1.2.2 Titels
De handleiding is onderverdeeld in
hoofdstukken en paragrafen. De titel van de
paragraaf "2.1 Training" is een ondertitel van
"2. Veiligheidsvoorschriften". De verwijzingen
naar titels of paragrafen zijn aangegeven met
de afkorting hfdst. of par. en het desbetreffend
nummer. Voorbeeld: "hfdst. 2" of "par. 2.1".
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 TRAINING
Lees deze aanwijzingen aandachtig
alvorens de wielen te vervangen.
Voor alle veiligheidsnormen met
betrekking op de machine, verwijst men naar
de handleiding van de machine waarvan
de wielen vervangen moeten worden, die
met de machine zelf meegeleverd wordt.
• Indien men de machine aan derden wil geven
of lenen, moet men zich ervan verzekeren
dat de gebruiker de gebruiksaanwijzingen
in dit handboek doorneemt.
2.2 VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
• Draag geschikte kledij, stevige werkschoenen
met antislipzolen en een lange broek.
2.3 TIJDENS HET GEBRUIK
Werkzone
• Enkel bij daglicht of met goed kunstmatig
licht en bij goede zichtbaarheid reinigen.
• Verwijder personen, kinderen en dieren uit
de werkzone. De kinderen moeten onder
toezicht van een andere volwassene staan.
Gedrag
• Raak de delen van de motor die zich
tijdens het gebruik opwarmen, nooit
aan. Risico op brandwonden.
Beperkingen voor het gebruik
• Schakel de motor niet aan tijdens
de vervanging van de wielen.
• De veiligheidsinrichtingen niet
uitschakelen of schenden.
2.4 ONDERHOUD, STALLING
Regelmatig onderhoud en een correcte
stalling garanderen de veiligheid van de
machine en het niveau van de performance.
2.5 BESCHERMING VAN DE OMGEVING
De milieubescherming moet een belangrijk
en prioritair aspect vormen voor het gebruik
van de machine, ten gunste van de civiele
samenleving en de omgeving waarin we leven.
• Wees geen storend element voor uw buren.
• Volg nauwgezet de plaatselijke normen voor
het verwerken van de banden, die niet met de
huisafval weggeworpen mogen worden, maar
gescheiden moeten worden en aan speciale
verzamelcentra toevertrouwd worden, die
de recyclage ervan zullen verzorgen.
3. INFORMATIE OVER DE MODDER
/ SNEEUW / SPIJKERBANDEN
3.1 BESCHRIJVING EN
BEOOGD GEBRUIK
Deze handleiding bevat de aanwijzingen
voor de vervanging van de standaard wielen
met wielen met modder / sneeuwbanden
(hierna gewoon "sneeuwwielen genoemd").
De sneeuwwielen kunnen ook
spijkers vertonen (par. 4.4.).
De sneeuwwielen moeten op de achterste as
gemonteerd worden telkens wanneer de machine
gebruikt moet worden op terreinen die glad zijn
wegens aanwezigheid van sneeuw en/of modder.
3.1.1 Voorzien gebruik
De sneeuwwielen zijn ontworpen en
vervaardigd om de aandrijfprestaties op
sneeuw en modder te verbeteren.
Toch moet men bijzonder aandachtig zijn bij
het gebruik van de machine, bij het versnellen,
remmen, sturen in bochten en bij hoge snelheid.
Het is belangrijk deze wielen voorzichtig
te gebruiken, niet enkel bij aanwezigheid
van modder of sneeuw, maar
eveneens op vochtige terreinen.
3.1.2 Onjuist gebruik
Gebruik van de machine op onstabiele, gladde,
bevroren, stenige of oneffen terreinen, in geval
van plassen of moerassen die niet toestaan
de consistentie van het terrein in te schatten.
NL - 77