3. Voorbereiding voor training
3.1 Uitpakken en monteren
a) Open de draagtas en haal de luchtwegmanagementtrainer eruit.
Tijdens vervoer zijn de longen opgeslagen in een van de plateaus in
de luchtwegmanagementtrainer. 12
b) Monteer de longen en bronchiaalboom zo ver mogelijk op het ver-
lengstuk van de trachea 3.
3.2 Smering
Voor aanvang van de training moeten de oppervlakken van de orale,
pharyngeale en tracheale holtes en de oesofagus worden gesmeerd met
een in water oplosbare glijgel.
Bij nasotracheale intubatie moet ook de neusholte worden gesmeerd.
Bovendien dient de buis te worden gesmeerd voor een soepele door-
gang door de smalle kanalen. De bijgeleverde borstel kan worden ge-
bruikt voor het smeren van de inwendige oppervlakken van de trachea
en de oesofagus.
Het smeren van de bovengenoemde onderdelen komt overeen met de
natuurlijke vochtigheid van het slijmvlies, waardoor de situatie realis-
tischer wordt.
Ook siliconespray kan voor dit doel worden gebruikt, maar dit is moeilijk
te verwijderen en bemoeilijkt het reinigen.
16
Nederlands
4. Beschrijving
4.1 Anatomisch correct overzicht in de
luchtwegsystemen
Een open sectie legt de anatomische structuren van de trachea en neu-
sholtes bloot. Een transparante wand dekt de neusholtes af, zodat de
anatomie duidelijk zichtbaar is.
Het overzicht van de cervicale wervelkolom maakt het mogelijk om de
realistische beweging te bekijken als het hoofd wordt gekanteld.
4.2 Eenvoudige toegang tot luchtwegen
4.2.1 Hoofd kantelen, kin optillen
Het hoofd kan worden opgetild en gekanteld. Het schuimrubber kussen
wordt gebruikt voor de ondersteuning van het hoofd, zodat de optimale
benaderingspositie wordt verkregen (bekend als de "sniffing position"
of de aangepaste Jackson-positie). 4
4.2.2 Naar voren duwen van de onderkaak
Het naar voren duwen van de onderkaak kan worden uitgevoerd op de
anatomisch correct geplaatste kaak 5 en staat de benodigde beweging,
opening en sluiting van de mond toe.
4.2.3 Laryngeaal masker
Er kan met een laryngeaal masker worden getraind als de hoofdhuid is
geplaatst, maar de training met het laryngeale masker is eenvoudiger als
de hoofdhuid is verwijderd. 678
4.3 Akoestische signalen
4.3.1 Tandenalarm
Overmatige druk met de laryngoscoop op de voortanden activeert een
akoestisch signaal.
Alarmschakelaar
De aan-/uitschakelaar op de binnenzijde van de toren moet in de vere-
iste stand worden gezet. 9