6.4 NA GEBRUIK
• Reinig de machine (par. 7.4).
• Controleer of de machine geen schade
vertoont. Neem zo nodig contact op
met een erkende servicewerkplaats.
7. ROUTINEONDERHOUD
7.1 ALGEMEEN
BELANGRIJK De veiligheidsvoorschriften
die in acht moeten worden genomen,
staan in hoofdst. 2. U dient zich strikt aan
deze aanwijzingen te houden om ernstige
risico's of gevaren te vermijden.
Alle controles en
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij stilstaande machine
en uitgeschakelde motor. Verwijder
de sleutel en lees de bijgeleverde
instructies alvorens reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden te verrichten.
Doe geschikte kleding en
handschoenen aan en zet een veiligheidsbril
op voordat u onderhoud gaat uitvoeren.
• Welk onderhoud er moet worden uitgevoerd
en hoe vaak dit moet gebeuren vindt u in de
"Onderhoudstabel". Het doel van de tabel is
u te helpen om uw machine efficiënt en veilig
te houden. De tabel bevat de voornaamste
werkzaamheden en de intervallen die er
tussen de werkzaamheden moeten zitten.
Voer de betreffende handeling uit op het
moment dat zich het eerst voordoet.
• Het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen en accessoires
kan mogelijk een negatieve uitwerking
op de werking en de veiligheid van de
machine hebben. De fabrikant aanvaardt
geen aansprakelijkheid in geval van
schade of persoonlijk letsel die door
dergelijke producten zijn veroorzaakt.
• De originele reserveonderdelen zijn
uitsluitend verkrijgbaar bij erkende
servicewerkplaatsen en dealers.
BELANGRIJK Alle onderhoudshandelingen
en afstellingen die niet in deze handleiding zijn
beschreven, moeten worden uitgevoerd door de
verkoper of in een gespecialiseerd centrum.
7.2 REINIGINGS- EN
ONDERHOUDSPOSITIE
Het is strikt verboden om de maai-
eenheid in de onderhoudspositie te
zetten zonder het pedaal van het systeem
voor het opheffen van de accessoires
(afb. 14.A) te hebben ingetrapt.
1. Schakel altijd de parkeerrem in om
te voorkomen dat de machine kan
bewegen (zie ook de aanwijzingen uit
de handleiding van de zitmaaier met
maaisysteem aan de voorzijde).
2. Als de maai-eenheid is uitgerust met
elektrische hoogte-instelling, ontkoppel
dan de kabel van de machine (afb. 8.A).
3. Bedien het pedaal van het systeem voor
het opheffen van de accessoires op de
zitmaaier met maaisysteem aan de voorzijde
(afb. 14.A) en breng het accessoire in de
transportpositie (zie ook de aanwijzingen
uit de handleiding van de zitmaaier met
maaisysteem aan de voorzijde).
4. Trek met uw rechterhand de "Quick Flip"-
knop (afb. 14.B) naar buiten om de maai-
eenheid omhoog te kunnen brengen.
5. Pak met uw linkerhand de maai-eenheid
(afb. 14.C) vast en breng deze iets omhoog.
Laat de "Quick Flip"-knop weer los.
6. Breng langzaam omhoog tot aan de
maximumhoogte, tot er een "klik" te
horen is (afb. 15.A). De maai-eenheid
blokkeert in de onderhoudspositie
(afb. 15.B) "SERVICE POSITION".
7. Voer het onderhoud van de maaisystemen uit.
De machine is uitgerust met een
veiligheidssysteem dat verhindert dat de
maai-inrichtingen worden ingeschakeld
wanneer de machine in de onderhouds- of
transportpositie staat.
Het is strikt verboden om de maai-
inrichtingen in te schakelen wanneer de
maai-eenheid in de onderhoudspositie staat.
8. Om de maai-eenheid weer in de
transportpositie te zetten, trekt u de "Quick
Flip"-knop weer naar buiten en brengt u
de maai-eenheid langzaam omlaag. Leid
de beweging met uw hand. Wanneer de
eenheid in de laagste stand staat, drukt
u de "Quick Flip"-knop naar binnen.
9. Zet het pedaal van het hefsysteem
van de accessoires in de werkpositie
(zie de aanwijzingen in de
handleiding van de machine).
10. Start na het schoonmaken met water
de machine en de maai-inrichtingen,
om het water te verwijderen, dat anders
in de lagers zou kunnen dringen
en daar schade veroorzaken.
NL - 8