8
NL
• geen controle van de kettingzaag zodat de kans groter is in aanra-
king te komen met de klimtouwen en met het lichaam van de be-
diener (in het bijzonder de linkerhand en – arm), en
• verlies van de controle door een niet veilige werkpositie die leidt tot
aanraking met de kettingzaag (ongewilde beweging tijdens de wer-
king van de kettingzaag).
Veilige werkpositie voor een gebruik met twee handen
Om de bedieners toe te staan de kettingzaag met twee handen vast
te nemen, moet men als algemene regel stellen dat de bedieners een
veilige positie aannemen wanneer ze de kettingzaag in werking zet-
ten:
• ter hoogte van de heupen, wanneer ze horizontaal snijden,
• ter hoogte van de maag, wanneer ze verticaal snijden,
Wanneer de bediener nabij verticale stelen werkt met lage zijde-
lingse krachten, kan het nodig zijn een goede steun te voorzien om
een veilige werkpositie te behouden.
Opstarten van de kettingzaag op een boom
Tijdens het opstarten van de kettingzaag op een boom, moet de be-
diener:
a) de kettingrem aanschakelen vòòr het opstarten,
b) de kettingzaag op de linker- of rechterkant van het lichaam hou-
den vòòr het opstarten en namelijk:
1) de kettingzaag aan de linkerkant houden met de linkerhand op het
voorste handvat, en ze op afstand houden van het lichaam terwijl
men met de rechterhand aan de starttouw trekt, ofwel
2) de kettingzaag aan de rechterkant houden met de rechterhand op
een van de twee handvaten, en ze op afstand houden van het li-
chaam terwijl men met de linkerhand aan de starttouw trekt.
Wanneer de bedieners zich echter
van de steel verwijderen,moeten ze
enkele stappen doen om de stij-
gende zijdelingse krachten te annu-
leren of te neutraliseren, door bij-
voorbeeld de richting van de
hoofdtouw te wijzigen door een bij-
komend bevestigingspunt of met be-
hulp van een verstelbare platte riem
die direct van het riemendraagstel
naar een bijkomend bevestigings-
punt gaat.
Het bereiken van een goede steun in
de werkpositie kan vereenvoudigd
worden door het gebruik van een lus
die tijdelijk gemaakt wordt met een
ringriem waarin men zijn voet kan
steken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De kettingrem moet steeds ingeschakeld zijn vooraleer men de ket-
tingzaag in werking aan de platte riem laat hangen.
De bedieners moeten steeds nagaan of de kettingzaag voldoende
brandstof heeft vooraleer moeilijke snoeiwerken aan te vangen.
Gebruik van de kettingzaag met een enkele hand
Men raadt het gebruik van de kettingzaag voor snoeien met een en-
kele hand af wanneer men zich in niet stabiele werkposities bevindt,
eveneens raadt men af dit te verkiezen boven een handzaag voor het
snijden van hout met kleine doorsnede aan het uiteinde van de tak-
ken.
De kettingzagen voor snoeien kunnen slechts met een enkele hand
gebruikt worden wanneer:
• de bedieners geen werkposi-
tie kunnen aannemen die hen
toestaat beide handen te ge-
bruiken, en
• ze hun werkpositie met een
enkele hand moeten behou-
den, en de kettingzaag in haar
volledige lengte gebruikt
wordt, loodrecht op het li-
chaam van de bediener en op
afstand hiervan.
De bedieners:
• mogen nooit snijden in de zone van de terugslag aan het uiteinde
van het blad van de kettingzaag;
• mogen geen secties "snijden en houden", en
• mogen nooit trachten secties op te vangen wanneer deze vallen.
Vrijmaken van een klemgeraakte kettingzaag
Indien de kettingzaag tijdens het snijden klem zou geraken, moeten
de bedieners:
• de kettingzaag uitschakelen en veilig vastmaken aan het deel van
de tak dat van de stam naar het afgesneden deel gaat, ofwel aan
een aparte touw van het werktuig;
• de kettingzaag aan de kant van de uitsparing trekken terwijl men de
tak opheft, indien nodig:
• indien nodig, een handzaag of een tweede kettingzaag gebruiken
om de klem geraakte kettingzaag los te maken, en daarmee min-
stens 30 cm rond de verklemde kettingzaag snijden.
Indien men een handzaag of een kettingzaag gebruikt om een ver-
klemde kettingzaag los te maken, moeten men in de richting van de
top van de tak snijden (d.w.z. tussen de verklemde kettingzaag en het
uiteinde van de tak en niet tussen de stam en de verklemde ketting-
zaag) om te vermijden dat de kettingzaag mee omlaag gesleurd
wordt door het deel van de tak dat afgesneden wordt en dat de situ-
atie zo nog ingewikkelder wordt.