NL
Toets 4 om te wisselen tussen vooruit en ach-
teruit afspelen van de sampler
B
Toets 5 om te wisselen tussen meng- en
invoegmodus van de sampler
Toets 6 om te wisselen
cd-weergave
Toets 7 om te wisselen
ing (31) en cd-weergave
Toets 8 om track, album, uitvoerder (ID3-tags)
bij mp3-bedrijf weer te geven, als deze infor-
matie beschikbaar is
Toets 9 om te wisselen tussen track- en map-
selecte bij mp3-bedrijf (hoofdstuk 5.1.1)
13 Toets MULTI voor bijkomende functies in combi-
natie met de cijfertoetsen (12)
Na drukken op de toets MULTI licht de LED
boven de toets op, en geeft hij aan dat u nu een
bijkomende functie kunt activeren. De LED gaat
uit na het activeren van een bijkomende functie
of het drukken op de toets MULTI.
14 Toets MT voor het in- en uitschakelen van de fun-
ctie Mastertempo (toonhoogte blijft constant bij
het wijzigen van de snelheid, zie hoofdstuk 5.11)
15 LED's voor de weergave van het snelheidsbereik
dat met de toets PITCH (16) is geselecteerd
knipperen = de regelaar PITCH CONTROL (21)
is niet geactiveerd
constant oplichten = de regelaar werd met de
toets ON/OFF (17) geactiveerd
Als alle LED's knipperen of oplichten, is het be-
reik 100 % geselecteerd.
16 Toets PITCH voor het selecteren van het snel-
heidsregelbereik: 4 %, 8 %, 16 %,
bovendien bij standaard audio-cd's 100 % (niet
bij mp3-bedrijf)
17 Toets ON/OFF om de regelaar PITCH CON-
TROL (21) te activeren en deactiveren
1)
Voor de bediening van de pc hebt u speciale software
nodig.
tecla 6 para conmutar
E
reproducción CD
tecla 7 para conmutar
y reproducción CD
tecla 8 para indicación de título, álbum, artista
(ID3 tags) en el modo MP3 si esta información
está disponible
tecla 9 para conmutar entre selección de título
y selección de carpeta en el modo MP3 (capí-
tulo 5.1.1)
13 Botón MULTI para funciones adicionales en
conexión con las teclas numéricas (12)
Tras presionar el botón MULTI, el LED de
encima del botón se iluminará para indicar que
será posible activar una función adicional. El
LED se apagará cuando se active una función
adicional o cuando se presione el botón MULTI
de nuevo.
14 Botón MT para activar/desactivar la función
master tempo (el pitch permanecerá constante
cuando se cambie la velocidad, ver capítulo 5.11)
15 LEDs para indicar la gama de ajuste de veloci-
dad seleccionada con el botón PITCH (16)
parpadeo = PITCH CONTROL (21) no activado
iluminación constante = control activado con el
botón ON/OFF (17)
Si todos los LEDs parpadean o se encienden, se
selecciona la gama 100 %.
16 Botón PITCH para seleccionar la gama de ajuste
de velocidad: 4 %, 8 %, 16 %,
adicionalmente para CDs audio estándares
100 % (en el modo MP3 no)
17 Botón ON/OFF para activar y desactivar el
PITCH CONTROL (21)
18 Botones PITCH BEND para sincronizar la pulsa-
ción de un título en el mecanismo de reproduc-
1)
Para el modo PC, se necesita un software especial.
28
18 Toetsen PITCH BEND voor de synchronisatie
van het ritme van een track in afspeelmecha-
nisme 1 met het ritme van een track in afspeel-
mechanisme 2
Zolang een van de toetsen wordt bediend, ligt de
2)
tussen pc-bedrijf
1)
en
afspeelsnelheid 16% lager resp. hoger.
19 Toets MEMO voor het opslaan van Cue-punten
2)
tussen USB-aansluit-
met de toetsen CUE 1 – 3 (30) en voor het op-
slaan van een trackfragment in de sampler
20 Toets SAM. (sampler) om een trackfragment van
maximaal ca. 10 seconden op te slaan en weer
te geven, zie hoofdstuk 5.13
21 Schuifregelaar PITCH CONTROL om de snel-
heid te wijzigen (bij ingeschakelde functie
Mastertempo zonder wijziging van de toon-
hoogte, zie hoofdstuk 5.11); de instelling van de
regelaar functioneert alleen, wanneer de PITCH-
toets (17) is ingedrukt
22 Toets SEARCH om de draaiknop REV/FWD (23)
naar de functie "snel vooruit/achteruit zoeken" te
schakelen; bij geactiveerde functie licht de
blauwe LED naast de toets op
Opmerking: Als de draaiknop in de weergavemo-
dus gedurende 8 seconden niet wordt gedraaid,
gaat de blauwe LED uit en dient de knop
opnieuw voor de functie "Pitch Bend"
23 Draaiknop REV/FWD
1. blauwe LED naast de toets SEARCH (22) uit:
2. Toets SEARCH ingedrukt, blauwe LED licht op:
3. Toets SCRATCH ingedrukt, rode LED boven
2)
entre modo PC
1)
y
ción 1 con un título en el mecanismo de repro-
ducción 2
Mientras se actúe sobre uno de los botones, la
2)
entre puerto USB (31)
velocidad será 16 % inferior o superior.
19 Botón MEMO para almacenar puntos Cue con
los botones CUE 1 – 3 (30) y para almacenar
una sección de título en el sampler
20 Botón SAM. (sampler) para almacenar y repro-
ducir una sección de título hasta 10 segundos,
ver capítulo 5.13
21 Control deslizante PITCH CONTROL para cam-
biar la velocidad (con la función master tempo
activada, el pitch no cambiará, ver capítulo 5.11);
el ajuste del control sólo será efectivo con el
botón ON/OFF (17) presionado
22 Botón SEARCH para conmutar la rueda giratoria
REV/FWD (23) a la función "fast forward/
reverse"; con la función activada, el LED azul
próximo al botón se encenderá
Nota: Si no se actúa sobre la rueda giratoria
durante 8 segundos en el modo de reproduc-
ción, el LED azul se apagará y la rueda servirá
de nuevo para la función "Pitch Bend"
23 Rueda giratoria REV/FWD
1. LED azul próximo al botón SEARCH (22) apa-
2. botón SEARCH presionado, el LED azul se
3. botón SCRATCH presionado; el LED rojo
voor de functie "Pitch Bend" en in de pauze-
modus om een bepaalde plaats in een track
nauwkeurig op te zoeken
voor het snel vooruit/achteruit zoeken
de toets licht op; blauwe LED naast de toets
SEARCH uit:
voor het genereren van scratcheffecten
gado:
Para la función "Pitch Bend" y en el modo
pausa para seleccionar de forma precisa un
punto determinado
enciende:
para avance/retroceso rápido
encima del botón se enciende; el LED azul
próximo al botón SEARCH se apaga:
para crear efectos scratch
4. Bij het laden van Hot-Cue-punten voor het
selecteren van de geheugenplaats (zie hoofd-
stuk 5.8.2)
24 Toetsen om twee naadloze loops op te slaan en
weer te geven:
toets A om het beginpunt van een naadloze loop
te bepalen
toets B/LOOP – EXIT om het eindpunt van een
naadloze loop vast te leggen en de loop tege-
lijk te starten; druk nogmaals op de toets om
deze modus te verlaten
Toets RELOOP om de loop opnieuw af te spelen
25 Toets BOP om terug te keren en onmiddellijk de
weergave te starten vanaf het begin van een
geselecteerde track of vanaf een met de toets
CUE (26) vastgelegd beginpunt
Door enkele keren kort op deze toets te drukken,
kunt u stottereffecten genereren.
26 Toets CUE om een track voor te beluisteren en
om terug te keren naar een tevoren bepaalde
plaats (zie hoofdstuk 5.4 resp. 5.8.3)
27 Toetsen TRACK om de track te selecteren
Toets +10 om 10 tracks vooruit te gaan
Toets
om de volgende track te selecteren
Toets
om naar het begin van de geselec-
teerde track te springen. Door verschillende
keren op de toets
te drukken, wordt tel-
kens een track teruggesprongen.
28 Toets
om te wisselen tussen afspelen en
pauze
29 Toets BPM voor manuele telmodus van de beat-
teller (zie hoofdstuk 5.2.2)
30 Toetsen CUE 1 – 3 voor het opslaan en selecte-
ren van maximum drie Cue-punten (ook mogelijk
in de weergavemodus); om op te slaan, drukt u
eerst op de toets MEMO (19)
2)
Om te wisselen moet het afspeelmechanisme in de stop-
modus staan; houd evt. de toets TIME
ingedrukt.
4. para cargar puntos Hot Cue para seleccionar
el lugar de almacenaje (ver capítulo 5.8.2)
24 Botones para almacenar y reproducir dos bucles
continuos:
botón A para definir el punto de inicio de un bucle
botón B/LOOP – EXIT para definir el punto final
de un bucle continuo e inicio simultáneo del
bucle; para abandonar el bucle, presione el
botón una vez más
botón RELOOP para reproducir un bucle una
vez más
25 Botón BOP para volver e iniciar inmediatamente
la reproducción desde el principio de un título
actual o desde un punto de inicio previamente
definido con el botón CUE (26)
Actuando repetidamente de forma breve sobre
este botón, se pueden crear efectos stutter.
26 Botón CUE para reproducción rápida del princi-
pio de un título y el retorno a un punto previa-
mente definido (ver capítulo 5.4 o 5.8.3)
27 Botones TRACK para selección de título
botón +10 para avanzar 10 títulos
botón
para seleccionar el título siguiente
botón
para volver al principio del título actual.
Con cada actuación sobre el botón
unidad retrocederá otro título.
28 Botón
para conmutar entre reproducción y
pausa
29 Botón BPM para el modo de cálculo manual del
contador de pulsaciones (ver capítulo 5.2.2)
30 Botones CUE 1 – 3 para almacenar y seleccionar
hasta tres puntos Cue (también posible en el
modo de reproducción); para almacenar, pre-
sione el botón MEMO (19) primero
2)
Para cambiar, el mecanismo de reproducción debe estar
en el modo de paro; mantenga el botón TIME
presionado durante 2 segundos si es necesario.
/
STOP (10) 2 sec.
, la
/
STOP (10)