7.
Sluit het netsnoer aan op een wandcontactdoos van de juiste spanning met een kwaliteitsgraad voor ziekenhuizen. Anders kan er schade ontstaan aan
het product.
8.
Patiënten die een bloedingsstoornis hebben of die een antistollingsbehandeling ondergaan, lopen groter risico van complicaties.
9.
Zoals bij alle biopsie-instrumenten bestaat er een kans op infectie.
10. Alle borstbiopsieën moeten onder beeldvorming worden verricht om de positie van de sonde ten opzichte van de te biopteren plaats te bevestigen
en om het optreden van een vals-negatieve biopsie te verminderen.
Controleer voordat de ingreep wordt gestart of de oriëntatie van de inkeping correct is voor de gebruikte beeldvorming.
12. Zorg ervoor dat het E
C
N
OR
voedingsschakelaar van het systeem onbruikbaar is geworden, maakt u de houder los en verwijdert u het netsnoer om het systeem uit te schakelen.
F.
MOGELIJKE COMPLICATIES
complicaties zijn beperkt tot het gebied rondom de biopsieplaats en zijn onder meer hematoom, hemorragie, infectie, niet-genezen van een wond, pijn
en weefselverkleving aan de biopsiesonde tijdens het verwijderen van de sonde uit de borst.
G. BENODIGDE APPARATUUR
De volgende apparatuur is nodig bij een biopsieprocedure:
C
®
, E
C
N
OR
N
OR
C
, E
C
®
N
OR
N
OR
C
E
N
OR
NSPIRE
TM
vacuüm- en spoelslangencassette
H. AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK
Instructies voor uitpakken
Controleer de verpakkingsmaterialen en het E
tekenen van beschadiging vertoont. Neem contact op met de klantendienst van Bard voor instructies voor het rapporteren van transportschade.
Het E
C
E
TM
borstbiopsiesysteem wordt gemonteerd geleverd, met uitzondering van het aanraakscherm dat als losse component afzonderlijk is verpakt.
N
OR
NSPIRE
Neem het hoofddeel en het aanraakscherm uit de verpakking. Maak de ontgrendelknop van het aanraakscherm los, zoals aangegeven in afbeelding 5. Lijn de
verbindingsrails aan de achterzijde van het weergavescherm uit en schuif het scherm op zijn plaats op het hoofddeel, zoals aangegeven in afbeelding 6. Sluit
de voedings-, aardings- en communicatiekabel van het hoofddeel aan op het aanraakscherm. Bevestig de aardingskabel aan het aardingstapeind en zet deze
handvast met de meegeleverde moer. Draai met de meegeleverde platkopschroevendraaier de schroeven op de communicatiekabel vast. Zie afbeelding 7 voor
een illustratie van de juiste locaties voor aansluiting van de communicatie- en voedingskabel.
Afbeelding 5 – Ontgrendelknop van
aanraakscherm
Opstelling voor de ingreep
Ontgrendel de zwenkwielen en zet de tray en de monitor in de laagste stand voordat u het systeem gaat vervoeren. Plaats de tray en monitor op één lijn naar de
voorzijde van het systeem gericht. De monitor en tray moeten worden gepositioneerd zoals afgebeeld op het omslag van deze gebruiksaanwijzing. Duw tegen
de handgrepen aan de voorzijde van de tray of trek aan de handgrepen aan de achterzijde van de tray om het systeem te verplaatsen. Trek of duw het systeem
niet in zijwaartse richting. Gebruik de door Bard verstrekte verpakking als u het systeem buiten de normale ziekenhuisomgeving gaat vervoeren (bijvoorbeeld
buiten het ziekenhuis of naar een andere instelling).
1.
Plaats het E
C
E
TM
N
OR
NSPIRE
wandcontactdoos met een kwaliteitsgraad voor ziekenhuizen.
a. Het systeem is uitgerust met vier zwenkwielen, waarvan de voorste wielen van vergrendelbare remmen zijn voorzien. Na plaatsing van het systeem op de
gewenste positie vergrendelt u de zwenkwielen, zoals aangegeven in afbeelding 8.
b. U kunt de hoogte van het aanraakscherm aanpassen door de vergrendelhendel op de standaard van het hoofddeel vrij te zetten en op de vrijgaveknop
op de standaard van het hoofddeel te drukken, zoals aangegeven in afbeelding 9. De kanteling van het aanraakscherm kunt u aanpassen door de
vergrendeling achter het aanraakscherm los te maken en het scherm in de gewenste stand te plaatsen, zoals aangegeven in afbeelding 10.
c. De verstelbare tray biedt plaats aan twee drivers en de driver-kabels en sondeslang. De stand van de tray kunt u aanpassen door de vergrendelingen
op de tray te ontgrendelen en de tray te draaien en omhoog of omlaag te brengen naar de gewenste hoogte, zoals aangegeven in afbeelding 11.
C
en E
C
N
OR
®
N
E
borstbiopsiesysteem zodanig wordt geplaatst dat het netsnoer en de houder toegankelijk zijn. In het geval de
NSPIRE
TM
®
MRI of E
C
®
360 driver
N
OR
MRI of E
C
360 sonde
®
®
N
OR
vacuümslangencassette of E
N
C
E
TM
borstbiopsiesysteem zorgvuldig op tekenen van transportschade. Gebruik het apparaat niet als het
N
OR
NSPIRE
Afbeelding 6 – Aanraakscherm aan
hoofddeel bevestigen
borstbiopsiesysteem zoals vereist voor een veilig gebruik en sluit het netsnoer (aan de achterzijde van de console) aan op een
MRI sondes, is de geselecteerde beeldvorming bepalend voor de oriëntatie van de inkeping.
OR
®
C
E
OR
NSPIRE
TM
Opmerking: Feitelijke uitvoering van de connector kan afwijken van de afbeelding
41
Afbeelding 7 – Kabels van aanraakscherm aansluiten