3.2.1 Set up
Voor het instellen en regelen van een serie extra parameters voor
een betere en meer precieze besturing van de lasinstallatie.
Toegang tot de set up: door 3 s. lang de toets S5 in te drukken
(de nul midden op het 7-segmentendisplay bevestigt de toegang).
Keuze en regeling van de gewenste parameter: draai de encoder
totdat de numerieke code van de gewenste parameter getoond
wordt. Als u dan de toets S5 indrukt, wordt de ingestelde waarde
van de geselecteerde parameter weergegeven en afgesteld.
Set up verlaten: om de sessie "regeling" te verlaten, de toets S5
nogmaals indrukken.
Om de set up te verlaten, op de parameter "O" (opslaan en afs-
luiten) gaan staan en de toets S5 indrukken.
Lijst parameters in de set up
0
Opslaan en afsluiten: om de wijzigingen op te slaan en de
set up te verlaten.
2
Gasvoorstroomtijd: om de gasstroom vóór de ontsteking
van de boog in te stellen en te regelen.
Om het gas in de toorts te laden en de omgeving voor het
lassen voor te bereiden.
Min. off, Max 25 sec., Default 0.01 sec.
3
Hot start: voor het regelen van de waarde van de hot start
in MMA. Voor een min of meer "warme" start in de fases
van de ontsteking van de boog waardoor de startprocedu-
res vergemakkelijkt worden.
Uitgedrukt in percentage (%) van de lasstroom.
Minimum off, Max 100%, Default 80%
4
Arc force: voor het regelen van de waarde van de Arc force
in MMA. Voor een min of meer energetische dynamische
reactie tijdens het lassen waardoor de handelingen van de
lasser vergemakkelijkt worden.
Uitgedrukt in percentage (%) van de lasstroom.
Minimum off, Max 100%, Default 30%
6
Minimum EXT: voor het instellen van de minimale waarde
die met een externe bediening mogelijk is.
Uitgedrukt in Ampères (A).
Minimum 6A, Max 240A, Default 6A
7
Max EXT: voor het instellen van de maximale waarde die
met een externe bediening mogelijk is.
Uitgedrukt in Ampères (A).
Minimum 6A, Max 240A, Default 240A
9
Reset: om alle parameters weer op de default waarden
terug te brengen.
14 Ib mode: voor het instellen van de basisstroom in Ampères
(A) of in percentage (%) van de lasstroom.
23 Puntlassen: voor de activering van het proces "puntlassen"
en om de lastijd te bepalen.
Min. off, Max. 25, Default off
3.2.2 Codering alarmen
10
Te hoge temperatuur, Te hoge stroomtoevoer, Te lage
stroomtoevoer.
20, 21, 25, 26 geheugen defect.
24 Externe bediening niet ingesteld.
70
3.3 Paneel achterkant
Schema 4
I1 : Startschakelaar.
Schakelt de netspanning aan. Deze schakelaar heeft
twee standen "O" uit, "I" in.
1: Elektriciteitskabel
2: Gasaansluiting
3.4 Paneel met contactpunten
Schema 5
A1 toortsaansluiting: voor de aansluiting van de TIG
toorts.
P1: negatief contactpunt.
Voor de aansluiting van de massakabel bij elektrodelas-
sen of van de toorts bij TIG lassen.
P2: positief contactpunt.
Voor de aansluiting van de elektrode toorts bij MMA
lassen of van de massakabel bij TIG lassen.