14
NL
reerd te worden, maar moet vervangen worden zo-
dra eerste sporen van breuk vastgesteld worden of
de vijllimiet overschreden is.
VERVANGING VAN DE DRAAD VAN DE KOP
(Afb. 23)
– Volg de volgorde die aangegeven is op de afbeel-
ding.
VIJLEN VAN DE DRAADSNIJDER (Afb. 24)
– Haal de draadsnijder (1) uit de bescherming (2), door
de schroef (3) los te draaien.
– Zet de draadsnijder vast in een bankschroef en vijl met
behulp van een platte vijl. Zorg ervoor dat de originele
snijhoek behouden blijft.
– Hermonteer het mes op de bescherming.
SLIJPEN VAN HET ZAAGMES (Afb. 25)
men aan het slijpen en uitbalanceren door een ge-
specialiseerd Centrum te laten uitvoeren, die over
de geschikte bevoegdheid en werktuigen beschikt
om deze handeling uit te voeren, zonder risico het
mes te beschadigen en het gebruik ervan onveilig
te maken.
baar en mag bijgevolg maar aan één zijde gebruikt
worden.
Het mes dient nooit gerepareerd te worden, maar moet
vervangen worden zodra eerste sporen van breuk vast-
gesteld worden of de vijllimiet overschreden is.
BUITENGEWONE HANDELINGEN
Elke onderhoudsbeurt die niet vermeld wordt in deze
handleiding dient alleen door uw Verkoper uitgevoerd te
worden.
Handelingen die uitgevoerd werden in niet geschikte
structuren of door onbekwame personen doen de ga-
rantie vervallen.
OPSLAG
Na het werken, wordt de machine zorgvuldig vrijgemaakt
van stof en vuil en worden de defecte onderdelen gere-
pareerd of vervangen.
Het mes dient nooit gerepa-
Om veiligheidsredenen, raadt
Het zaagmes is niet omkeer-
ONDERHOUD EN OPSLAG
De machine moet bewaard worden op een droge plaats,
beschermd tegen de weersomstandigheden en met de
bescherming correct gemonteerd.
LANGDURIGE PERIODE VAN INACTIVITEIT
BELANGRIJK
chine langer dan 2-3 maanden niet te gebruiken, moe-
ten een aantal voorzorgsmaatregelen getroffen worden
om problemen te vermijden bij het hervatten van het
werk of om permanente schade aan de motor te voor-
komen.
• Opberging
Alvorens de machine te op te bergen:
– Ledig de brandstoftank.
– Start de motor en laat hem op het laagste toerental
draaien tot de stilstand, zodat alle in het reservoir
overgebleven brandstof opgebruikt wordt.
– Laat de motor afkoelen en demonteer de bougie.
– Giet een theelepel verse olie in het gat van de bougie.
– Trek verschillende keren aan de startknop om de olie
goed te verdelen in de cilinder.
– Hermonteer de bougie met de zuiger aan het boven-
ste dood punt (zichtbaar vanuit het gat van de bougie
wanneer de zuiger aan de eindaanslag gekomen is).
• Hervatten van de activiteit
Wanneer de machine weer gestart wordt:
– Verwijder de bougie.
– Trek enkele keren aan de startknop om de overtollige
olie te verwijderen.
– Controler de bougie zoals beschreven in het hoofdstuk
"Controle van de bougie".
– Bereid de machine voor zoals aangegeven in het
hoofdstuk "Vóór het gebruik".
Indien men van plan is de ma-