Afstelling van de detectie van obstakels (antiverplettering)
De ingreep van de detectie van obstakels tijdens het manoeuvre van de sluiting veroorzaakt de heropening.
Tijdens het manoeuvre van de opening veroorzaakt de ingreep van de detectie van obstakels de omkering enkel
als het obstakel wordt gedetecteerd gedurende de eerste 60° van het manoeuvre.
De pogingen van de automatische hersluiting worden bepaald door de instelling van de parameter
OPMERKING: De beschikbare waarden kunnen beperkt zijn door de instelling van de parameter
01= minimum tijd van ingreep (maximum gevoeligheid)... 09= maximum tijd van ingreep (minimum gevoeligheid).
De slagboom wordt maximaal 5 s gestopt op het obstakel voordat de omkering wordt geactiveerd.
Afstelling acceleratie bij start van het openingsmanoeuvre
Afstelling acceleratie bij start van het sluitmanoeuvre
01= de slagboom accelereert snel gedurende de start ... 10= de slagboom accelereert langzaam en gelei-
delijk aan tijdens de start.
OPMERKING: De beschikbare waarden kunnen beperkt zijn door de instelling van de parameter
Afstelling openingssnelheid (%)
Afstelling sluitingssnelheid (%)
01= 10% minimum snelheid ... 10= 100% maximum snelheid.
OPMERKING: De beschikbare waarden kunnen beperkt zijn door de instelling van de parameter
Afstelling van de naderingssnelheid
De parameter regelt de snelheid van de motor tijdens de fase van de aandrukking tegen de aanslag van opening/sluiting.
01= 10 t/min motor (RPM) ... 10= 100 t/min motor (RPM).
Afstelling van de aandrukruimte bij de opening
Afstelling van de aandrukruimte bij de sluiting
van 0,5 tot 3 toeren van de motor aan de snelheid die is ingesteld in de parameter
OPMERKING: De beschikbare waarden kunnen beperkt zijn door de instelling van de parameter
Instelling van het aantal pogingen van automatische hersluiting na ingreep
van contactlijst of detectie obstakels (antiverplettering)
Geen poging van automatische hersluiting.
Van 1 tot 3 pogingen van automatische hersluiting.
De automatische hersluiting gebeurt enkel als de slagboom helemaal is gesloten.
Er wordt aanbevolen om een waarde in te stellen die kleiner of gelijk aan de parameter
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT bij opening
OPMERKING: De parameter is niet zichtbaar als de parameter
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De slagboom stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de opening
wordt de bewegingsrichting van de slagboom onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De slagboom stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt
bevrijd, zal de slagboom blijven open gaan.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de slagboom gestopt.
Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt de slagboom gesloten.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT bij sluiting
OPMERKING: De parameter is niet zichtbaar als de parameter
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De slagboom stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de sluiting wordt
de bewegingsrichting van de slagboom onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De slagboom stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt
bevrijd, zal de slagboom blijven sluiten.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de slagboom gestopt.
Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt de slagboom geopend.
.
.
.
is.
=
,
,
.
=
,
,
.
.
.
.
243