Stap 5. Waterpas zetten van het toestel
De vaatwasser dient waterpas geplaatst
te worden voor een goede werking van de
vaatwasser en optimale wasprestaties.
1. Zet de waterpasser op de deur en op de
vaatmand in de kuip, zoals aangegeven, om
te controleren of het toestel waterpas staat.
2. Zet de vaatwasser waterpas door elk van
de drie verstelbare poten af te stellen.
3. Let erop uw vaatwasser bij het waterpas
plaatsen niet te laten kantelen.
Controleer het
niveau voor- en
achteraan
Controleer de
waterpasstand
aan elke kant
Gebruik van het toestel
OPMERKING
De maximaal instelbare hoogte
van de poten bedraagt 50 mm.
C
NL
69