Descargar Imprimir esta página

Chicco KEY 2-3 ULTRAFIX Instrucciones De Uso página 30

Ocultar thumbs Ver también para KEY 2-3 ULTRAFIX:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 21
mocht zijn of ernstig versleten, dient het te
worden vervangen: het kan de originele veili-
gheidskenmerken hebben verloren.
Het artikel opbergen
Als het niet in de auto geïnstalleerd is, wor-
dt aangeraden het autostoeltje op een droge
plaats, uit de buurt van warmtebronnen en
beschermd tegen stof, vocht en rechtstreeks
zonlicht te bewaren.
GEBRUIKSAANWIJZING
Inhoudsopgave
• Het autostoeltje in de auto installeren en
het kind erin zetten
• Het kind uit het autostoeltje halen
• Het autostoeltje in de auto installeren zon-
der kind
• De hoogte van de hoofdsteun afstellen
• De breedte van de rugleuning afstellen
• De schuine stand van de rugleuning afstel-
len
• Afneembaarheid hoes rugleuning / zitting
• Loshaken rugleuning / zitting
Onderdelen
A. Hoofdsteun
B. Merken
C. Rugleuning
D. Armleuningen
E. Achterpaneel van de rugleuning
F. Zitting
G. Instelhendel voor de hoogte van de hoofd-
steun
H. Instelgreep voor de breedte van de rugleu-
ning
I. Velcro
J. Ritsen
K. Hoes
L. Opbergvakje aan de achterkant
M. Klemmen
om
de
diagonale
gordels
doorheen te halen
N. Zijvleugels
O. Zijkussentjes
P. Passages van de buikgordel
Q. Bovenste gedeelte van de zitting
R. Onderste gedeelte van de zitting
S. Scharnier rugleuning / zitting
T. Vergrendelpunten van de hoes aan de zit-
ting
U. Wagen
V. Vergrendel / ontgrendelknop van de wagen
W. Vergrendel / Ontgrendelknop van de zit-
ting
X. Symbool voor het openen OPEN
Y. Symbool voor het sluiten CLOSE
Z. Referentiepunten
Het autostoeltje in de auto installeren en
het kind erin zetten
LET OP! Deze instructies hebben, zowel in de
tekst als op de tekeningen, betrekking op de
installatie van het autostoeltje op de rechter
achterzitting. Verricht echter dezelfde hande-
lingen voor installaties op andere plaatsen.
1. Zet het autostoeltje op de zitting en duw
de rugleuning tegen die van de zitting (Fig.
6).
LET OP! Controleer dat de hoofdsteun van de
zitting de hoofdsteun van het autostoeltje niet
hindert: hij mag hem niet naar voren duwen
(Fig. 7). Als dit mocht gebeuren, verwijdert
u de hoofdsteun van de autozitting waarop
het autostoeltje wordt geïnstalleerd. Denk
er vervolgens aan de hoofdsteun weer op de
zitting te plaatsen als het autostoeltje wordt
verwijderd en de zitting voor een passagier
wordt gebruikt.
LET OP! Het achterste gedeelte van het au-
tostoeltje dient goed tegen de zitting vast te
zitten (Fig. 8).
2. Laat het kind met de rug stevig tegen de
rugleuning van het autostoeltje zitten (Fig.
9).
3. Controleer de hoogte van de hoofdsteun
en stel deze af als zij niet goed is: zie de
paragraaf "DE HOOGTE VAN DE HOOFD-
STEUN AFSTELLEN".
4. Controleer de breedte van de rugleuning en
stel deze af als zij niet goed is: zie de para-
graaf "DE BREEDTE VAN DE RUGLEUNING
AFSTELLEN".
5. Maak de veiligheidsgordel van de auto vast
door het horizontale gedeelte onder de
twee armleuningen op de met rood aange-
geven plaatsen door te halen en het dia-
gonale gedeelte onder de armsteun aan de
58
kant van de gesp (Fig. 10).
6. Haal het diagonale gedeelte van de gordel
door de rode klem (Fig. 11).
7. Trek het diagonale gedeelte van de auto-
gordel in de richting van het oprolsysteem,
zodat de hele gordel gespannen wordt en
goed op de borstkas en de benen van het
kind aansluit, maar trek hem niet te strak
aan! (Fig. 12).
Nu is het autostoeltje goed bevestigd (Fig.
13).
LET OP! Controleer dat de autogordel goed
gespannen is.
LET OP! Controleer dat de autogordel niet ver-
draaid zit (Fig. 14).
LET OP! Controleer dat de diagonale gordel
goed tegen de schouder van het kind rust (Fig.
15) en geen druk uitoefent op de nek. Zet de
hoofdsteun indien nodig lager.
LET OP! Controleer dat de gordelregelaar ten
opzichte van de rugleuning van de autozitting
naar achteren staat (of er hooguit op één lijn
mee staat) (Fig. 5).
LET OP! Laat de autogordels nooit op andere
plaatsen lopen dan die in deze gebruiksaanwij-
zing worden aangeduid! (Fig. 16).
LET OP! Laat het kind niet naar voren en om-
laag glijden.
Het kind uit het autostoeltje halen
1. Haak de autogordel los
2. Haal het diagonale gedeelte ervan uit de
klem
3. Begeleid de gordel tijdens het oprollen.
Het autostoeltje in de auto installeren zon-
der kind
Verricht de handelingen 1, 5, 6, 7 van de para-
graaf "Het autostoeltje in de auto installeren
en het kind erin zetten".
Als het kind niet wordt vervoerd, moet u het
autostoeltje toch laten zitten of in de koffer
steken met het wagentje helemaal in het on-
derste gedeelte van de zitting geschoven. Het
niet vastgezette autostoeltje kan in geval van
een ongeluk of bij hard remmen namelijk een
gevaar inhouden voor de passagiers.
De hoogte van de hoofdsteun afstellen
De hoogte van de hoofdsteun kan op 8 stan-
den worden geregeld om het autostoeltje zo
goed mogelijk aan de lengte van het kind aan
te passen. Zorg ervoor dat het hoofd van het
kind goed gesteund is en de gordel goed tegen
zijn schouder aan zit.
Denk er tijdens het afstellen van de hoogte van
de hoofdsteun aan dat de oren van het kind de
hoogte van de hoofdsteun niet mogen over-
schrijden en dat de klem zich net iets hoger
dan de schouders van het kind moet bevinden,
zodat de veiligheidsgordel correct tegen zijn
schouder steunt (Fig. 17).
Het afstellen kan door de aanwezigheid van
het kind in het autostoeltje worden bemoe-
ilijkt.
Afstellen:
1. Druk met één hand op de hendel aan de
achterkant van de hoofdsteun en steun
met de andere hand tegelijkertijd tegen
de zitting, zoals in de afbeelding wordt ge-
toond (Fig. 18).
2. Haal de hoofdsteun naargelang de speci-
fieke behoefte omhoog of laat deze zakken
(Fig. 19).
3. Laat de hendel los en haal de hoofdsteun
omhoog/laat deze zakken tot u de klik
hoort die bevestigt dat hij op de gewenste
stand vergrendeld is.
De breedte van de rugleuning afstellen
De breedte van de rugleuning kan worden af-
gesteld om het autostoeltje zo goed mogelijk
aan de maat van het kind aan te passen.
Het afstellen kan door de aanwezigheid van
het kind in het autostoeltje worden bemoe-
ilijkt.
Draai om de breedte af te stellen met één
hand aan de knop aan de achterkant van het
stoeltje:
• Met de klok mee draaien: de zijvleugels
gaan verder uit elkaar en de rugleuning
wordt breder (Fig. 20).
• Tegen de klok in draaien: de zijvleugels ko-
men dichter naar elkaar toe en de rugleu-
ning wordt smaller (Fig. 21).
De schuine stand van de rugleuning afstel-
len
59

Publicidad

loading