Montage van buitencamera RV-20 (RV-100)
Let op! Mocht de in de voertuigpapieren vermelde voertuighoogte of lengte
door het opbouwen van de camera veranderen, dan moet een nieuwe keuring
door de bevoegde instanties (TÜV, DEKRA etc.) plaatsvinden. Laat de nieuwe
keuringsgegevens door uw bevoegde instantie voor het wegverkeer in de
voertuigpapieren opnemen.
Waarschuwing! De plaats van de buitencamera moet zo worden gekozen en
deze moet zo veilig worden bevestigd, dat in de omgeving staande personen
onder geen enkele omstandigheid (door over het dak van het voertuig
schampende takken) verwond kunnen worden.
Omdat de buitencamera voor een goede beeldhoek op een hoogte van
minstens 2 m aangebracht moet worden, moet er bij het bevestigen op gelet
worden dat de werkplek voldoende steun biedt.
Algemene montagevoorschriften!
Let, voordat u de buitencamera aanbrengt, op de volgende punten:
– Voor een goede beeldhoek moet de buitencamera op een hoogte van minstens 2 m
worden aangebracht.
– De plaats van montage van de buitencamera moet voldoende stevigheid bieden
(bijvoorbeeld over het dak van het voertuig schampende takken kunnen vastraken aan
de camera).
– De camera moet waterpas en in het midden aan de achterzijde van het voertuig
worden aangebracht (zie G 1, afb. 5).
Let op! Gebruik beslist de meegeleverde isolerende onderlaag en de
isolatiehulzen (zie G 1, afb. 2 en 3). Hierdoor worden door slechte
massaverbindingen veroorzaakte lekstromen in het voertuig voorkomen. Deze
lekstromen kunnen leiden tot strepen in het monitorbeeld, tot aan
beschadigingen toe.
Leg de camerakabel zo aan, dat u bij later eventueel noodzakelijke demontage van de
camera gemakkelijk bij de stekerverbinding tussen camera en verbindingskabel kunt.
Demontage wordt daardoor veel gemakkelijker.
De veiligste manier van bevestigen is m.b.v. door de opbouw heen gaande schroeven,
waarbij gelet moet worden op:
1. Is er achter de gekozen positie genoeg plaats voor het monteren?
2. Iedere doorgeleiding moet door passende maatregelen tegen binnendringend water
worden beschermd (b.v. door het plaatsen van de schroeven met afdichtingsmateriaal
en/of omspuiten van de bevestigingsdelen aan de buitenkant van het voertuig met
afdichtingskit).
3. Biedt de opbouw op de plaats van bevestiging voldoende stevigheid om de
camerabeugel er goed op vast te schroeven?
121