U kunt deze instelling maar niet het temperatuurverschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur
wijzigen, dat bijgevolg 8 °C zal blijven. U kunt de temperatuur van de middelste zone kiezen tussen
10°C en 14°C. De andere zones worden automatisch aangepast in functie van de gekozen middelste
temperatuur. De mogelijke temperaturen van de andere zones zijn 6°-10°C, 7°-15°C, 8°-16°C, 9°-
17°C, 10°-18°C.
Sommige multifunctionele wijnkoelkasten (met name de DVP305G) zijn uitgerust met 2 specifieke
scheidingsroosters. Voor een optimale temperatuurverdeling en -scheiding mogen deze 2
scheidingsroosters niet verwijderd of verplaatst worden.
Werking
In een natuurlijke wijnkelder schommelt de temperatuur weinig en als ze al schommelt, doet ze dat
over het algemeen zeer langzaam bij de overgang van het ene seizoen naar het andere. Uw Avintage-
wijnkast bootst de optimale en voor uw wijnen noodzakelijke omstandigheden van een natuurlijke
wijnkelder dus mechanisch na.
Daarbij wordt met name gebruikgemaakt van een elektronisch instelsysteem, om de temperatuur
bijzonder scherp te kunnen instellen. Daarom werkt de wijnkast in cycli: er kunnen dus lichte
temperatuurschommelingen waargenomen worden in de lucht van de behuizing van de wijnkast. Dat
is normaal en de temperaturen die willekeurig gemeten kunnen worden door een thermometer in de
kuip te plaatsen, geven de temperatuur die u het meest interesseert, namelijk die van uw wijn en die
waarvoor uw wijnkast ontwikkeld werd, niet nauwkeurig weer.
Aan de hand van dit principe van lichte luchttemperatuurschommelingen rond het instelpunt
(ingestelde, gewenste en door middel van het elektronische instelsysteem gecontroleerde
temperatuur) wordt in de fles een stabiele gemiddelde temperatuur verkregen.
Hoe meer flessen uw wijnkast bevat, des te groter is de thermische massa van uw flessen en des te
kleiner is de impact van mogelijke schommelingen in de omgevingstemperatuur, wegens de aldus
gecreëerde thermische traagheid. De thermische traagheid is de neiging van uw flessen om lang
hun aanvankelijke temperatuur te behouden, wanneer het thermische evenwicht met hun omgeving
verstoord wordt.
We kunnen dus ook spreken van de traagheid waarmee een eventuele temperatuurstoring uw
flessen naar een nieuw evenwichtspunt zou brengen.
Houd er met name rekening mee dat, met betrekking tot de vloeistoffen (behalve voor water), de
geleidbaarheid gemiddeld met 0,15 % per °C daalt wanneer de temperatuur stijgt.
Verrast door gasten hebt u allicht ook ooit al een fles champagne of witte wijn op
omgevingstemperatuur (20 °C) in uw koelkast (4 °C) gestopt om ze te koelen. Ondanks een abrupte
en constante thermische omgevingsstoring van om en bij de 16 °C zal de fles, na zich een uur in die
omstandigheden bevonden te hebben, nog niet klaar zijn voor consumptie (niet koel genoeg).
U hoeft bijgevolg niets te vrezen als u temperatuurschommelingen van om en bij de 2 °C rond het
150