nld
M
voor rechtse metrische boutendraad (ISO 261, DIN 13), UN-draad (UNC,
UNF), BS-draad (BSW, BSF)
M-L voor linkse metrische boutendraad (ISO 261, DIN 13), UN-draad (UNC,
UNF), BS-draad (BSW, BSF)
De betreffende sluithendel kan telkens slechts in één bepaalde positie worden
verwisseld.
Sluithendel monteren/verwisselen bij op de machine gemonteerde snijkop:
Alvorens de sluithendel te verwisselen, moet deze zo worden gedraaid, dat de
sluitpen (39) (fig. 11) ter hoogte van de merkstreep (40) (fig. 11) staat. Vervol-
gens de cilinderkopschroeven (8) (fig. 2) uitdraaien, het deksel (4) (fig. 2)
afnemen en de bevestigingsschroef (36) (fig. 11) met een schroevendraaier
uitdraaien. De sluithendel monteren/verwisselen.
Sluithendel monteren/verwisselen bij van de machine afgenomen snijkop:
De cilinderkopschroeven (8) (fig. 2) uitdraaien, het deksel (4) (fig. 2) afnemen
en de bevestigingsschroef (36) (fig. 11) met een schroevendraaier uitdraaien.
Als de snijkop met bovenaan liggende sluithendel als een klok wordt beschouwd,
kan de sluithendel bij een cilindrische rechtse draad op ca. 7 uur en bij een
conische rechtse draad op ca. 9 uur worden verwisseld (bij een cilindrische
linkse draad op ca. 5 uur en bij een conische linkse draad op ca. 3 uur).
Sluithendel voor linkse draad:
Voor rechtse draad (leveringstoestand) is bij bovenaanzicht op de snijkop (fig.
2) de aanslagschroef (3) links van de sluithendel (1) gemonteerd. Voor linkse
draad moet het deksel (4) (fig. 2) omgekeerd en de aanslagschroef (3) (fig. 2)
verplaatst worden, d.w.z. de aanslagschroef (3) moet rechts van de sluithendel
(1) gemonteerd zijn.
LET OP
Een verkeerd gemonteerde aanslagschroef (3) (fig. 2) wordt bij het aanlopen
aan de afslagnok afgebroken! Om de draairichting van de snijkop te contro-
leren, moet deze zich in zijn rechter eindpositie bevinden. Hiervoor de aansnij-
hendel (17) (fig. 4) met de klok mee naar rechts draaien tot aan de aanslag.
Op de stand van de omkeerschakelaar (5) letten: stand 2 = rechtse draad,
stand 1 = linkse draad.
Bij een verkeerde sluithendel of verkeerd ingezette aanslagschroef wordt
de machine beschadigd!
3.3. Snijset monteren (verwisselen)
Voor het verwisselen van de snijset (Strehlersnijmessen en houders) is het aan
te bevelen om de snijkop, zoals onder 3.1. beschreven, van de machine af te
nemen en op een tafel te leggen. Daarna de beide dekselschroeven (8) (fig.
2) met de stiftsleutel (7) (fig. 5) verwijderen, het deksel (4) (fig. 2) afnemen, de
houder met sluithendel openen en houder nr. 3 met een schroevendraaier
uitlichten, zoals in fig. 6 getoond. De overige houders wegnemen.
Houders, deksel en vierkant van de snijkop grondig reinigen.
Nieuwe snijset aanbrengen. Hierbij houder nr. 1 in positie 1, houder nr. 2 in
positie 2, houder nr. 4 in positie 4 en houder nr. 3 in positie 3 van de snijkop
plaatsen. De laatste houder moet gemakkelijk en perfect passend kunnen
worden geplaatst zonder hulp van gereedschap zoals bijv. een hamer. Is er te
veel speling, bijv. door versleten houders, dan worden de draadtoleranties
groter. Is er geen speling, d.w.z. klemmen de houders, dan kan de sluithendel
de snijkop niet meer openen of sluiten.
LET OP
Dit leidt tot een breuk van de sluithendel.
Het deksel (4) (fig. 2) opzetten, de schroeven aandraaien, de beweeglijkheid
van de sluithendel controleren. Deze moet met de hand in beide eindposities
heen en weer kunnen worden bewogen (openen en sluiten van de snijset). Is
dit niet het geval, dan moet de snijset opnieuw worden gedemonteerd en moeten
vierkant, houders en deksel nogmaals worden gereinigd. Door een onjuiste
hantering kunnen ook de randen van de houders worden beschadigd. Deze
beschadigingen moeten vakkundig met een fijne vijl of een aanzetsteen worden
gladgemaakt. Als de snijset in de machine wordt verwisseld, dient erop te
worden gelet dat voor het verwijderen van de houders uit de snijkop de snijkop
zo gericht is, dat de sluithendel bovenaan staat, opdat geen spanen in de
uitsparing voor de instelspindel vallen. De houders uitsluitend in de volgorde
1, 2, 4, 3 wegnemen.
Vóór het aanbrengen van de nieuwe snijset, de sluithendel naar onderen
positioneren. Eerst houder nr. 1, dan de overige houders in de volgorde 2, 4,
3 aanbrengen.
4. Bedrijf
4.1. Rechtse draad – linkse draad
LET OP
Let erop dat voor de gekozen snijset de juiste sluithendel en de aanslagschroef
correct werden aangebracht (zie 3.2.) en dat de draairichting van de snijkop
aan de omkeerschakelaar (5) juist is ingesteld (zie 2.2.).
4.2. Instellen van de draadgrootte
Er dient altijd op te worden gelet dat bij het instelproces de sluithendel (1) (fig.
2) tegen de aanslagschroef (3) (fig. 2) ligt, d.w.z. dat de snijkop gesloten is. De
gewenste draadgrootte wordt met de vierkantsleutel (9) (fig. 5) aan de instel-
spindel (10) (fig. 2) ingesteld. De grove instelling gebeurt door de instelspindel
te verstellen tot de betreffende markering aan houder nr. 1 in de ovale opening
(11) (fig. 2) overeenstemt met de markering in de snijkop (38) (fig. 2). De fijn-
instelling gebeurt met behulp van de bij elke snijset bijgeleverde fijninstellings-
tabel (fig. 14), waarvan het nummer moet overeenstemmen met het nummer
van de bijbehorende snijkop. In de fijninstellingstabel is voor elke draadgrootte
(44) (fig. 14) een instelcijfer (45) (fig. 14) van de instelspindel aangegeven. De
instelspindel moet zo worden ingesteld, dat de boven de instelspindel aan de
snijkop aangebrachte markering (12) (fig. 2) met dit instelcijfer samenvalt. De
instelspindel altijd naar rechts tot aan het instelcijfer draaien. Bedraagt het
instelcijfer bijv. 8, dan moet de instelspindel op 6 of 7 worden gezet en vervol-
gens tot aan de 8 worden gedraaid. Voor linkse draad geldt de markering op
de tegenoverliggende zijde (13) (fig. 2). Hier de instelspindel naar links tot aan
het instelcijfer draaien. Als snijsets zonder fijninstellingstabel worden geleverd,
dan moet het instelcijfer door de gebruiker zelf worden bepaald met behulp
van een schuifmaat, schroefdraadkaliber of proefdraad. In elk geval dient na
elke instelling de bereikte draadgrootte te worden nagemeten.
4.3. Instellen van de lengteaanslag
De gewenste draadlengte wordt aan de lengteaanslag (14) (fig. 4) ingesteld.
Hiervoor de klemhendel (15) loszetten en de lengte volgens de schaal (16) (fig.
4) instellen. Indien nodig de aandrijfeenheid met de aansnijhendel (17) naar
links bewegen. Bij conische schroefdraad ontstaat de normale draadlengte
automatisch, als de lengteaanslag volgens de schaal (16) op de gewenste
draadgrootte wordt ingesteld. Hiervoor moet de nulmarkering aan de lengte-
aanslag op de betreffende draadgrootte worden ingesteld.
Lange draden zie 4.6.
4.4. Toerental kiezen
REMS Unimat 75 heeft 2 toerentallen. Voor kleinere draaddiameters (tot ca.
45 mm) wordt met knop II (18) (fig. 4) het toerental 70 rpm gekozen. Voor
grotere draaddiameters (vanaf ca. 45 mm) wordt met knop I (19) het toerental
35 rpm gekozen. Harder materiaal of zeer grove schroefdraad kan een vroegere
omschakeling op het toerental 35 rpm (knop I (19)) vereisen.
REMS Unimat 77 heeft 4 toerentallen. Naast de elektrische toerentalselectie
met knop I (19) en II (18) worden door het indrukken of uittrekken van de
transmissieschakelhendel (20) nog 2 andere toerentallen ingesteld:
8 rpm:
transmissieschakelhendel ingedrukt
+ knop I moeilijk verspaanbare materialen 3 tot 4"
16 rpm:
transmissieschakelhendel ingedrukt
+ knop II normaal verspaanbare materialen 3 tot 4"
moeilijk verspaanbare materialen 1¼ – 2½"
25 rpm:
transmissieschakelhendel uitgetrokken
+ knop I normaal verspaanbare materialen 1¼ – 2½"
moeilijk verspaanbare materialen tot 1"
50 rpm:
transmissieschakelhendel uitgetrokken
+ knop II normaal verspaanbare materialen tot 1"
4.5. Materiaal klemmen
De houders met de sluithendel (1) (fig. 2) sluiten, de snijkop door draaien van
de aansnijhendel (17) (fig. 4) in de rechter eindpositie bewegen, de draadlengte
instellen (zie 4.2. en 4.3.).
Mechanisch spanblok:
Het materiaal voorzichtig inbrengen tot het tegen de Strehlersnijmessen aanligt.
Met de spanhendel (23) (fig. 4) wordt het materiaal zelfcentrerend geklemd.
Pneumatisch spanblok:
Het pneumatische spanblok als volgt op de te klemmen diameter instellen: De
klemschroef (27) (fig. 12) losdraaien. Het spanblok met de spanhendel (23)
(fig. 12) openen. Door de voetschakelaar in te drukken de pneumatisch aange-
dreven spanbek (33) (fig. 12) naar voren schuiven. De bijgeleverde instelplaat
(31) (fig. 12) tussen de pneumatisch aangedreven spanbek (33) (fig. 12) en de
spanbekhouders (32) (fig. 12) schuiven. De pneumatisch aangedreven spanbek
openen door nogmaals op de voetschakelaar te drukken. Het te klemmen
materiaal inleggen. Het spanblok met de spanhendel (23) handmatig (handvast)
sluiten, tot de spanbekken tegen het materiaal liggen. De klemschroef (27)
aandraaien. De voetschakelaar bedienen, de instelplaat wegnemen. Het
materiaal voorzichtig inbrengen tot het tegen de Strehlersnijmessen aanligt.
Het materiaal vastklemmen door de voetschakelaar te bedienen.
Indien nodig, met name als handmatige spanning met het pneumatische
spanblok benodigd is, moet de instelplaat worden ingelegd, anders wordt de
draad niet centraal gesneden.
Voor het vastklemmen van kunststof buizen of dunwandige metalen buizen
kan het ter voorkoming van onronde spanning noodzakelijk zijn de bedrijfsdruk
van de perslucht te verminderen.
4.6. Werkproces
De beschermkap (21) (fig. 4) sluiten. De machine inschakelen (toerentalselectie
zie 4.4.), de draad aansnijden door de aansnijhendel (17) tegen de klok in te
bewegen. Wanneer 2 tot 3 schroefdraadgangen gesneden zijn, vindt het verdere
doorlopen automatisch plaats. Als de ingestelde draadlengte bereikt is, loopt
de sluithendel (1) op de afslagnok (2) en worden de Strehlersnijmessen auto-
matisch geopend. De aandrijfeenheid naar rechts bewegen door de aansnijhendel
(17) met de klok mee te draaien. De aansnijhendel bij een lopende machine
helemaal naar rechts draaien tot over de geveerde eindpositie, zodat de snijkop
weer wordt gesloten. De machine nu met de knop (22) (fig. 4) uitschakelen en
het materiaal eruit nemen.
Met Unimat 75 kunnen lange draden tot Ø 30 mm worden gesneden. De
lengteaanslag eventueel op max. lengte instellen (zie 4.3). Hierbij wordt het
nld
31