Opties – De voetenplankhoogte instellen
Aanpassen van de voetsteun
Als u schroef (1) verwijdert, kunt u
de voetenplank aan de lengte van
uw onderbeen aanpassen. U kunt
de hoek van de voetenplank apart
aanpassen (behalve bij een vaste
voetenplank) door schroeven (2)
los te draaien. De voetsteunbeugel
voorkomt dat uw voeten per onge-
luk van de plank glijden. Als u klaar
bent, moet u controleren of alle
schroeven stevig aangedraaid zijn
(zie de pagina over torque sleutel).
Opties - Zwenkwiel
Voorwielen, balhoofden, voorvorken
Het kan gebeuren dat de rolstoel iets afwijkt naar
links of naar rechts of dat de voorwielen wiebelen.
Dat kan door de volgende zaken komen:
• De voorwaartse en/of achterwaartse wielbewe-
ging is niet goed ingesteld.
• De camber is niet goed afgesteld.
• De luchtdruk van het voorwiel en/of van het
achterwiel is niet goed; de wielen draaien niet
soepel genoeg.
Als de voorwielen niet goed afgesteld zijn, zal de
rolstoel niet in een rechte lijn rijden. U moet de
voorwielen laten afstellen door een erkend dealer.
Telkens wanneer u de positie van het achterwiel
hebt laten veranderen, moet u het balhoofd
opnieuw aanpassen en de wielvergrendelingen
controleren.
11.06.10 Argon Ti Rev.1
(7.25)
1
523
(7.40)
Opties - Zitsysteem
De zittinghoogte instellen
Om de zittinghoogte aan de ach-
terkant in te stellen, dienen de vier
Torxschroeven (1) (twee aan elke
kant) en de onderlegring (2), die de
klem (3) voor de camberbuizen
naar de asplaten (4) vastzetten, te
2
2
worden verwijderd. Pas de twee
camberbuisklemmen (3) aan om de
vereiste hoogte te krijgen en breng
de vier Torx-schroeven weer aan.
Volg voordat u de schroeven aand-
raait, de instructies om de inspoor/uitspoor op nul
in te stellen (onderdeel 7.61.1). Draai de schroeven
tot 7 Nm aan.
OPMERKING – Er kan een aanpassing aan de
zwenkwielhoek noodzakelijk zijn wanneer de
hoogte van de achterzitting wordt ingesteld.
Opties - Zwenkwiel
Het zwenkwiel instellen
Om ervoor te zorgen dat beide vorken
parallel worden ingesteld, moet u de
tanden tellen die aan beide kanten
zichtbaar zijn.
Nadat u de zwenkwielvork heeft ingesteld,
zorgen de tanden voor een stevige positie,
en kan een aanpassing van 16° met stap-
pen van 2° worden aangebracht.
Gebruik de vlakke kant om te controleren
dat de positie een rechte hoek met de
grond vormt.
Met het gepatenteerde ontwerp kan de zwenkwiel-
vork zodanig worden gedraaid, dat het op een
rechte hoek met de grond ingesteld kan worden
wanneer de zittinghoek is kan worden wanneer de
zittinghoek is gewijzigd.
524
525
De voorwaartse stabiliteit instellen.
Verwijder het afdekplaatje (1). Draai de
inbusmoer aan de binnenzijde los (2).
Hierna kunt u de schroef losmaken (3).
Nu kunt u de fitting naar links of rechts
draaien (4).
Links - de stoel trekt naar links.
Rechts - de stoel trekt naar rechts.
Draai vervolgens de schroeven weer aan
(3). Zet de wielvork in een hoek van 90°
ten opzichte van de vloer. Draai de
schroeven weer aan (2) en sluit de buis af
met het afdekplaatje (1).
(7.53.2)
3
2
(7.42.3)
+8°
526
195
3
4
1
-8°
1
2
55
ARGON TI