Descargar Imprimir esta página

De Snelheid Met Of Zonder Verandering Van Toonhoogte Wijzigen; Pitch Bend - Het Ritme Van 2 Tracks Op Elkaar Afstemmen; De Sampler Bedienen; Cambio De La Velocidad Con O Sin Desplazamiento De Pitch - IMG STAGELINE CD-340USB Manual De Instrucciones

Publicidad

5.11 Snelheid met of zonder verandering van
toonhoogte wijzigen
De snelheid kan met de schuifregelaar PITCH
CONTROL (21) met max. ±100 %, bij mp3-bedrijf
met max. 16 % worden gewijzigd:
+100 % = dubbele snelheid
-100 % = stilstand
1) Selecteer het regelbereik met de toets PITCH
(16). De LED's (15) geven het bereik aan: 4 %,
8 %, 16 %. Als alle drie LED's knipperen, be-
draagt het regelbereik 100 %. Het knipperen
geeft aan dat de regelaar PITCH CONTROL niet
is geactiveerd.
2) Druk op de toets ON/OFF (17). Hiermee is de
regelaar PITCH CONTROL geactiveerd, en de
overeenkomstige LED (15) licht continu op.
3) Wijzig de snelheid met de schuifregelaar PITCH
CONTROL. Het display geeft de procentuele
afwijking ten opzichte van de standaardsnelheid
in het veld PITCH (m) aan. Het aantal beats (v)
verandert overeenkomstig.
4) Met de toets ON/OFF (17) kunt u op elk moment
wisselen tussen de snelheid, die met de schui-
fregelaar is ingesteld, en de standaardsnelheid.
5) Met het wijzigen van de snelheid wijzigt ook de
toonhoogte in verhouding. Als u met de toets MT
(14) de functie Mastertempo inschakelt, blijft de
toonhoogte echter constant. Op het display ver-
schijnt de melding
KEY (l). Om de functie
Mastertempo uit te schakelen, drukt u opnieuw
op de toets MT.
Opmerking: Bij geactiveerde Mastertempo kun-
nen naargelang de ingestelde snelheid verschil-
lende effecten optreden. Die effecten zijn systeem-
afhankelijk en kunnen worden aangewend voor
interessante klankveranderingen.
2) Ahora seleccione el punto final directamente
con la rueda giratoria o bien inicie la repro-
ducción con el botón
. Cuando se alcance
el punto final, ajuste la unidad en pausa de
nuevo con el botón
manera precisa el punto final con la rueda
giratoria.
3) Tras definir el punto final, actúe sobre el botón
B/LOOP – EXIT. El bucle continuo se iniciará.
c) Para almacenar otro bucle continuo, simple-
mente vuelva a definir el punto de inicio y el
punto final con los botones A y B/LOOP – EXIT.
5.11 Cambio de la velocidad con o sin des-
plazamiento de pitch
Con el control deslizante PITCH CONTROL (21), se
puede cambiar la velocidad mediante ±100 % máx.,
en el modo MP3 mediante 16 % máx.:
+100% = doble velocidad
-100% = parada
1) Seleccione la gama de ajuste con el botón
PITCH (16). Los LEDs (15) indicarán la gama:
4 %, 8 %, 16 %. Con los tres LEDs parpadeando,
la gama de ajuste es de 100 %. Si los LEDs
empiezan a parpadear, el PITCH CONTROL no
ha sido activado.
2) Presione el botón ON/OFF (17). De este modo,
el PITCH CONTROL se activará y el LED corres-
pondiente (15) se encenderá permanentemente.
3) Cambie la velocidad con el control deslizante
PITCH CONTROL. La pantalla mostrará el por-
centaje de desviación desde la velocidad están-
dar en el campo PITCH (m). El número de pulsa-
ciones (v) cambiará de manera correspondiente.
4) En cualquier momento, también es posible con-
mutar entre la velocidad ajustada con el control
5.12 Pitch Bend – Het ritme van 2 tracks op
elkaar afstemmen
Met de toetsen PITCH BEND (18) kunt u het ritme
van een track op het afspeelmechanisme 1 afstem-
men op dat van een track op afspeelmechanisme 2
(synchroniseren) of omgekeerd. Op deze manier
wordt bij het mengen van twee tracks het ritme tij-
dens het dansen niet onderbroken.
1) Stem eerst met de regelaar PITCH CONTROL
(21) de snelheid van het geselecteerde track af
op de snelheid van het tweede track. Hiervoor
stelt u met de schuifregelaar best hetzelfde aan-
tal beats in op beide afspeelmechanismen [zie
veld BPM (w) op het display].
2) Gebruik de toetsen PITCH BEND om de beats
van beide tracks gelijk te laten lopen: zolang de
toets + of – ingedrukt gehouden wordt, wordt de
track 16 % sneller resp. trager afgespeeld.
3) Door met de draaiknop (23) te draaien, kan de
afspeelsnelheid in functie van de ritmeaanpas-
sing eveneens worden gewijzigd.*

5.13 De sampler bedienen

De sampler dient om een trackfragment van maxi-
maal 10 seconden op te slaan en af te spelen. Het
opgeslagen fragment kan worden gemengd met of
ingevoegd in een geselecteerde track die momen-
teel speelt.
1) Het beginpunt instellen: Druk eerst op de toets
MEMO (19) en dan tijdens het afspelen van een
track op de toets SAM. (20), wanneer het gewen-
ste startpunt van het fragment is bereikt. De toets
SAM. knippert snel.
2) Het eindpunt instellen: Aan het einde van het
gewenste fragment drukt u opnieuw op de toets
SAM. De toets SAM. licht nu continu op.
3) Sampler afspelen: Druk op de toets SAM. Tijdens
het afspelen van de sampler, knippert de toets
SAM. langzaam. Wanneer het afspelen van de
* De blauwe LED naast de toets SEARCH (22) mag niet oplichten, anders dient de draaiknop voor het snel vooruit / achteruit
zoeken. Schakel de blauwe LED eerst eventueel uit met de toets SEARCH.
deslizante y la velocidad estándar con el botón
ON/OFF (17).
5) Cuando se ha cambiado la velocidad, el pitch
también cambiará proporcionalmente. Si la fun-
y seleccione de
ción master tempo se activa con el botón MT
(14), el pitch permanecerá constante. La indica-
ción
desactivar la función master tempo, presione el
botón MT una vez más.
Nota: Con el master tempo activado, pueden
ocurrir varios efectos de acuerdo a la velocidad
ajustada. Estos efectos son dependientes del
sistema y se pueden usar para modificaciones
de sonido interesantes.
5.12 Pitch Bend – Ajuste de las pulsaciones
entre 2 piezas musicales
Con los botones PITCH BEND (18), la pulsación de
un título en el mecanismo de reproducción 1 se
puede ajustar (sincronizar) a la pulsación de un
título en el mecanismo de reproducción 2 o vice-
versa. De este modo, el ritmo de baile no se inter-
rumpirá cuando se haga el crossfader de un título a
otro.
1) Primero ajuste la velocidad de la pieza musical
actual a la velocidad de la segunda pieza musical
con el PITCH CONTROL (21). Con este fin, se
recomienda ajustar el mismo número de pulsa-
ciones en ambos mecanismos de reproducción
[ver campo BPM (v) en la pantalla].
2) Sincronice las pulsaciones de dos piezas musi-
cales con los botones PITCH BEND: Mientras el
botón + o – se mantenga presionado, el título se
reproduce 16 % más rápido o más lento.
3) También se puede hacer un cambio de velocidad
para ajustar la pulsación girando la rueda girato-
ria (23).*
* El LED azul próximo al botón SEARCH (22) no debe encenderse, de otro modo la rueda giratoria servirá para el avance y
retroceso rápidos. Si es necesario, apague previamente el LED azul con el botón SEARCH.
KEY (l) aparecerá en la pantalla. Para
sampler is beëindigd, licht ze opnieuw continu
op. Het afspelen van de sampler kan ook vroeg-
tijd worden beëindigd door opnieuw op de toets
SAM. te drukken. U kunt de sampler tijdens het
afspelen van een track hieraan toevoegen of in
de pauzemodus alleen afspelen.
4) Wenst u de sampler niet slechts één keer, maar
continu als een loop af te spelen, druk dan eerst
op de toets MULTI (13) en dan op de cijfertoets
3 – S.LOOP (12). In de tekstregel (s) van het dis-
play verschijnt kort de melding "Sam Loop". De
sampler stopt pas wanneer opnieuw op de toets
SAM wordt gedrukt.
Om terug te keren naar eenmalig afspelen,
drukt u opnieuw op de toets MULTI en de cijfer-
toets 3. Op het display verschijnt kort de melding
"Sam Single".
5) De sampler kan ook achteruit worden afge-
speeld. Druk hiervoor op de toets MULTI en dan
op de cijfertoets 4 – S.REV. Op het display ver-
schijnt even de melding "Sam Reverse". Om
terug te keren naar Vooruit afspelen, drukt u
opnieuw op dezelfde toetsen (melding: "Sam
Forward").
6) Wenst u de sampler in een afgespeelde track in
te voegen, dus niet te mengen, druk dan op de
toets MULTI en vervolgens op de cijfertoets 5 –
S-MIX (melding: "Sam Insert"). Tijdens de samp-
lerweergave stopt het afspelen van de track; na
het afspelen van de sampler wordt de track auto-
matisch verder afgespeeld. Om naar gemengd
afspelen terug te keren, drukt u opnieuw op de
toets MULTI en op de cijfertoets 5 (melding: "Sam
Mix").
7) Om in de sampler een ander trackfragment op te
slaan, herhaalt u stappen 1 en 2.
Opmerking: Een trackfragment blijft tot het uitscha-
kelen van de cd/mp-speler in de sampler opgesla-
gen. U kunt daarom ook een andere cd laden, zon-
der dat de sampler wordt gewist.

5.13 Funcionamiento del sampler

El sampler sirve para almacenar y reproducir una
sección de título de hasta 10 segundos. La sección
almacenada se puede mezclar a una reproducción
actual o ser insertada en ella.
1) Ajuste del punto de inicio: Primero presione el
botón MEMO (19) y luego, durante la reproduc-
ción de un título, presione el botón SAM. (20)
cuando se alcance el punto de inicio deseado de
la sección. El botón SAM. parpadeará rápida-
mente.
2) Ajuste del punto final: Al final de la sección
deseada, presione el botón SAM. una vez más.
Ahora, el botón SAM. se iluminará permanente-
mente.
3) Reproducción del sampler: Actúe sobre el botón
SAM. Mientras se reproduce el sampler, el botón
SAM. parpadeará lentamente. Al final de la
reproducción del sampler, se iluminará perma-
nentemente de nuevo. La reproducción del
sampler se puede detener en cualquier momento
presionando el botón SAM. de nuevo. El sampler
se puede añadir durante una reproducción actual
o reproducirse por si solo en el modo de pausa.
4) Para reproducir el sampler no sólo una vez sino
repetidamente como un bucle, primero presione
el botón MULTI (13) y luego la tecla numérica 3 –
S.LOOP (12). La línea de texto (s) de la pantalla
mostrará brevemente "Sam Loop". El sampler no
se detendrá hasta que se presione de nuevo el
botón SAM.
Para volver a cambiar a una reproducción de
un solo título, presione el botón MULTI y la tecla
numérica 3 una vez más. La pantalla mostrará
brevemente "Sam Single".
5) También es posible la reproducción inversa del
sampler. Con ese fin, presione el botón MULTI y
luego la tecla numérica 4 – S.REV. La pantalla
NL
B
E
35

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

21.2170