nld
3.1. Handbediend droogboren REMS Picus S1, Picus S3 en Picus SR
WAARSCHUWING
Handbediend alleen met gemonteerde tegenhouder werken (ongevalge-
vaar)!
VOORZICHTIG
Bij handbediend droogboren stoort de gemonteerde watertoevoervoorziening
(15), die daarom gedemonteerd dient te worden. De houder voor de wateraan-
sluiting dient met het deksel (14) te worden gesloten, omdat anders stof in de
machine kan binnendringen.
Gekozen diamantkernboorkroon op aandrijfspindel (11) van de aandrijf machine
schroeven en met de hand met een lichte draai vastzetten. Aandraaien met
steeksleutel is niet noodzakelijk. Aanboorhulp gebruiken (zie 2.4.1.). Aandrijf-
machine bij motorgreep (20) en bij tegenhouder (12) vasthouden en de
aanboorhulp in het centrum van de gewenste kernboring aanzetten. Aandrijf-
machine met schakelaar (21) inschakelen.
WAARSCHUWING
Schakelaar van de aandrijfmachine bij handbediend boren nooit vergren-
delen (ongevalgevaar)! Als de aandrijfmachine door een blokkerende diamant-
kernboorkroon uit de hand geslagen wordt, kan een vergrendelde schakelaar
niet meer ontgrendeld worden. De aandrijfmachine slaat dan ongecontroleerd
om en kan alleen maar door het uitnemen van de netstekker tot stilstand
gebracht worden.
Aanboren tot de diamantkernboorkroon ca. 5 mm geboord heeft.
WAARSCHUWING
Netstekker uitnemen! Aanboorhulp eruit schroeven, indien nodig met steek sleutel
SW 19 losmaken. Stofafzuiging gebruiken (zie 2.4.2). Verder boren tot kern-
boring klaar is. De aandrijfmachine daarbij altijd vasthouden om draaimoment-
stoten veilig te kunnen opvangen (ongevalgevaar)! Op veilige stand letten.
Grotere kernboringen met boorstandaard doorvoeren.
Word bij droogboren ontstane stof niet afgezogen, dan kan de diamantkern-
boorkroon door oververhitting beschadigen. Bovendien bestaat het gevaar, dat
ruimteverdichtende boorstof de diamantkernboorkroon blokkeert. Moet er zonder
stofafzuiging gewerkt worden, dan moet er bij materiaal met fijne poriën de
diamantkernboorkroon indien mogelijk regelmatig teruggetrokken worden en
met lichte druk weer voortbewogen worden, zodat het boorstof uit de boorspleet
uitgestoten wordt.
LET OP
Gewapend beton uitsluitend natboren!
3.2. Handbediend natboren REMS Picus S1, Picus S3 en Picus SR
WAARSCHUWING
Handbediend alleen met gemonteerde tegenhouder werken (ongevalge-
vaar)!
Gekozen diamantkernboorkroon op aandrijfspindel (11) van de aandrijf machine
schroeven en met de hand met een lichte draai vastzetten. Aandraaien met
steeksleutel is niet noodzakelijk. Watertoevoervoorzie ning aansluiten (zie 2.5.).
Aanboorhulp gebruiken. (zie 2.4.1.). Aandrijf machine bij motorgreep (20) en
bij tegenhouder (12) vasthouden en de aanboorhulp in het centrum van de
gewenste kernboring aanzetten. Aandrijfmachine met schakelaar (21) inscha-
kelen.
WAARSCHUWING
Schakelaar van de aandrijfmachine bij handbediend boren nooit vergren-
delen (ongevalgevaar)! Als de aandrijfmachine door een blokkerende diamant-
kernboorkroon uit de hand geslagen wordt, kan een vergrendelde schakelaar
niet meer ontgrendeld worden. De aandrijfmachine slaat dan ongecontroleerd
om en kan alleen maar door het uitnemen van de netstekker tot stilstand
gebracht worden.
Aanboren tot de diamantkernboorkroon ca. 5 mm geboord heeft. Aanboorhulp
eruit schroeven, indien nodig met steeksleutel SW 19 losmaken. Waterdruk
van de watertoevoervoorziening (15) dermate instellen, dat matig maar constant
water uit het boorgat loopt. Te lage waterdruk, waarbij het afgevoerde materiaal
eerder papperig uit het boorgat loopt, is net zo nadelig voor de arbeidsvoortgang
en standtijd van de diamantkernboorkroon als te hoge waterdruk, waarbij het
spoelwater helder uit het boorgat loopt. Verder boren tot kernboring klaar is.
De aan drijfmachine daarbij altijd vasthouden om draaimomentstoten veilig te
kunnen opvangen (ongevalgevaar)! Op veilige stand letten. Grotere kernboringen
met boorstandaard doorvoeren.
GEVAAR
Erop letten dat bij werking geen water in de motor van de aandrijfmachine
komt. Levensgevaar!
3.3. Bevestigingsmanieren van de boorstandaards
Het wordt aanbevolen de boorstandaard zonder aandrijfmachine en boorkronen
te bevestigen. Met gemonteerde aandrijfmachine is de boorstandaard topzwaar.
Daardoor wordt de bevestiging bemoeilijkt.
3.3.1. Plugbevestiging in beton met slaganker (fig. 5)
Voor kernboringen in beton word de boorstandaard bij voorkeur met een slag-
anker (staalplug) bevestigd. Voortgang als volgt:
Het plugboorgat bij REMS Simplex 2 op een afstand van ca. 200 mm, bij REMS
Titan met spanhoek voor REMS Picus S3 en Picus SR op ca. 250 mm, en bij
REMS Titan met Picus S2/3,5 op ca. 290 mm van het midden van het kern-
boorgat markeren. Plugboorgat Ø 15 mm, boordiepte ca. 55 mm instellen.
Boorgat schoonmaken, slaganker (23) met hamer inslaan en met zetijzer (24)
uitspreiden. Alleen toegelaten slaganker (art.nr. 079005) gebruiken. Let op
toe lating! Draadstang (25) in slaganker schroeven en b.v. met in dwarsgat van
de draadstang gestoken schroevendraaier vastdraaien. De 4 stelbouten (5)
van de boorstandaard zover terugdraaien, dat ze niet uit de grondplaat steken.
Boorstandaard met sleuf (7) op draadstang positioneren, daarbij positie van
gewenste kernboring in acht nemen. Schijf (26) op draadstang monteren en
snelspanmoer (27) met steeksleutel SW 30 vastdraaien. Alle 4 stelbouten (5)
met steeksleutel SW 19 aan draaien om oneffenheden van het grondvlak te
nivelleren. Erop letten dat de contramoeren het vastdraaien van de stelbouten
niet verhinderd. Bij behoefte contramoeren vastdraaien. Met behulp van de 4
stelschroeven (5) en het nivelleerblok (56) kan de boorstandaard worden
uitgelijnd voor het maken van een loodrecht boorgat.
3.3.2. Plugbevestiging in metselwerk met stutanker (ankerschalen) (fig. 6)
Voor kernboringen in metselwerk wordt de boorstandaard met een stut anker
(ankerschalen) bevestigd. Voortgangswijze als volgt:
Het plugboorgat bij REMS Simplex 2 op een afstand van ca. 200 mm, bij REMS
Titan met spanhoek voor REMS Picus S3 en Picus SR op ca. 250 mm, en bij
REMS Titan met Picus S2/3,5 op ca. 290 mm van het midden van het kern-
boorgat markeren. Plugboorgat Ø 20 mm, boordiepte ca. 85 mm instellen.
Boorgat schoonmaken, stutanker (28) met draadstang (25) in boor gat schuiven.
Draadstang (25) helemaal indraaien env. met in de dwarsboring van de draad-
stang gestoken schroevendraaier vastdraaien. De 4 stelbouten (5) van de
boorstandaard zover terugdraaien, dat ze niet uit de grondplaat steken. Boor-
standaard met sleuf (7) op draadstang positioneren, daarbij positie van gewenste
kernboring in acht nemen. Schijf (26) op draadstang monteren en snelspanmoer
(27) met steek sleutel SW 30 vastdraaien. Alle 4 stelbouten (5) met steeksleutel
SW 19 aandraaien om oneffenheden van het grondvlak te nivelleren. Erop
letten dat de contramoeren het vastdraaien van de stelbouten niet verhinderd.
Bij behoefte contramoeren vastdraaien.
Het stutanker kan na de kernboring voor hergebruik verwijderd worden. Hiertoe
word de draadstang ca. 10 mm teruggedraaid. Door een lichte slag op de
draadstang wordt de kegel van het stutanker vrijgemaakt en het stutanker kan
uitgenomen worden. Met behulp van de 4 stelschroeven (5) en het nivelleerblok
(56) kan de boorstandaard worden uitgelijnd voor het maken van een loodrecht
boorgat.
3.3.3. Bevestiging in metselwerk met snelspanset 500
Bij poreus metselwerk dient er rekening mee te worden gehouden dat de
plugbevestiging van de boorstandaard niet lukt. In dergelijke gevallen wordt
aanbevolen om het metselwerk met een boordiameter van 18 mm compleet te
doorboren en de boorstandaard met de snelspanset 500 te bevestigen.
3.3.4. Vacuümbevestiging
Voor kernboringen in bouwdelen met gladde oppervlaktes ( b.v. tegels, marmer),
waar geen plugbevestiging mogelijk is, kan de boorstandaard door vacuüm
vastgehouden worden. De geschiktheid van de bouwdelen voor vacuümbe-
vestiging moet bekeken worden. Met REMS Titan is deze bevestigingsmanier
mogelijk. De benodigde onderdelen (art.nr. 183603) voor de boorstandaard
zijn niet bijgeleverd. Voortgangswijze als volgt:
Dichtring (43) in de groef aan de onderzijde van de grondplaat (6) leggen. Sleuf
(7) in de grondplaat (6) met afdekplaat met slangaansluiting (42) afsluiten. De
vacuümpomp (67, art.nr. 183670) op de slangaansluiting (41) aansluiten en de
boorstandaard op de ondergrond vastzuigen. De onderdruk tijdens het boren
continu controleren (manometerindicatie). Neem de handleiding van de gebruikte
vacuümpomp in acht. Met geringe voortbewegingsdruk boren. Opdat de boor-
standaard niet ongewild zou loskomen, dient de vacuümpomp tijdens het boren
ingeschakeld te blijven.
3.3.5. Bevestiging met snelspanzuil
REMS Titan biedt ook de mogelijkheid, de boorstandaard tussen vloer en
plafond of tussen twee wanden in te spannen. Hiertoe word b.v. een handels-
gebruikelijke snelspanzuil of een stalen buis 1¼" tussen de spankop (29) van
de boorstandaard en het plafond/de wand gepositioneerd en b.v. met in de
dwarsboring van de spankop gestoken schroevendraaier gespannen. De
contramoer vastdraaien.
Let op dat de snelspanzuil cq. de stalen buis recht op de boorzuil staat en dat
de draadspindel (33) minstens 20 mm in de draad van de boorzuil alsook in
de draad van de spankop geschroefd is om een stabiele steun te garanderen.
Voor verdeling van de aandrukkracht van de snelspanzuil op het plafond/de
wand dient men een ondergrond van hout of metaal te gebruiken.
3.4. Droogboren met boorstandaard
REMS Picus S1, REMS Picus S3 en REMS Picus SR
Boorstandaard volgens een van de bij 3.3. beschreven manieren bevestigen.
Spanhals (13) van de aandrijfmachine in de opname van de spanhoek (10)
steken en imbusbout(en) (8) met zeskantstiftsleutel SW 6 vastzetten. Gekozen
diamantkernboorkroon op aandrijfspindel (11) van de aandrijfmachine schroeven
en met de hand met een lichte draai vastzetten. Aandraaien met steeksleutel
is niet nodig.
LET OP
Stofafzuiging gebruiken (zie 2.4.2.). Wordt bij het droogboren ontstane stof niet
afgezogen, dan kan de diamantkernboorkroon door oververhitten beschadigen.
nld