Montage aan het deurkozijn
ATTENTIE! Let erop, dat u geschikt
bevestigingsmateriaal gebruikt. Het
meegeleverde bevestigingsmateriaal
is geschikt voor de bevestiging aan sta-
biele betonnen muren (zie afb. B).
Voor de bevestiging aan poreuze of
dunne wanden dient u zich in een spe-
ciaalzaak te informeren over geschikt
bevestigingsmateriaal.
Bevestig de veilgheidsbeugel (11) direct boven
het deurkozijn aan de achterkant van de desbe-
treffende deur (zie afb. E).
Nadat u de veiligheidsbeugel hebt gemonteerd,
kunt u het deurrek zoals weergegeven in het
deurkozijn hangen. Haak eerst de stang (5) in
de veiligheidsbeugel (zie afb. F). Vervolgens
drukt u het uiteinde van de stangen (1/2) tegen
het voorste kozijn (zie afb. G).
Attentie!
• Let erop, dat de stang stevig in de
veiligheidsbeugel vastgehaakt is.
Controleer of het deurrek stevig zit
door er stevig aan te trekken en
schudden.
• Nadat u het multi-deurrek hebt inge-
haakt, moeten zich de grepen van de
gebogen greepstang in een hoek van
ca. 90° hoek ten opzichte van de
deurwand bevinden (zie afb. G).
Mochten de grepen vanwege de
wanddikte naar boven wijzen, kunt
u de schroefverbinding van de rechte
greepstang (1/2) en de gebogen
greepstangen (6) veranderen.
Maak gebruik van de voorgeboorde
gaten, die naar het uiteinde van de
grepen wijzen.
Als de greepstangen in geval van
een dunne deurwand naar beneden
wijzen, gebruikt u het 3e voorge-
boorde gat uitgaande van het ui-
teinde van de greep.
Trainingsinstructies
De hiernavolgende oefeningen vormen slechts
een klein aantal van vele mogelijke oefeningen.
Nog andere oefeningen vindt u in relevante
vakliteratuur.
• Warm u vóór elke training goed op.
• Train niet wanneer u zich ziek of onwel voelt.
• Laat zo mogelijk de correcte uitvoering van
de oefeningen de eerste keer door een
ervaren fysiotherapeut voordoen.
• Doe de oefeningen hooguit zolang u zich
goed voelt dan wel zolang u de oefening
correct kunt doen.
• Draag comfortabele sportkledij en gymschonen.
• Bepaal zelf de frequentie en intensiteit van de
oefeningen. Begin langzaam met 2 tot 3 keer
per week, telkens 10 minuten lang, en voer de
frequentie en de intensiteit van de oefeningen
geleidelijk op.
Hoe vaker en regelmatiger u de oefeningen
doet, hoe fitter en beter u zich voelt.
Let op! Vermijd een te hoge
trainingsintensiteit!
• Wanneer u met de training begint, volstaan
2-3 minuten per oefening. Bij een dagelijkse
training kunt u de duur na ongeveer één
week tot 5-10 minuten verlengen. De maxima-
le trainingstijd mag echter niet meer dan 1 uur
bedragen.
• Neem tussen de oefeningen door voldoende
lange pauzes en drink genoeg.
Let op!
Bij klachten of wanneer u zich onwel
voelt, beëindigt u onmiddellijk de oe-
feningen en contacteert u uw arts.
Opwarmen
Neem vóór elke training voldoende tijd om op
te warmen. Hierna beschrijven wij in dit verband
enkele eenvoudige oefeningen. U dient de
betreffende oefeningen telkens 2 tot 3 keer te
herhalen.
Opwarmen van de hals- en
nekspieren
1. Draai uw hoofd langzaam naar links en naar
rechts.
NL/BE
31