Bediening
1. Start de motor en houd het apparaat aan bei-
de handgrepen vast.
2. De veiligheids-blokkeertoets (01/8) en ga-
shendel (01/7) bedienen om de ketting in be-
weging te houden, vervolgens de handbe-
scherming (09/1) met de rug van de hand
naar voren drukken (09/a); de zaagketting
moet onmiddellijk stoppen.
3. Als de zaagketting blijft staan moet onmiddel-
lijk de veiligheids-blokkeertoets en vervol-
gens de gashendel losgelaten worden.
4. Schakel de motor uit.
5. Om de kettingrem los te zetten de handbe-
scherming naar achteren trekken (09/b)
6 BEDIENING
■
Neem de nationale voorschriften voor de ge-
bruiksduur in acht.
■
Houd de achterste handgreep vast met de
rechterhand en de beugelgreep met de lin-
kerhand.
■
De handgrepen niet loslaten zolang de motor
draait.
■
Gebruik de kettingzaag niet bij:
■
Vermoeidheid
■
Onwel zijn
■
Onder invloed van alcohol, medicijnen of
drugs
6.1
Motor in-/uitschakelen
WAARSCHUWING!
Explosie- en brandgevaar
Bij het ontsnappen van een benzine-
luchtmengsel ontstaat potentieel explo-
sieve atmosfeer. Door een ondeskundi-
ge omgang met brandstoffen kunnen de-
ze ontsteken, exploderen en ontbran-
den, wat tot zwaar letsel en zelfs sterf-
gevallen kan leiden.
■
Start de motor ten minste 3 meter
van de vulplek vandaan.
2500096_b
6.1.1
Motor starten (10, 11)
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door starterkabel
Door een snelle terugtrekbeweging van
de starterkabel wordt de hand te snel
naar de motor toe getrokken. Hierbij
kunnen knelwonden en verstuikingen
optreden.
■
Wikkel de startkabel nooit rond de
hand.
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Als de starterkabel te ver wordt uitge-
trokken kan dat beschadigingen veroor-
zaken.
■
Trek de kabel niet helemaal uit en
breng hem niet in contact met de
rand van de kabelgeleidingsopening
en laat de handgreep niet los, maar
voorkom dat de kabel ongecontro-
leerd weer naar binnen wordt ge-
trokken.
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Als de motor met een hoog toerental en
een bediende kettingrem wordt bediend
kan de koppeling te heet worden.
■
Voorkom het om de motor met een
hoog toerental en een bediende ket-
tingsrem te laten draaien.
Koude start
Een koude start betekent het starten van de mo-
tor als hij ten minste 5 minuten uitgeschakeld
was of na het bijvullen van brandstof.
1. Zet het apparaat op een vlakke ondergrond,
houd het aan de voorste handbeugels vast
en druk het apparaat op de grond. Indien no-
dig met de punt van de rechtervoet in de ach-
terste beugel stappen.
2. De kettingrem bedienen, hiervoor de handbe-
scherming naar voren drukken.
3. De beschermafdekking van de zaagketting
verwijderen.
4. De Primer-Ball (10/1) 3-4 keet indrukken (10/
a).
5. De choke-draaiknop (11/1) rechtsom tot aan
de aanslag draaien.
71