uit dat de gewenste helling als meetwaarde (d) wordt aangege-
ven, en daarna brengt u de helling met behulp van de laserpunt
op het doelvlak over.
Aanwijzing: Houd er bij het overbrengen van hellingen m.b.v.
laser rekening mee dat de laser 30 mm buiten de onderkant van
het meetgereedschap naar buiten komt.
Nauwkeurigheidscontrole en kalibratie van het
meetgereedschap
Meetnauwkeurigheid controleren (zie afbeelding E)
Controleer de nauwkeurigheid van het meetgereedschap altijd
vóór kritische metingen, na grote temperatuurveranderingen en
na sterke schokken.
Vóór het meten van hellingen < 45° moet de controle op een
plat, ongeveer horizontaal vlak gebeuren, vóór het meten van
hellingen > 45° op een plat, ongeveer verticaal vlak.
Schakel het meetgereedschap in en leg het op het horizontale of
verticale vlak.
Kies de maateenheid ° (zie „Maateenheid wisselen (zie afbeel-
ding A)", Pagina 63).
Wacht 10 s en noteer vervolgens de meetwaarde.
Draai het meetgereedschap 180° om de verticale as. Wacht op-
nieuw 10 s en noteer de tweede meetwaarde.
Kalibreer het meetgereedschap alleen, wanneer het ver-
u
schil tussen beide meetwaarden groter dan 0,1° is.
Kalibreer het meetgereedschap in de positie (verticaal of hori-
zontaal) waarin het verschil van de meetwaarden werd vastge-
steld.
Kalibreren van de horizontale oplegvlakken
(zie afbeelding F)
Het vlak waarop u het meetgereedschap legt, mag niet meer
dan 5° van de horizontale lijn afwijken. Als de afwijking groter is,
dan wordt de kalibratie met de aanduiding --- afgebroken.
➀
Schakel het meetgereedschap in en leg het zodanig op
het horizontale vlak dat de libel voor horizontaal uitlij-
nen (1) naar boven wijst en het display (7) naar u gericht
is. Wacht 10 s.
Druk daarna gedurende ca. 2 s op de kalibratietoets
➁
Cal (21) tot kort CAL1 op het display verschijnt. Daarna
knippert de meetwaarde in het display.
Draai het meetgereedschap 180° om de verticale as, zo-
➂
dat de libel nog steeds naar boven wijst, maar het dis-
play (7) zich aan de van u af gekeerde zijde bevindt.
Wacht 10 s.
➃
Druk daarna opnieuw op de kalibratietoets Cal (21). Op
het display verschijnt kort CAL2. Daarna verschijnt de
meetwaarde (niet meer knipperend) in het display. Het
meetgereedschap is nu voor dit oplegvlak opnieuw geka-
libreerd.
Vervolgens moet u het meetgereedschap voor het tegen-
➄
overliggende oplegvlak kalibreren. Draai hiervoor het
meetgereedschap zodanig om de horizontale as dat de li-
bel voor horizontaal uitlijnen (1) naar beneden en het
display (7) naar u wijst. Leg het meetgereedschap op
het horizontale vlak. Wacht 10 s.
➅
Druk daarna gedurende ca. 2 s op de kalibratietoets
Cal (21) tot kort CAL1 op het display verschijnt. Daarna
knippert de meetwaarde op het display.
Draai het meetgereedschap 180° om de verticale as, zo-
➆
dat de libel nog steeds naar beneden wijst, maar het dis-
play (7) zich aan de van u af gekeerde zijde bevindt.
Wacht 10 s.
➇
Druk daarna opnieuw op de kalibratietoets Cal (21). Op
het display verschijnt kort CAL2. Daarna verschijnt de
meetwaarde (niet meer knipperend) op het display. Het
meetgereedschap is nu voor beide horizontale opleg-
vlakken opnieuw gekalibreerd.
Aanwijzing: Als het meetgereedschap bij de stappen ➂ en ➆
niet om de in de afbeelding getoonde as wordt gedraaid, kan de
kalibratie niet worden afgesloten (CAL2 verschijnt niet op het
display).
Kalibreren van de verticale oplegvlakken (zie afbeelding G)
Het vlak waarop u het meetgereedschap legt, mag niet meer
dan 5° van de loodlijn afwijken. Als de afwijking groter is, dan
wordt de kalibratie met de aanduiding --- afgebroken.
Schakel het meetgereedschap in en leg het zodanig op
➀
het verticale vlak dat de libel voor verticaal uitlijnen (8)
naar boven wijst en het display (7) naar u gericht is.
Wacht 10 s.
Bosch Power Tools
Nederlands | 65
1 609 92A 58J | (29.11.2019)