verwarmt, zijn de controlelampjes weer ver-
licht.
10. Controleer na het gebruik of alle schakelaars
op0 gezet zijn resp. of de functieschakelaars
uitgeschakeld zijn.
11. Als u het apparaat niet gebruikt, moet u
steeds de stekker uit het stopcontact trek-
ken.
12. Maak voor de grillfunctie uitsluitend gebruik
van de bovenwarmte! Anders zou er vet op de
onderste verwarmingsstaven kunnen drup-
pelen; daardoor doet zich sterke rookontwik-
keling voor en dit ruikt onaangenaam.
uw nieuwe Kleine KeuKen
1
11
12
1
Grote kookplaat 1.000 W
2
Kleine kookplaat 700 W
3
Draaispit met bevestigingsklemmen
4
Draaispit-houder
5
Rooster
6
Rooster- en bakplaat-houder
7
Bakplaat
58
2
13
13. De draaifunctie voor het grillen met het
draaispit kan met de schakelaar (13) inge-
schakeld worden.
14. Schakel de kookplaten alleen in, als er een
gevulde kookpan op de betreffende plaat
staat. Maak zomogelijk uitsluitend gebruik
van pannen die een vlakke, effen bodem
hebben en een diameter die overeenkomt
met de grootte van de kookplaat.
15. U kunt allebei de kookplaten gebruiken, als
de oven aan is. Wij raden u echter aan, om
in dit geval slechts één kookplaat te gebrui-
ken, om een mogelijke overbelasting van de
hoofdzekering te vermijden.
8
9
10
8
Temperatuurregelaar grote kookplaat met
controlelampje
9
Temperatuurregelaar kleine kookplaat met
controlelampje
10
Temperatuurregelaar bakoven met controlelampje
11
Functieschakelaar bovenwarmte
12
Functieschakelaar onderwarmte
13
Functieschakelaar draaispit
3
4
5
6
7