Dit toestel is uitgerust met een kabel
die bestaat uit een aardingsgeleider en
een aardingsstekker. De stekker dient
aangesloten te worden op een passend
stopcontact, dat in overeenstemming met
de plaatselijke regelgeving geïnstalleerd en
geaard werd.
OPGELET
• E e n s l e c h t e a a r d i n g
van het toestel kan tot een
elektrocutierisico leiden.
• Bij twijfel over de a a rd i n g
v a n h e t toestel, laat u de
i n s t a l l a t i e c o n t r o l e r e n
door een bevoegd persoon
of een medewerker van de
klantendienst.
• Wijzig de met het toestel
m e e g e l e v e r d e s t e k k e r
n i e t . Wa n n e e r d e st e k ke r
niet overeenkomt met het
s t o p c o n t a c t , d i e n t u e e n
passend stopcontact te laten
installeren door een erkend
elektricien.
Aansluiting op koud water
Verbind de watertoevoerslang met een
koppelstuk met schroefdraad (1,9 cm) en
vergewis u ervan dat deze goed vast zit.
Wanneer de waterleidingen nieuw zijn of
lange tijd niet gebruikt werden, laat u water
stromen om te controleren of de leidingen
schoon zijn. Dit is noodzakelijk om te
controleren of het water goed stroomt en
het toestel niet dreigt te beschadigen.
Gebruik van het toestel
OPGELET
Gelieve de watertoevoer na
het gebruik af te sluiten om te
voorkomen dat het water in de
toevoerkraan blijft staan (dit
geldt niet voor toestellen met
afsluitkraan).
Hoe het overtollige water uit de slangen
laten?
De sifon is hoger dan het niveau van de
grond, het overtollige water in de leidingen
kan niet rechtstreeks via de sifon afgelaten
worden. Het zal dus noodzakelijk zijn het
overtollige water af te voeren in een kom
of passend recipiënt dat buiten het toestel
lager dan de sifon gehouden wordt.
Waterafvoer
S l u i t d e w a t e r a f v o e r s l a n g a a n . D e
afvoerslang dient correct vastgemaakt te
worden om waterlekken te voorkomen. Zorg
ervoor dat de afvoerslang niet geklemd zit
en dat er geen knopen in zitten.
Slangverlenging
Wanneer u een verlengsnoer nodig heeft
voor de afvoerslang, vergewist u zich
ervan een vergelijkbare afvoerslang te
gebruiken. Het verlengsnoer mag niet
langer zijn dan 4 meter, zoniet zal deze de
reinigingsprestaties van uw vaatwasser
hinderen.
Aansluiting van de sifon
Een aansluiting van de afvoerslang dient
zich op een hoogte tussen 40 cm (minimum)
en 100 cm (maximum) van de grond te
bevinden. De afvoerslang dient vastgemaakt
te worden met een klembeugel. Het vrije
uiteinde van de slang mag niet in water
ondergedompeld worden.
C
NL
63