– Let er bij het leggen van de kabels op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden (zie A 5a)
2. niet langs randen schuren (zie A 5b)
3. niet zonder bescherming door scherpgerande doorvoeringen worden aangelegd
(zie A 5c).
– Iedere doorbreking van de buitenhuid van de carrosserie moet door passende
maatregelen tegen binnendringend water worden beschermd, bijv. door
het inzetten van de kabel met kit en het afkitten van kabel en doorvoertule.
Let op: De stekerverbinding van het systeem biedt geen bescherming tegen
het binnendringen van water. Voorzie de verbinding beslist van afdichtband.
Het meest geschikt is zelf uithardend afdichtband, b.v. van 3 M.
Tip: om corrosie in de steker te minimaliseren, adviseren wij een beetje vet
(bijvoorbeeld accupoolvet) in een van de stekers te doen.
Gebruik van de verdeelstekers
Om loszittende contacten bij de verdeelstekers te vermijden, is het belangrijk dat de
diameters van de kabels bij de verdeelstekers passen. Te nemen stappen bij het gebruik
van de verdeelstekers:
1. De aan te koppelen kabel in de voorste sleuf van de verdeelsteker leggen (zie H 1).
2. De nieuwe kabel ligt met het uiteinde voor ca.
3. De verbinder sluiten en de metaalstrip met een combinatietang in de verbinder
drukken, zodat er contact is (zie H 3).
4. De afschermkap naar beneden drukken en in de steker laten klikken. Controleer de
bevestiging van de verdeelsteker door voorzichtig trekken aan de kabel (zie H 4).
Het maken van correcte soldeerverbindingen
Om een kabel op originele bekabeling aan te sluiten:
1. Haal van de bestaande kabel 10 mm isolatie af (zie H 5).
2. Verwijder 15 mm van de isolatie van de aan te sluiten kabel (zie H 6).
3. De aan te sluiten kabel rond de originele kabel wikkelen en vastsolderen (zie H 7).
4. Isoleer de kabel met isolatieband (zie H 8).
Om 2 kabels met elkaar te verbinden:
1. Van beide kabels de isolatie verwijderen (zie H 9).
2. Een krimphuls van ca. 20 mm lengte over een kabel trekken (zie H 10).
3. Beide kabels om elkaar heen draaien en vastsolderen (zie H 11).
4. Schuif een krimphuls over de soldeerplaats en verwarm die licht (zie H 12).
Kabelaanleg
3
/
in de achterste sleuf (zie H 2).
4
127