snel doorlopen" van de
invoerwaarden.
➥ De behandelingstijd verandert (de maximale behandelingstijd is uit veiligheid-
soverwegingen begrensd).
2. Druk op de functietoetsen d ter hoogte van de aanduiding <Start>.
➥ Het apparaat start met de tevoren ingestelde waarden.
•
De programma-instellingen kunnen conform "hoofdstuk 6.9" pagina 258
tijdens de nabehandeling worden gewijzigd.
6.10.3 Nieuwe behandeling beginnen
Om een nieuwe behandeling direct na het behandelingseinde te beginnen:
1. Druk op de CLEAR-toets e, om eventueel gewijzigde instellingen uit de voor-
gaande behandeling terug te zetten.
➥ In de indicatie f verschijnt het menu <Behandelingen>.
➥ Het apparaat is weer gereed voor gebruik.
6.11 Apparaat uitschakelen (buiten bedrijf stellen)
1. Schakel het apparaat met de AAN/UIT-schakelaar 8 uit.
➥ De indicatie f dooft.
2. Trek de netstekker b conform "hoofdstuk 4.1.2" pagina 248 uit.
•
Reinig eventueel het apparaat conform "hoofdstuk 8.1" pagina 265.
261